Education

Universiteitsraad verdwijnt

De universiteitsraad verdwijnt. In plaats daarvan krijgen universiteiten de keuze tussen een ondernemingsraad of een medezeggenschapsraad. De colleges van bestuur moeten in het vervolg financieel verantwoording afleggen aan een door de minister benoemde Raad van Toezicht.

De vakgroepen verliezen al hun rechten.

Dat staat in een wetsvoorstel voor een nieuwe universitaire bestuursstructuur, waarmee het kabinet afgelopen vrijdag akkoord is gegaan. Minister Ritzen wil de besluitvorming aan de universiteiten ‘moderniseren’. Hij vindt dat in de huidige structuur het eigenbelang van studenten en personeel een slagvaardig bestuur in de weg staat.

Studenten en personeel verliezen in ieder geval hun positie als medebestuurder van de universiteit. Het meest vergaand gebeurt dat als wordt gekozen voor een ondernemingsraad. In dat model krijgen studenten en personeel ieder hun eigen inspraakorgaan. Komt er een medezeggenschapsraad, dan blijven studenten en personeel net als nu deel uitmaken van één raad. Naast adviesrecht krijgen de partijen instemmingsrecht. De beslissing of er een ondernemingsraad of een medezeggenschapsraad komt, wordt in handen gelegd van de colleges van bestuur. De keuze moet iedere vijf jaar heroverwogen worden.

Boven de colleges van bestuur komt in de nieuwe situatie een Raad van Toezicht te staan. De leden daarvan worden benoemd door de minister zelf. Op zijn beurt benoemt de Raad van Toezicht de leden van de colleges van bestuur. Die gang van zaken heeft tot de verdenking geleid dat Ritzen een sterkere bestuurlijke greep wil krijgen op de universiteiten. De bewindsman zelf ziet deze stap echter als vergroting van de afstand tussen overheid en instellingen.

Ook op lagere bestuursniveau’s wordt stevig ingegrepen. Per studierichting kunnen universiteiten een opleidingsdirecteur of een opleidingsbestuur aanstellen. Directeur of bestuur worden verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken bij een opleiding. Op hun beurt moeten zij zich weer verantwoorden bij de decaan van de faculteit. De macht van de vakgroep vervalt met deze constructie geheel. Niet uitgesloten wordt dat studenten deel mogen uitmaken van een opleidingsbestuur.

Onderzoekscholen worden zelfstandiger. Zij kunnen straks naast de faculteiten bestaan met een eigen verantwoordelijkheid voor beheer en bestuur. Ritzen vindt het voor de hand liggen dat zij dan ook eigen medezeggenschapsraden krijgen. Ook in dit geval moeten de colleges van bestuur iedere vijf jaar bekijken of verandering van de situatie wenselijk is.

De studenten krijgen, in ruil voor het verlies aan invloed, meer mogelijkheden om te klagen over de kwaliteit van het onderwijs. De opleidingsdirecteur of het opleidingsbestuur kunnen zij er via de opleidingscommissie direct op aanspreken. Daarnaast krijgen zij het recht om collectief te klagen bij dedecaan van de faculteit als de kwaliteit van hun opleiding onder de maat is. Nu kan dat alleen op individuele basis.
Verbolgen

De studentenorganisaties LSVb en ISO reageren verbolgen over ,,de afbraak van 25 jaar universitaire democratie”. Zij beschouwen de verbeterde mogelijkheden om hun instelling aan te spreken op de kwaliteit van het onderwijs als een zoethoudertje. Ritzen zou het ‘studeerbaarheidsakkoord’, dat hij eind juni met hen sloot, misbruiken. De bewindsman zelf liet afgelopen week weten dat de nieuwe situatie vooral een kwestie van wennen is.

Universitaire bestuurders hebben positief gereageerd. Verscheidene voorzitters van colleges van bestuur prijzen de ‘toegenomen zakelijkheid’. Ook verwelkomen zij ,,dat nu duidelijker wordt wie waarvoor verantwoordelijk is”. (HOP/M.W.)

