Dat zou mooi zijn: een BBC-serie over de geschiedenis van design. Deskundig en enthousiasmerend aan elkaar gepraat door de Britse hoogleraar John Heskett, bekend van boeken als ‘Industrial Design’ (1980) en ‘Toothpicks and logos’ (2002).
Heskett kan dan in circa twaalf uur een tijdreis maken: van de speerpunten uit de prehistorie naar het ‘gepersonaliseerde ontwerp’ van de eenentwintigste eeuw. Afgelopen vrijdag legde Heskett (68) dat traject af in een half uur. De collegezaal puilde uit van de IO-studenten.
Volgens Heskett, sinds 2004 hoogleraar in Hongkong, is ontwerpen één van de zaken waarmee de mens zich onderscheidt van andere diersoorten. “Vogels bouwen toch nesten?”, merkte een student op. “Dat is waar”, aldus Heskett, “maar een pinguïn staat ‘s morgens niet op met de gedachte: ik word doodziek van dat eeuwige zwart en wit, laat ik iets anders bedenken.”
Heskett heeft een scherp oog voor continuïteit: een op de muren van Angkor Thom afgebeelde ossenkar die acht eeuwen later nog te vinden is op het platteland van Cambodja, een Romeinse glazen azijnfles die in dezelfde vierkante vorm nog Italiaanse maaltijden luister bijzet. Ontwerpers moeten regelmatig een duik nemen in het verleden, luidde de boodschap.
Het stimuleren van kwalitatief hoogstaand design kan Europese economieën helpen zich staande te houden tegenover reuzen als China, stelde Heskett. De Britse minister van financiën Gordon Brown liet zich over dit onderwerp door Heskett adviseren. “Dat Frankrijk 40 procent van de markt van sieraden en andere luxegoederen beheerst, is een kwestie van economisch beleid. De zonnekoning liet al de beste Europese ambachtslieden naar Versailles komen.”
Het vragenkwartiertje ging al snel over de stormachtige groei van de Chinese economie. “Moeten we dan maar allemaal naar China verhuizen?”, vroeg een studente quasi-wanhopig. Maar volgens Heskett is er niets onvermijdelijks aan de gevreesde ‘Chinese take-over‘. “In Europa bestaat een traditie van vrij denken, dat geeft jullie een voorsprong. Maar onderschat nooit de capaciteit van de Chinezen om te werken en te leren.” Leren van Heskett zelf, bijvoorbeeld: hij adviseert momenteel de communistische partij over het belang van design. “The world does not owe Europe a living“, hield Heskett de zaal voor.
Heskett was destijds de eerste in een working class-familie die kon gaan studeren, vertelt hij later die middag. Hij overwoog naar de kunstacademie te gaan, maar koos op advies van zijn vader voor de London School of Economics. Design kwam later op zijn pad.
Hij sprak met warmte over zijn nieuwe Chinese vrienden en collega’s, en over de voorbeeldige ondersteuning die hij vanaf zijn eerste college kreeg. “Mijn Amerikaanse vrouw en ik stellen ons dagelijks de vraag of we de Verenigde Staten, waar ik zo lang heb gewoond en gewerkt, missen. Het antwoord is nee.”
Heskett prees het omstreden gebouw dat architect Rem Koolhaas voor de Chinese staatstelevisie heeft ontworpen. “Het is toegankelijk voor het publiek. Zo’n klein stapje vooruit is nuttiger dan retoriek. Ja, China is een dictatuur, maar had een slecht gebouw daar iets aan veranderd?”
Joost Panhuysen
Dat zou mooi zijn: een BBC-serie over de geschiedenis van design. Deskundig en enthousiasmerend aan elkaar gepraat door de Britse hoogleraar John Heskett, bekend van boeken als ‘Industrial Design’ (1980) en ‘Toothpicks and logos’ (2002). Heskett kan dan in circa twaalf uur een tijdreis maken: van de speerpunten uit de prehistorie naar het ‘gepersonaliseerde ontwerp’ van de eenentwintigste eeuw. Afgelopen vrijdag legde Heskett (68) dat traject af in een half uur. De collegezaal puilde uit van de IO-studenten.
Volgens Heskett, sinds 2004 hoogleraar in Hongkong, is ontwerpen één van de zaken waarmee de mens zich onderscheidt van andere diersoorten. “Vogels bouwen toch nesten?”, merkte een student op. “Dat is waar”, aldus Heskett, “maar een pinguïn staat ‘s morgens niet op met de gedachte: ik word doodziek van dat eeuwige zwart en wit, laat ik iets anders bedenken.”
Heskett heeft een scherp oog voor continuïteit: een op de muren van Angkor Thom afgebeelde ossenkar die acht eeuwen later nog te vinden is op het platteland van Cambodja, een Romeinse glazen azijnfles die in dezelfde vierkante vorm nog Italiaanse maaltijden luister bijzet. Ontwerpers moeten regelmatig een duik nemen in het verleden, luidde de boodschap.
Het stimuleren van kwalitatief hoogstaand design kan Europese economieën helpen zich staande te houden tegenover reuzen als China, stelde Heskett. De Britse minister van financiën Gordon Brown liet zich over dit onderwerp door Heskett adviseren. “Dat Frankrijk 40 procent van de markt van sieraden en andere luxegoederen beheerst, is een kwestie van economisch beleid. De zonnekoning liet al de beste Europese ambachtslieden naar Versailles komen.”
Het vragenkwartiertje ging al snel over de stormachtige groei van de Chinese economie. “Moeten we dan maar allemaal naar China verhuizen?”, vroeg een studente quasi-wanhopig. Maar volgens Heskett is er niets onvermijdelijks aan de gevreesde ‘Chinese take-over‘. “In Europa bestaat een traditie van vrij denken, dat geeft jullie een voorsprong. Maar onderschat nooit de capaciteit van de Chinezen om te werken en te leren.” Leren van Heskett zelf, bijvoorbeeld: hij adviseert momenteel de communistische partij over het belang van design. “The world does not owe Europe a living“, hield Heskett de zaal voor.
Heskett was destijds de eerste in een working class-familie die kon gaan studeren, vertelt hij later die middag. Hij overwoog naar de kunstacademie te gaan, maar koos op advies van zijn vader voor de London School of Economics. Design kwam later op zijn pad.
Hij sprak met warmte over zijn nieuwe Chinese vrienden en collega’s, en over de voorbeeldige ondersteuning die hij vanaf zijn eerste college kreeg. “Mijn Amerikaanse vrouw en ik stellen ons dagelijks de vraag of we de Verenigde Staten, waar ik zo lang heb gewoond en gewerkt, missen. Het antwoord is nee.”
Heskett prees het omstreden gebouw dat architect Rem Koolhaas voor de Chinese staatstelevisie heeft ontworpen. “Het is toegankelijk voor het publiek. Zo’n klein stapje vooruit is nuttiger dan retoriek. Ja, China is een dictatuur, maar had een slecht gebouw daar iets aan veranderd?”
Joost Panhuysen
Comments are closed.