Campus

Una-bombers

Vandaag was ik expert in een panel.De bijeenkomst werd georganiseerd door een studievereniging die me met uiterste voorkomendheid behandelde.

Ze hadden zelfs geopperd dat ze klaar zouden staan op het perron om mij te begeleiden naar de locatie.

De sprekers namen plaats achter een lange tafel en het publiek druppelde binnen. De niet-studenten herkende ik meteen. Een vriend van mij noemt dit type bezoekers ‘Una-bombers’. Ze zijn onverzorgd en dragen een linnen tasje van de bibliotheek kruislings over hun buik en bezoeken elke lezing, panel en happening van hun provinciestad.

Het merendeel van de studenten droeg een pak met das. Ik kom nog maar zelden in omgevingen met mannen in jasje-dasje. Als ze al een pak dragen, is het zonder das. Hier keek ik aan tegen een woud van stropdassen. Ook de meisjes droegen grijze pakken, broek en jasje, inclusief bordeauxrode stropdassen.

Het was een levendige discussie. Vrijwel alle aanwezigen vónden iets van het onderwerp met jaloersmakende stelligheid. Ik bracht af en toe feiten, nuanceringen en alternatieve perspectieven aan, dat was mijn rol als wetenschapper. Een comfortabele rol, te meer ik niet echt een mening had, zeker niet zo stellig als de deelnemers aan het debat.

De studenten waren begaan met de toestand in Nederland en in de wereld, ze waren belezen en konden zich uitstekend uitdrukken. Studenten met engagement, ze bestaan dus nog.

Na afloop werd ik gevraagd voor een borrel. Daar vroeg ik aan een meisje met donkerblauwe stropdas of zij ook in het bestuur zat van de studievereniging die deze bijeenkomst had georganiseerd.

“Nee, ik zit bij Dignitas, een heel andere vereniging. Maar ja, er waren zo weinig mensen, dat ze onze vereniging opbelden met de vraag of we met zo veel mogelijk leden in de zaal zouden kunnen komen zitten.”

Willemijn Dicke

Vandaag was ik expert in een panel.

De bijeenkomst werd georganiseerd door een studievereniging die me met uiterste voorkomendheid behandelde. Ze hadden zelfs geopperd dat ze klaar zouden staan op het perron om mij te begeleiden naar de locatie.

De sprekers namen plaats achter een lange tafel en het publiek druppelde binnen. De niet-studenten herkende ik meteen. Een vriend van mij noemt dit type bezoekers ‘Una-bombers’. Ze zijn onverzorgd en dragen een linnen tasje van de bibliotheek kruislings over hun buik en bezoeken elke lezing, panel en happening van hun provinciestad.

Het merendeel van de studenten droeg een pak met das. Ik kom nog maar zelden in omgevingen met mannen in jasje-dasje. Als ze al een pak dragen, is het zonder das. Hier keek ik aan tegen een woud van stropdassen. Ook de meisjes droegen grijze pakken, broek en jasje, inclusief bordeauxrode stropdassen.

Het was een levendige discussie. Vrijwel alle aanwezigen vónden iets van het onderwerp met jaloersmakende stelligheid. Ik bracht af en toe feiten, nuanceringen en alternatieve perspectieven aan, dat was mijn rol als wetenschapper. Een comfortabele rol, te meer ik niet echt een mening had, zeker niet zo stellig als de deelnemers aan het debat.

De studenten waren begaan met de toestand in Nederland en in de wereld, ze waren belezen en konden zich uitstekend uitdrukken. Studenten met engagement, ze bestaan dus nog.

Na afloop werd ik gevraagd voor een borrel. Daar vroeg ik aan een meisje met donkerblauwe stropdas of zij ook in het bestuur zat van de studievereniging die deze bijeenkomst had georganiseerd.

“Nee, ik zit bij Dignitas, een heel andere vereniging. Maar ja, er waren zo weinig mensen, dat ze onze vereniging opbelden met de vraag of we met zo veel mogelijk leden in de zaal zouden kunnen komen zitten.”

Willemijn Dicke

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.