Campus

Verre reizen, veel verhalen (1)

Delft-Zuid. Waar alle treinen voorbij rijden. Of niet, want over vijf minuten arriveert de stoptrein naar Delft. Er ligt een fiets op het dak. Twee glaszetters vervangen de ruiten van het wachthok.

De motor van hun bestelbus laten ze draaien: iedereen wil hier zo snel mogelijk weer weg. Station Delft-Zuid heeft het grungy-uiterlijk van alle plaatsen waar mensen zo kort mogelijk verblijven.

Jolein van Hoogstraten vindt het wel prettig dat Delft twee stations heeft. Zonder dit station zou ze elke dag naar Delft Centraal moeten fietsen.

Kom je vaak op station Delft-Zuid?

,,Ja, elke dag. Ik studeer bedrijfskunde in Rotterdam, dus normaal ga ik de andere kant op. Maar ik had de trein net gemist, dus ik ga nu naar Delft om daar een sneltrein naar Rotterdam te nemen.”

Maak je op dit stuk nog wel eens wat mee?

,,Niets. Als je vaak ergens langs komt valt er niks meer op hè?”

Wat vind je van de sfeer op dit station?

,,Nul. Erg nul. ‘s Ochtends vroeg is het hier wel druk. Maar dan hebben de treinen ook altijd vertraging, dus dan lijkt het ook drukker.”

Eindelijk komt de stoptrein vanuit de ochtendmist het viaduct binnengereden. Jolein en de drie andere wachtenden stappen in. We reizen mee.

Jolein: ,,Mensen denken bij Delft-Zuid vaak al dat ze in Delft zijn, dan gaan ze hun tas inpakken en lopen naar de deuren.” Hoewel de trajectafstand volgens de NS nul kilometer bedraagt, trekt de trein enthousiast op.

,,Je ziet hier alleen maar graffiti langs het spoor. Er is echt niks te zien.”

De beschilderde golfplaatmuren van de NKF-fabriek vormen onze horizon. De trein remt alweer. Rechts een woonboulevard, links betonnige flats.

,,Oh, hier zijn die nieuwe huizen. Daar wil je toch niet wonen. Al die glazen puien als er alleen maar treinen langskomen? Het is daar best duur. De locatie is wel goed, maar het uitzicht… moet je zien.”

Uit de luidspreker klinkt mechanisch: ,,Delft. Station Delft.” De reis duurt nog geen twee minuten. En dan te bedenken dat een jaartrajectkaart 800 gulden kost.

Jolein stapt uit en loopt naar het andere perron. De sneltrein is alweer voorbij, dus moet ze alsnog de stoptrein naar Rotterdam nemen. Eerste halte: Delft-Zuid.

,,,

Er ligt een fiets op het dak. Twee glaszetters vervangen de ruiten van het wachthok. De motor van hun bestelbus laten ze draaien: iedereen wil hier zo snel mogelijk weer weg. Station Delft-Zuid heeft het grungy-uiterlijk van alle plaatsen waar mensen zo kort mogelijk verblijven.

Jolein van Hoogstraten vindt het wel prettig dat Delft twee stations heeft. Zonder dit station zou ze elke dag naar Delft Centraal moeten fietsen.

Kom je vaak op station Delft-Zuid?

,,Ja, elke dag. Ik studeer bedrijfskunde in Rotterdam, dus normaal ga ik de andere kant op. Maar ik had de trein net gemist, dus ik ga nu naar Delft om daar een sneltrein naar Rotterdam te nemen.”

Maak je op dit stuk nog wel eens wat mee?

,,Niets. Als je vaak ergens langs komt valt er niks meer op hè?”

Wat vind je van de sfeer op dit station?

,,Nul. Erg nul. ‘s Ochtends vroeg is het hier wel druk. Maar dan hebben de treinen ook altijd vertraging, dus dan lijkt het ook drukker.”

Eindelijk komt de stoptrein vanuit de ochtendmist het viaduct binnengereden. Jolein en de drie andere wachtenden stappen in. We reizen mee.

Jolein: ,,Mensen denken bij Delft-Zuid vaak al dat ze in Delft zijn, dan gaan ze hun tas inpakken en lopen naar de deuren.” Hoewel de trajectafstand volgens de NS nul kilometer bedraagt, trekt de trein enthousiast op.

,,Je ziet hier alleen maar graffiti langs het spoor. Er is echt niks te zien.”

De beschilderde golfplaatmuren van de NKF-fabriek vormen onze horizon. De trein remt alweer. Rechts een woonboulevard, links betonnige flats.

,,Oh, hier zijn die nieuwe huizen. Daar wil je toch niet wonen. Al die glazen puien als er alleen maar treinen langskomen? Het is daar best duur. De locatie is wel goed, maar het uitzicht… moet je zien.”

Uit de luidspreker klinkt mechanisch: ,,Delft. Station Delft.” De reis duurt nog geen twee minuten. En dan te bedenken dat een jaartrajectkaart 800 gulden kost.

Jolein stapt uit en loopt naar het andere perron. De sneltrein is alweer voorbij, dus moet ze alsnog de stoptrein naar Rotterdam nemen. Eerste halte: Delft-Zuid.

Er ligt een fiets op het dak. Twee glaszetters vervangen de ruiten van het wachthok. De motor van hun bestelbus laten ze draaien: iedereen wil hier zo snel mogelijk weer weg. Station Delft-Zuid heeft het grungy-uiterlijk van alle plaatsen waar mensen zo kort mogelijk verblijven.

Jolein van Hoogstraten vindt het wel prettig dat Delft twee stations heeft. Zonder dit station zou ze elke dag naar Delft Centraal moeten fietsen.

Kom je vaak op station Delft-Zuid?

,,Ja, elke dag. Ik studeer bedrijfskunde in Rotterdam, dus normaal ga ik de andere kant op. Maar ik had de trein net gemist, dus ik ga nu naar Delft om daar een sneltrein naar Rotterdam te nemen.”

Maak je op dit stuk nog wel eens wat mee?

,,Niets. Als je vaak ergens langs komt valt er niks meer op hè?”

Wat vind je van de sfeer op dit station?

,,Nul. Erg nul. ‘s Ochtends vroeg is het hier wel druk. Maar dan hebben de treinen ook altijd vertraging, dus dan lijkt het ook drukker.”

Eindelijk komt de stoptrein vanuit de ochtendmist het viaduct binnengereden. Jolein en de drie andere wachtenden stappen in. We reizen mee.

Jolein: ,,Mensen denken bij Delft-Zuid vaak al dat ze in Delft zijn, dan gaan ze hun tas inpakken en lopen naar de deuren.” Hoewel de trajectafstand volgens de NS nul kilometer bedraagt, trekt de trein enthousiast op.

,,Je ziet hier alleen maar graffiti langs het spoor. Er is echt niks te zien.”

De beschilderde golfplaatmuren van de NKF-fabriek vormen onze horizon. De trein remt alweer. Rechts een woonboulevard, links betonnige flats.

,,Oh, hier zijn die nieuwe huizen. Daar wil je toch niet wonen. Al die glazen puien als er alleen maar treinen langskomen? Het is daar best duur. De locatie is wel goed, maar het uitzicht… moet je zien.”

Uit de luidspreker klinkt mechanisch: ,,Delft. Station Delft.” De reis duurt nog geen twee minuten. En dan te bedenken dat een jaartrajectkaart 800 gulden kost.

Jolein stapt uit en loopt naar het andere perron. De sneltrein is alweer voorbij, dus moet ze alsnog de stoptrein naar Rotterdam nemen. Eerste halte: Delft-Zuid.