Marcel Wiegman

De universiteitsraad verdwijnt. In plaats daarvan krijgen universiteiten de keuze tussen een ondernemingsraad of een medezeggenschapsraad. De colleges van bestuur moeten in het vervolg financieel verantwoording afleggen aan een door de minister benoemde Raad van Toezicht. De vakgroepen verliezen al hun rechten.

Dat staat in een wetsvoorstel voor een nieuwe universitaire bestuursstructuur, waarmee het kabinet afgelopen vrijdag akkoord is gegaan. Minister Ritzen wil de besluitvorming aan de universiteiten ‘moderniseren’. Hij vindt dat in de huidige structuur het eigenbelang van studenten en personeel een slagvaardig bestuur in de weg staat.

Studenten en personeel verliezen in ieder geval hun positie als medebestuurder van de universiteit. Het meest vergaand gebeurt dat als wordt gekozen voor een ondernemingsraad. In dat model krijgen studenten en personeel ieder hun eigen inspraakorgaan. Komt er een medezeggenschapsraad, dan blijven studenten en personeel net als nu deel uitmaken van één raad. Naast adviesrecht krijgen de partijen instemmingsrecht. De beslissing of er een ondernemingsraad of een medezeggenschapsraad komt, wordt in handen gelegd van de colleges van bestuur. De keuze moet iedere vijf jaar heroverwogen worden.

Boven de colleges van bestuur komt in de nieuwe situatie een Raad van Toezicht te staan. De leden daarvan worden benoemd door de minister zelf. Op zijn beurt benoemt de Raad van Toezicht de leden van de colleges van bestuur. Die gang van zaken heeft tot de verdenking geleid dat Ritzen een sterkere bestuurlijke greep wil krijgen op de universiteiten. De bewindsman zelf ziet deze stap echter als vergroting van de afstand tussen overheid en instellingen.

Ook op lagere bestuursniveau’s wordt stevig ingegrepen. Per studierichting kunnen universiteiten een opleidingsdirecteur of een opleidingsbestuur aanstellen. Directeur of bestuur worden verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken bij een opleiding. Op hun beurt moeten zij zich weer verantwoorden bij de decaan van de faculteit. De macht van de vakgroep vervalt met deze constructie geheel. Niet uitgesloten wordt dat studenten deel mogen uitmaken van een opleidingsbestuur.

Onderzoekscholen worden zelfstandiger. Zij kunnen straks naast de faculteiten bestaan met een eigen verantwoordelijkheid voor beheer en bestuur. Ritzen vindt het voor de hand liggen dat zij dan ook eigen medezeggenschapsraden krijgen. Ook in dit geval moeten de colleges van bestuur iedere vijf jaar bekijken of verandering van de situatie wenselijk is.

De studenten krijgen, in ruil voor het verlies aan invloed, meer mogelijkheden om te klagen over de kwaliteit van het onderwijs. De opleidingsdirecteur of het opleidingsbestuur kunnen zij er via de opleidingscommissie direct op aanspreken. Daarnaast krijgen zij het recht om collectief te klagen bij dedecaan van de faculteit als de kwaliteit van hun opleiding onder de maat is. Nu kan dat alleen op individuele basis.
Verbolgen

De studentenorganisaties LSVb en ISO reageren verbolgen over ,,de afbraak van 25 jaar universitaire democratie”. Zij beschouwen de verbeterde mogelijkheden om hun instelling aan te spreken op de kwaliteit van het onderwijs als een zoethoudertje. Ritzen zou het ‘studeerbaarheidsakkoord’, dat hij eind juni met hen sloot, misbruiken. De bewindsman zelf liet afgelopen week weten dat de nieuwe situatie vooral een kwestie van wennen is.

Universitaire bestuurders hebben positief gereageerd. Verscheidene voorzitters van colleges van bestuur prijzen de ‘toegenomen zakelijkheid’. Ook verwelkomen zij ,,dat nu duidelijker wordt wie waarvoor verantwoordelijk is”. (HOP/M.W.)

Marcel Wiegman

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.