Education

Universiteiten mogen schakelaars niet uitmelken

Universiteiten mogen schakelstudenten niet uitmelken: voor gewone schakelprogramma’s geldt het lage collegegeld, stelt staatssecretaris Zijlstra. Maar hoe zit het met een afgestudeerde bachelor Frans die een master natuurkunde wil volgen?

Het is misschien wel de crux van het bachelor-masterstelsel: de overstap. Na hun bachelorprogramma kunnen studenten uit allerlei verschillende masteropleidingen kiezen, zolang die maar enigszins op hun bachelorstudie aansluiten. Soms moeten ze nog een schakelprogramma volgen voordat ze aan de slag kunnen.

De praktijk is minder ideaal, blijkt uit de duizenden euro’s die sommige studenten komend studiejaar voor hun schakelprogramma’s moeten gaan betalen. De tarieven lopen op tot 200 euro per studiepunt.

Het roept vragen op. Wanneer heb je een schakelprogramma nodig en wanneer niet? Hoe omvangrijk moet dat programma zijn? Wat moeten studenten ervoor betalen?

De vorige minister van OCW, Ronald Plasterk van de PvdA, had daar een eenvoudige opvatting over. Voor schakelprogramma’s moest altijd het lage tarief gelden en de universiteiten kregen er geen noemenswaardige bekostiging voor. Dan zouden ze er vanzelf wel voor zorgen dat de programma’s kort en bondig bleven. Want als je voor de schakelprogramma’s (of ‘premasters’, ‘schakeltrajecten’ of ‘summercourses’) extra gaat betalen, zullen die al snel in omvang toenemen, voorspelde Plasterk.

Zijn opvolger zit nu met een definitieprobleem, bleek gisteren in de Tweede Kamer. Wanneer spreek je nog van een schakelprogramma en wanneer is er eigenlijk sprake van een kleine vooropleiding? Zoals Zijlstra zei: een student die een bachelor Frans heeft gevolgd, kan niet zomaar overstappen naar een masteropleiding natuurkunde, ook niet na een ‘schakeltraject’: dat traject is dan een verkapte nieuwe vooropleiding.

Een extreem voorbeeld, erkent ook Zijlstra. De meeste problemen bevinden zich juist in het schemergebied: hoeveel moet je schakelen om van politicologie naar sociologie over te stappen? Of van hbo-rechten naar een juridische master?

Gisteren vertelde Jesse Klaver van GroenLinks dat hijzelf de hbo-opleiding social work had gevolgd: voordat hij een verwante universitaire masteropleiding mocht volgen, zoals sociologie of politicologie, moest hij een jaar schakelen. Hij was bang dat die route in de toekomst te duur zou zijn. Volgens Klavers CV heeft hij overigens het schakelprogramma ‘Europese politiek’ niet afgemaakt.

Zijlstra liet zich niet verleiden tot harde toezeggingen, laat staan dat hij universiteitenvereniging VSNU nu al ter verantwoording roept vanwege de hoge tarieven voor schakeljaren. Studenten moeten maar waarschuwen als universiteiten misbruik maken van de schakelaars, vindt hij. “Als blijkt dat er sprake is van instellingscollegegeld bij wat je normale schakelprogramma’s mag noemen, zal ik een stevig gesprek moeten voeren met de VSNU, omdat dit niet in overeenstemming is met de afspraken die in het verleden tussen mijn ambtsvoorganger en de VSNU zijn gemaakt.”

Vanwaar dit onderzoek naar politieke besluitvorming rondom Schiphol?
Jan Anne Annema: “Het is het promotieonderzoek van Menno Huys naar hoe beleid omgaat met onderzoek. Hij koos Schiphol omdat het een langdurig en controversieel onderwerp is waarbij veel partijen zijn betrokken.”

Wat kwamen jullie zoal tegen?
“Verkeer en Waterstaat gebruikte onderzoek om het hoofddoel – groei van Schiphol – mogelijk te maken. Dat gebeurde met meerdere strategieën: je gebruikt onderzoek selectief, alles wat kritisch is wordt niet doorgegeven aan de Tweede Kamer, je zet onderzoekers onder druk om meetresultaten en titels aan te passen, je stelt bepaalde vragen niet. Groei was primair en geluid secundair.”

Schrok u hiervan?
“Nee, het is heel logisch. Het gebeurt heel veel. Het is een grijs gebied. Onderzoek is vaak niet zeker: er is ruimte in je conclusies en data. Ik heb zelf ook wel eens conclusies aangepast en verwaterd: het is natuurlijk ook zo dat je soms andere conclusies kunt trekken. Wel zagen we bijvoorbeeld: ‘je krijgt geen onderzoeksgeld’ of ‘zeg maar wat ik wil horen, anders heb je een probleem’.”

Deden onderzoekers dat?
“Dat kunnen we niet zien, maar wel het volgende: stel een rapport heeft twee conclusies. De minister zegt dan: ‘laat die tweede maar even zitten en werk die over drie maanden uit’, maar dan is het Kamerdebat al geweest. Men zegt niet: ‘doe maar niet’, maar: ‘doe maar later’. Heel subtiel. Het is een illusie om te denken dat je het beter kunt maken door nog onafhankelijker onderzoek.”

Hoe betrouwbaar is onderzoek nog?
“Ik denk dat er nog steeds heel betrouwbaar wetenschappelijk onderzoek is. Je hebt weliswaar reviews en dergelijke, maar dit gebeurt. It’s a fact of life.”
Universiteiten zijn steeds afhankelijker van contractonderzoek.
“Je moet een percentage onderzoekers binnen de universiteit hebben die los van welke financier en los van de waan van de dag onderzoek doet. Je moet uitkijken voor de gekte dat alles toepasbaar moet zijn. Dat mag wel, maar dat geldt niet voor al het onderzoek. Een mooie mix lijkt me prima. Misschien bevrucht het elkaar. Ik zie hier aan de TU dat mensen volstrekt onafhankelijk durven analyseren wat ze willen.”

Hoe kunnen onderzoekers zich wapenen?
“Ontzettend eigenwijs zijn. Als je in alle oprechtheid iets hebt geanalyseerd, moet je dat kunnen opschrijven. Of het wordt gebruikt doet er niet toe, als je het maar kunt opschrijven. Als het maar aanwezig is en voor iedereen beschikbaar.”

Wat kan de Tweede Kamer doen?
“Die geluidsnormering is onvoorstelbaar ingewikkeld. Het dossier Schiphol begon met goede bedoelingen, maar is bijna niet meer te volgen. Eigenlijk zou je alles moeten weggooien en opnieuw beginnen. Als je als Nederland een goede luchthaven wilt, moet je wat accepteren en het eerlijk zeggen. Nu krijg je van die etterige onderzoekers van de TU die zeggen dat je de boel manipuleert, dat roep je over jezelf af.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.