Education

Vers bloed en nieuwe thema’s in universitair onderzoek

Belangrijke onderzoekthema’s krijgen meer geld. Vergrijsde vakgebieden krijgen een shot jonge hoogleraren. En wie jonge onderzoekers in vaste dienstneemt, moet mensen van elders voorrang geven boven ‘eigen kweek’.

br />
In zijn Wetenschapsbudget meldt Ritzen dat het voorbij is met de verdelende rechtvaardigheid binnen de universiteiten, want die belemmert de ruimte voor ‘topkwaliteit’ en belangrijke nieuwe thema’s in het onderzoek. Het betoog is niet nieuw, maar de plannen zijn concreter dan voorheen. De universiteit die alles bij het oude laat, gaat geld verliezen. Zo heeft Ritzen na jaren discussies en verkenningen zeventien thema’s aangewezen die meer aandacht vereisen. Hij wil bijvoorbeeld dat de rechtenfaculteiten veel meer aandacht besteden aan de ‘grondslagen’ van het recht; dat wis- natuur- en scheikundigen landelijk taken gaan verdelen; en dat er een nieuw centrum voor verouderingsonderzoek komt. Een deel van zulke wensen zet Ritzen kracht bij met wat stimuleringsgeld, maar hij wil ook daden zien van de faculteiten. Zoniet, dan merken ze dat op den duur aan hun budget.

Ook het plan voor stimulering van ‘top-onderzoek’ is verre van vrijblijvend. Kern daarvan was dat universiteiten (VSNU) 100 miljoen gulden vrijmaken en dat NWO twintig-onderzoekscholen aanwijst die met dat geld toppers kunnen worden. De ene universiteit zou zo wat winnen en de andere wat verliezen, maar bij een aantal van twintig toppers zouden de verschuivingen elkaar wel uitmiddelen, was de gedachte.

Ritzen heeft dit plan verder aangescherpt. Hij wil een smallere en hogere top, met hoogstens tien scholen die samen 70 miljoen krijgen; de overige 30 miljoen is voor individuele uitblinkers, ook te selecteren door NWO. Deze aanpak leidt tot forsere geldverschuivingen tussen faculteiten en instellingen. Om ontslagen te voorkomen, heeft Ritzen begin volgende eeuw 45 miljoen gereserveerd voor opvang van overtollig geworden personeel.

Nieuw in het wetenschapsbudget is de aandacht voor human resources management, of het fris en beweeglijk houden van het onderzoekpersoneel. Zoals eerder gemeld gebeurt dat vooral door 10 miljoen per jaar te steken in extra plaatsen voor jonge hoogleraren; chemie bijt de spits af.

Daarnaast doet Ritzen een beroep op de universiteiten om bij vacatures vooral ,,vers bloed” aan te trekken. Hij wil zelfs dat ze voortaan als regel alleen nog mensen aanstellen die enkele jaren elders ervaring hebben opgedaan.

Intussen blijken de totale onderzoeksuitgaven van Nederland, gerekend in procenten van het bruto binnenlands produkt (BBP), opnieuw te dalen. Dat percentage is in tien jaar met een kwart gedaald, waardoor Nederland internationaal sterk achterop raakte. De universiteiten en onderzoeksorganisatie NWO constateren teleurgesteld dat dit kabinet nog steeds weinig doet om deze dalende trend te keren.

Enkele voor Delft interessante gebieden die voor stimulering in aanmerking komen zijn:

* Elektronische snelweg. Onderzoek mogelijkheden en gevolgen: 2 miljoen gulden (Mf).

* Transport-onderzoek. Een platform moet toekomstig onderzoek bedenken: 5 Mf.

* Detectie van mijnen. Samen met België: 7 Mf.

* Kust-onderzoek. Samenwerking huidige instituten: 6 Mf.

* Energie-onderzoek. Versterking universitair energie-onderzoek. Besparing en duurzame energie: 8 Mf.

* Natuurwetenschappen. Taakverdeling wiskunde. Deels ombuiging fysisch en chemisch onderzoek: geen geld, wel een commissie.
(HOPF.S.J.O.)

