Opinion

Veranderziekte uit zich in uniforme jaarindeling

Sommigen zien de bereidheid om de organisatie in beweging te brengen als het ultieme kenmerk van de kwaliteit van die organisatie.

Ook onze universiteit schijnt hieraan te lijden. Een van de uiterlijke kenmerken van deze veranderziekte is het gestoei met de uniforme jaarindeling.

Geen zinnig mens zal de voordelen van een uniforme jaarindeling ter discussie willen stellen. Daarom heeft onze universiteit reeds jaren een uniforme jaarindeling. Deze bestaat uit vier onderwijsperioden.

Helaas is die periode niet bij alle faculteiten gelijk. Dat komt omdat er in het verleden verschillende wijzigingen geweest zijn in de uniformiteit van de jaarindeling. De ene uniforme jaarindeling was wat uniformer dan de andere. Dat de bereidheid van de faculteiten tot het volgen van wat wéér als uniform gepresenteerd werd daardoor afnam, was een voorspelbaar gevolg. Het kost zeer veel tijd om een draaiend studieprogramma elk jaar aan te passen. Tijd die ook besteed kan worden aan het verbeteren van de inhoud van de vakken.

Een argument voor de uniforme jaarindeling is dat studenten breed opgeleid kunnen worden, zo stelt Ino Paap in Delta van 27 november. Een student heeft meer keuzemogelijkheden. Helaas zit bij de meeste faculteiten het keuzedeel in de latere studiejaren, zodat deze argumentatie zeker niet geldt voor de propedeuse. Daarnaast is de kans groot dat een keuzevak geheel of gedeeltelijk parallel loopt met een verplicht vak van de eigen faculteit. Immers, de onderwijsperiode wordt wel gesynchroniseerd, maar de plaats van de vakken niet. Dit probleem blijft bij elke uniforme jaarindeling liggen.


Uitsmeren

Daarnaast introduceert de nieuwe jaarindeling extra problemen. Zo geef ik zelf een vak met een practicum. Uit enquêtes volgt dat dit practicum als waardevol wordt ervaren voor het inzicht in de stof. Door de kortere onderwijsperiode moet het practicum gedeeltelijk naar het volgend kwartaal worden geschoven. Theorie en praktijk zitten anders te kort op elkaar. Naar ik heb vernomen gaat dat bij meer vakken spelen.

Een zinvolle vraag is of studenten gebaat zijn bij een korter onderwijsblok of juist bij een langer. Deze vraag intrigeert mij al jaren. Vier jaar kreeg ik van mijn faculteit toestemming om een vak over twee kwartalen uit te smeren, in plaats van over één kwartaal. De resultaten zijn zeer goed te noemen. Na afloop van de collegeperiode slagen nu zo’n 25 procent méér studenten dan in de oude opzet. Ik heb er zorgvuldig voor gewaakt om de tentamens op hetzelfde niveau te houden.

Een ander aspect is dat het houden van tussentoetsen bij korte onderwijsperiodes vrijwel onmogelijk wordt. Tussentoetsen, zo hebben experimenten op Elektro geleerd, hebben een zeer positief effect op het studierendement.

Verder neemt het aantal voor tentamens beschikbare dagen af. Reeds nu is het vechten om de examenzalen. Het sportcentrum moetelk kwartaal omgebouwd worden en examens worden in lawaaiige hallen gehouden – hallen waar ook ander personenverkeer plaatsvindt. Om over geluidshinder en/of stank aan de Julianalaan maar niet te spreken. Waarschijnlijk moeten we nu dus ook de weekeinden gaan volplannen. Meer tentamenblokken, maar de examens per blok dichter op elkaar. Is dat wat we willen?

