Studenten gaan gewoon op kamers, met of zonder basisbeurs. En dat doen ze vooral in de uithoeken van het land, meldt de redactie van de Keuzegids Universiteiten die volgende week verschijnt.
In Wageningen, Groningen, Maastricht en Enschede gaat tachtig à negentig procent van de universitaire studenten op kamers. Dat is wel anders aan de Vrije Universiteit Amsterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam: van hun studenten woont minder dan zestig procent op zichzelf.
De Keuzegids wilde wel eens weten of eerstejaars studenten echt niet meer op kamers durven gaan nu ze geen basisbeurs meer krijgen. Daar ontstond in september ophef over: volgens studentenhuisvesters blijven veel jongeren bij hun ouders wonen. Maar uit de steden zelf klonk ongeloof: ze merkten er niets van.
De Keuzegids zocht het antwoord in de Nationale Studenten Enquête, waarin twintigduizend eerstejaars zijn ondervraagd. Er blijkt weinig veranderd. In het eerste studiejaar wonen nog altijd twee op de drie hbo-studenten bij hun ouders thuis, net als bijna twee op de vijf universitaire eerstejaars.
Van de ouderejaars woont nog maar de helft van de hbo’ers bij zijn ouders en een kwart van de wo-studenten. Ook daarin is al jaren geen grote verandering waar te nemen.
De Keuzegids Universiteiten verschijnt volgende week. Daarin kunnen studiekiezers kijken hoe opleidingen presteren: zijn studenten tevreden, wat denken deskundigen ervan en hoe is het vooruitzicht op de arbeidsmarkt?
Comments are closed.