Belangrijke onderzoekthema’s krijgen meer geld. Vergrijsde vakgebieden krijgen een shot jonge hoogleraren. En wie jonge onderzoekers in vaste dienstneemt, moet mensen van elders voorrang geven boven ‘eigen kweek’.

In zijn Wetenschapsbudget meldt Ritzen dat het voorbij is met de verdelende rechtvaardigheid binnen de universiteiten, want die belemmert de ruimte voor ‘topkwaliteit’ en belangrijke nieuwe thema’s in het onderzoek. Het betoog is niet nieuw, maar de plannen zijn concreter dan voorheen. De universiteit die alles bij het oude laat, gaat geld verliezen. Zo heeft Ritzen na jaren discussies en verkenningen zeventien thema’s aangewezen die meer aandacht vereisen. Hij wil bijvoorbeeld dat de rechtenfaculteiten veel meer aandacht besteden aan de ‘grondslagen’ van het recht; dat wis- natuur- en scheikundigen landelijk taken gaan verdelen; en dat er een nieuw centrum voor verouderingsonderzoek komt. Een deel van zulke wensen zet Ritzen kracht bij met wat stimuleringsgeld, maar hij wil ook daden zien van de faculteiten. Zoniet, dan merken ze dat op den duur aan hun budget.

Ook het plan voor stimulering van ‘top-onderzoek’ is verre van vrijblijvend. Kern daarvan was dat universiteiten (VSNU) 100 miljoen gulden vrijmaken en dat NWO twintig-onderzoekscholen aanwijst die met dat geld toppers kunnen worden. De ene universiteit zou zo wat winnen en de andere wat verliezen, maar bij een aantal van twintig toppers zouden de verschuivingen elkaar wel uitmiddelen, was de gedachte.

Ritzen heeft dit plan verder aangescherpt. Hij wil een smallere en hogere top, met hoogstens tien scholen die samen 70 miljoen krijgen; de overige 30 miljoen is voor individuele uitblinkers, ook te selecteren door NWO. Deze aanpak leidt tot forsere geldverschuivingen tussen faculteiten en instellingen. Om ontslagen te voorkomen, heeft Ritzen begin volgende eeuw 45 miljoen gereserveerd voor opvang van overtollig geworden personeel.

Nieuw in het wetenschapsbudget is de aandacht voor human resources management, of het fris en beweeglijk houden van het onderzoekpersoneel. Zoals eerder gemeld gebeurt dat vooral door 10 miljoen per jaar te steken in extra plaatsen voor jonge hoogleraren; chemie bijt de spits af.

Daarnaast doet Ritzen een beroep op de universiteiten om bij vacatures vooral ,,vers bloed” aan te trekken. Hij wil zelfs dat ze voortaan als regel alleen nog mensen aanstellen die enkele jaren elders ervaring hebben opgedaan.

Intussen blijken de totale onderzoeksuitgaven van Nederland, gerekend in procenten van het bruto binnenlands produkt (BBP), opnieuw te dalen. Dat percentage is in tien jaar met een kwart gedaald, waardoor Nederland internationaal sterk achterop raakte. De universiteiten en onderzoeksorganisatie NWO constateren teleurgesteld dat dit kabinet nog steeds weinig doet om deze dalende trend te keren.

Enkele voor Delft interessante gebieden die voor stimulering in aanmerking komen zijn:

* Elektronische snelweg. Onderzoek mogelijkheden en gevolgen: 2 miljoen gulden (Mf).

* Transport-onderzoek. Een platform moet toekomstig onderzoek bedenken: 5 Mf.

* Detectie van mijnen. Samen met België: 7 Mf.

* Kust-onderzoek. Samenwerking huidige instituten: 6 Mf.

* Energie-onderzoek. Versterking universitair energie-onderzoek. Besparing en duurzame energie: 8 Mf.

* Natuurwetenschappen. Taakverdeling wiskunde. Deels ombuiging fysisch en chemisch onderzoek: geen geld, wel een commissie.
(HOPF.S.J.O.)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.