Onze topbestuurders gaan graag voor slagvaardig door. Dreigen met het afnemen van budgetten is een van de favoriete middelen om door te drukken. De uniforme jaarindeling in vijf blokken komt er dus. Op naar de volgende uniforme jaarindeling met, u raadt het al, grotere onderwijsblokken.
Loek Thijssen

Computerarchitectuur en digitale techniek, Elektrotechniek

,

Sommigen zien de bereidheid om de organisatie in beweging te brengen als het ultieme kenmerk van de kwaliteit van die organisatie. Ook onze universiteit schijnt hieraan te lijden. Een van de uiterlijke kenmerken van deze veranderziekte is het gestoei met de uniforme jaarindeling.

Geen zinnig mens zal de voordelen van een uniforme jaarindeling ter discussie willen stellen. Daarom heeft onze universiteit reeds jaren een uniforme jaarindeling. Deze bestaat uit vier onderwijsperioden.

Helaas is die periode niet bij alle faculteiten gelijk. Dat komt omdat er in het verleden verschillende wijzigingen geweest zijn in de uniformiteit van de jaarindeling. De ene uniforme jaarindeling was wat uniformer dan de andere. Dat de bereidheid van de faculteiten tot het volgen van wat wéér als uniform gepresenteerd werd daardoor afnam, was een voorspelbaar gevolg. Het kost zeer veel tijd om een draaiend studieprogramma elk jaar aan te passen. Tijd die ook besteed kan worden aan het verbeteren van de inhoud van de vakken.

Een argument voor de uniforme jaarindeling is dat studenten breed opgeleid kunnen worden, zo stelt Ino Paap in Delta van 27 november. Een student heeft meer keuzemogelijkheden. Helaas zit bij de meeste faculteiten het keuzedeel in de latere studiejaren, zodat deze argumentatie zeker niet geldt voor de propedeuse. Daarnaast is de kans groot dat een keuzevak geheel of gedeeltelijk parallel loopt met een verplicht vak van de eigen faculteit. Immers, de onderwijsperiode wordt wel gesynchroniseerd, maar de plaats van de vakken niet. Dit probleem blijft bij elke uniforme jaarindeling liggen.


Uitsmeren

Daarnaast introduceert de nieuwe jaarindeling extra problemen. Zo geef ik zelf een vak met een practicum. Uit enquêtes volgt dat dit practicum als waardevol wordt ervaren voor het inzicht in de stof. Door de kortere onderwijsperiode moet het practicum gedeeltelijk naar het volgend kwartaal worden geschoven. Theorie en praktijk zitten anders te kort op elkaar. Naar ik heb vernomen gaat dat bij meer vakken spelen.

Een zinvolle vraag is of studenten gebaat zijn bij een korter onderwijsblok of juist bij een langer. Deze vraag intrigeert mij al jaren. Vier jaar kreeg ik van mijn faculteit toestemming om een vak over twee kwartalen uit te smeren, in plaats van over één kwartaal. De resultaten zijn zeer goed te noemen. Na afloop van de collegeperiode slagen nu zo’n 25 procent méér studenten dan in de oude opzet. Ik heb er zorgvuldig voor gewaakt om de tentamens op hetzelfde niveau te houden.

Een ander aspect is dat het houden van tussentoetsen bij korte onderwijsperiodes vrijwel onmogelijk wordt. Tussentoetsen, zo hebben experimenten op Elektro geleerd, hebben een zeer positief effect op het studierendement.

Verder neemt het aantal voor tentamens beschikbare dagen af. Reeds nu is het vechten om de examenzalen. Het sportcentrum moetelk kwartaal omgebouwd worden en examens worden in lawaaiige hallen gehouden – hallen waar ook ander personenverkeer plaatsvindt. Om over geluidshinder en/of stank aan de Julianalaan maar niet te spreken. Waarschijnlijk moeten we nu dus ook de weekeinden gaan volplannen. Meer tentamenblokken, maar de examens per blok dichter op elkaar. Is dat wat we willen?

Onze topbestuurders gaan graag voor slagvaardig door. Dreigen met het afnemen van budgetten is een van de favoriete middelen om door te drukken. De uniforme jaarindeling in vijf blokken komt er dus. Op naar de volgende uniforme jaarindeling met, u raadt het al, grotere onderwijsblokken.
Loek Thijssen

Computerarchitectuur en digitale techniek, Elektrotechniek

Sommigen zien de bereidheid om de organisatie in beweging te brengen als het ultieme kenmerk van de kwaliteit van die organisatie. Ook onze universiteit schijnt hieraan te lijden. Een van de uiterlijke kenmerken van deze veranderziekte is het gestoei met de uniforme jaarindeling.

