De ministers Wijers en Ritzen trekken veertig miljoen gulden uit om bèta- en techniekstudies aantrekkelijker te maken. Het bedrijfsleven moet eenzelfde bedrag opzij zetten.
Volgende week ondertekenen zij hierover afspraken.
Beide ministers willen een organisatie opzetten die bèta en techniek gaat stimuleren. Behalve zijzelf nemen ook de werkgevers, de universiteiten en het verzamelde beroepsonderwijs deel aan de organisatie.
De nieuwe organisatie wil in ieder geval ,,een halt toeroepen aan de huidige daling van de instroom” in bèta- en techniek-studies. Daarom moet al vanaf de basisschool een ‘technieklijn’ in het onderwijs komen. In alle lagen, tot en met hogeschool en universiteit, moeten projecten opgezet worden.
Technische universiteiten moeten er vooral voor zorgen dat meer studenten de eindstreep halen, stelt het werkplan. Aan bèta-faculteiten moet eerst nog een inhoudelijke discussie gevoerd worden over een bredere opzet van de studie.
Het nieuwe platform wil vooral aan het imago van de studies sleutelen; die zouden zwaar en saai zijn. Ook de banen van bèta’s blijken als eentonig en weinig dynamisch bekend te staan.
Overigens praten zes algemene universiteiten met minister Ritzen over het aantrekkelijker maken van hun bèta-studies. Daarover willen zij een convenant afsluiten. Volgens de zes moet daarin opgenomen worden dat de cursusduur van die studies verlengd wordt tot vijf jaar, even lang als veel techniekstudies.
Ritzen weigert daarvoor te betalen. Hij verwijst naar een wetsvoorstel dat universiteiten ruimte biedt zelf langere studies op te zetten. Dat wetsvoorstel , binnenkort door de Tweede Kamer behandeld, stelt strenge voorwaarden aan het verlengen van studies. Bovendien moeten universiteiten langere studies zelf betalen. (HOP/HOb)
De ministers Wijers en Ritzen trekken veertig miljoen gulden uit om bèta- en techniekstudies aantrekkelijker te maken. Het bedrijfsleven moet eenzelfde bedrag opzij zetten. Volgende week ondertekenen zij hierover afspraken.
Beide ministers willen een organisatie opzetten die bèta en techniek gaat stimuleren. Behalve zijzelf nemen ook de werkgevers, de universiteiten en het verzamelde beroepsonderwijs deel aan de organisatie.
De nieuwe organisatie wil in ieder geval ,,een halt toeroepen aan de huidige daling van de instroom” in bèta- en techniek-studies. Daarom moet al vanaf de basisschool een ‘technieklijn’ in het onderwijs komen. In alle lagen, tot en met hogeschool en universiteit, moeten projecten opgezet worden.
Technische universiteiten moeten er vooral voor zorgen dat meer studenten de eindstreep halen, stelt het werkplan. Aan bèta-faculteiten moet eerst nog een inhoudelijke discussie gevoerd worden over een bredere opzet van de studie.
Het nieuwe platform wil vooral aan het imago van de studies sleutelen; die zouden zwaar en saai zijn. Ook de banen van bèta’s blijken als eentonig en weinig dynamisch bekend te staan.
Overigens praten zes algemene universiteiten met minister Ritzen over het aantrekkelijker maken van hun bèta-studies. Daarover willen zij een convenant afsluiten. Volgens de zes moet daarin opgenomen worden dat de cursusduur van die studies verlengd wordt tot vijf jaar, even lang als veel techniekstudies.
Ritzen weigert daarvoor te betalen. Hij verwijst naar een wetsvoorstel dat universiteiten ruimte biedt zelf langere studies op te zetten. Dat wetsvoorstel , binnenkort door de Tweede Kamer behandeld, stelt strenge voorwaarden aan het verlengen van studies. Bovendien moeten universiteiten langere studies zelf betalen. (HOP/HOb)
Comments are closed.