Geen zinnig mens zal de voordelen van een uniforme jaarindeling ter discussie willen stellen. Daarom heeft onze universiteit reeds jaren een uniforme jaarindeling. Deze bestaat uit vier onderwijsperioden.

Helaas is die periode niet bij alle faculteiten gelijk. Dat komt omdat er in het verleden verschillende wijzigingen geweest zijn in de uniformiteit van de jaarindeling. De ene uniforme jaarindeling was wat uniformer dan de andere. Dat de bereidheid van de faculteiten tot het volgen van wat wéér als uniform gepresenteerd werd daardoor afnam, was een voorspelbaar gevolg. Het kost zeer veel tijd om een draaiend studieprogramma elk jaar aan te passen. Tijd die ook besteed kan worden aan het verbeteren van de inhoud van de vakken.

Een argument voor de uniforme jaarindeling is dat studenten breed opgeleid kunnen worden, zo stelt Ino Paap in Delta van 27 november. Een student heeft meer keuzemogelijkheden. Helaas zit bij de meeste faculteiten het keuzedeel in de latere studiejaren, zodat deze argumentatie zeker niet geldt voor de propedeuse. Daarnaast is de kans groot dat een keuzevak geheel of gedeeltelijk parallel loopt met een verplicht vak van de eigen faculteit. Immers, de onderwijsperiode wordt wel gesynchroniseerd, maar de plaats van de vakken niet. Dit probleem blijft bij elke uniforme jaarindeling liggen.


Uitsmeren

Daarnaast introduceert de nieuwe jaarindeling extra problemen. Zo geef ik zelf een vak met een practicum. Uit enquêtes volgt dat dit practicum als waardevol wordt ervaren voor het inzicht in de stof. Door de kortere onderwijsperiode moet het practicum gedeeltelijk naar het volgend kwartaal worden geschoven. Theorie en praktijk zitten anders te kort op elkaar. Naar ik heb vernomen gaat dat bij meer vakken spelen.

Een zinvolle vraag is of studenten gebaat zijn bij een korter onderwijsblok of juist bij een langer. Deze vraag intrigeert mij al jaren. Vier jaar kreeg ik van mijn faculteit toestemming om een vak over twee kwartalen uit te smeren, in plaats van over één kwartaal. De resultaten zijn zeer goed te noemen. Na afloop van de collegeperiode slagen nu zo’n 25 procent méér studenten dan in de oude opzet. Ik heb er zorgvuldig voor gewaakt om de tentamens op hetzelfde niveau te houden.

Een ander aspect is dat het houden van tussentoetsen bij korte onderwijsperiodes vrijwel onmogelijk wordt. Tussentoetsen, zo hebben experimenten op Elektro geleerd, hebben een zeer positief effect op het studierendement.

Verder neemt het aantal voor tentamens beschikbare dagen af. Reeds nu is het vechten om de examenzalen. Het sportcentrum moetelk kwartaal omgebouwd worden en examens worden in lawaaiige hallen gehouden – hallen waar ook ander personenverkeer plaatsvindt. Om over geluidshinder en/of stank aan de Julianalaan maar niet te spreken. Waarschijnlijk moeten we nu dus ook de weekeinden gaan volplannen. Meer tentamenblokken, maar de examens per blok dichter op elkaar. Is dat wat we willen?

Onze topbestuurders gaan graag voor slagvaardig door. Dreigen met het afnemen van budgetten is een van de favoriete middelen om door te drukken. De uniforme jaarindeling in vijf blokken komt er dus. Op naar de volgende uniforme jaarindeling met, u raadt het al, grotere onderwijsblokken.
Loek Thijssen

Computerarchitectuur en digitale techniek, Elektrotechniek

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.