Campus

Uitpakken, inpakken en wegwezen

Luieren op het strand en terrasjes pakken? Twintig Delftse masterstudenten deden deze zomer eens wat anders.
Ze reisden naar Zuidoost-Azië om veldonderzoek te doen voor Nederlandse bedrijven. “Dit is de kroon op mijn studententijd.”


Stichting International Research Projects Delft stuurt sinds 2008 ambitieuze masterstudenten de wereld rond om twee maanden veldonderzoek te doen in opkomende markten.  Bedrijven steken hier geld en tijd in omdat ze op deze manier vrijblijvend kennis kunnen maken met getalenteerde studenten en zich in Delft op de kaart zetten als werkgever. Daarnaast ontvangen ze een rapport met aanbevelingen over hoe je bedrijfsactiviteiten in een ver ontwikkelingsland beter op orde krijgt.

Deze zomer gingen studenten voor Heineken, Philips, Allseas, Petrofac en Fugro aan de slag in een tiental landen in Zuidoost-Azië. De onderwerpen liepen wijd uiteen. Van bier brouwen op Papoea Nieuw Guinea tot de fabricage van goedkope strijkijzers in Indonesië. Meedoen aan zo’n project, staat goed op je cv. Je werkt samen met andere studenten in een multidisciplinair team aan een groot project, je leert bedrijven van binnenuit kennen, spreekt met ceo’s, cfo’s en chief engineers en je leert totaal andere culturen kennen.



Meer informatie op www.irpdelft.nl

Thee drinken in Indonesië
Thee drinken in Indonesië

Thee drinken in Indonesië


Bodemonderzoeker Fugro ondervindt hevige concurrentie in Zuidoost-Azië. Onderzoeksapparatuur wordt alsmaar goedkoper waardoor er steeds meer kapers op de kust komen. Bram Mulder, student flight performance & propulsion (Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek), en zijn drie metgezellen plozen in opdracht van Fugro uit hoe de markt voor bodemonderzoek in die regio in elkaar steekt door interviews af te nemen met concurrerende bedrijven en klanten van Fugro. “Het verbaasde ons dat we zo hartelijk werden ontvangen door de concurrenten. De Fugro-leiding in Singapore kende de etiquette. Iemand van Fugro Singapore was meegevlogen naar Jakarta om ons te introduceren bij een concurrerend bedrijf. Hij bleef tien minuten om zijn blijk van waardering te tonen. Daarna vloog hij direct weer terug. Persoonlijk contact is heel belangrijk in Zuidoost-Azië. Zoiets zie je in Nederland niet snel. Bij de omgang met een klant is het ook belangrijk dat je laat zien dat er niets boven jouw relatie met hem gaat. Als hij belt met een vraag, dan moet je die niet telefonisch afhandelen, maar langsgaan en thee komen drinken. Je moet alles waar je mee bezig bent uit je handen laten vallen omwille van de klant.” Mulder beschouwt het project als een goede afsluiting van zijn studententijd. “Het is de kroon op mijn studententijd. Het samenwerken in teamverband is heel mooi. Je leert vooral je soft skills goed gebruiken. En je leert hoe je het probleem moet afbakenen en convergeren, waarna je het later weer kunt uitbreiden. Ik ben blij dat ik mijn skills heb kunnen inzetten in dit vette bedrijf.”

Praten onder de mangoboom
Praten onder de mangoboom

Praten onder de mangoboom


Een cassaveknol? Die hadden ze nog nooit van hun leven gezien. Twee maanden nadat ze aan hun project begonnen, hebben Elise de Reus en haar teamgenoten zelf knollen uitgegraven, een logistiek netwerk opgezet voor de inzameling ervan en weten ze hoe je er bier van maakt. Dit alles voor Heineken-dochter South Pacific Brewery op Papoea Nieuw Guinea. “Om duurzaamheidsredenen wil dit bedrijf een deel van het mout, een ingrediënt dat het importeert uit Australië, vervangen door cassave dat lokaal door kleine boeren wordt verbouwd”, vertelt De Reus, die de master biochemical engineering volgt. “Dat kan tot tien procent zonder dat het bier van smaak verandert. Maar hoe zorg je voor voldoende aanvoer van cassave naar de brouwerij? De boeren produceren er nu nog onvoldoende van. Daarbij komt dat Papoea Nieuw Guinea een ontwikkelingsland is met veel bos, bergen en wegen die niet altijd begaanbaar zijn. Gelukkig ontdekten we een kippenbedrijf dat een groot deel van zijn kippen opkoopt bij kleine boeren. Dat bedrijf heeft al een heel netwerk met trucks. Ons voorstel is om die gemeenschappen ook cassave te laten leveren.” De studenten volgden de kippenroute en gingen op bezoek bij dorpelingen om het idee te bespreken. “Het voor Papoea Nieuw Guinea zo kenmerkende systeem van ‘wantok’ (one talk), waarbij gemeenschappen verdeeld zijn volgens taalgroepen, zorgt voor sterke banden binnen gemeenschappen. We hebben die culturele context voor ons project goed moeten bestuderen. Het wantok-systeem bemoeilijkt het zakendoen soms omdat er veel gevoeligheden zijn tussen de clans. Het voordeel is dat nieuws zich door het wantok-systeem als een lopend vuurtje verspreidt. Ik denk dat het echt gaat lukken. De bereidwilligheid van de brouwerij is er ook. Het is echt heel vet.”

Gegiechel in de strijkboutenfabriek
Gegiechel in de strijkboutenfabriek

Gegiechel in de strijkboutenfabriek


Het gegiechel liet nooit lang op zich wachten. Oude blanke mannen, die hadden de fabrieksdames in de assemblagehal voor strijkbouten weleens gezien. Net als Indiërs en mannen uit Singapore. Maar drie jonge blanke mannen en een jonge blanke vrouw die door de fabriek lopen en hen het hemd van het lijf vragen; dat waren ze niet gewend. Maurits van der Donk, student systems engineering, moet lachen als hij terugdenkt aan het onderzoek dat hij met zijn teamgenoten uitvoerde voor de strijkboutenfabriek van Philips op het Indonesische eiland Batam. “We hebben ontzettend veel mensen ontmoet. En werden ook uitgenodigd om bij ze te komen eten.” De studenten moesten de productiekosten bepalen van het goedkoopste strijkijzer dat ze maken in ’s werelds grootste strijkijzerfabriek. “En vervolgens bedenken hoe het nog goedkoper kan. Machines draaien voor verschillende modellen en mensen werken aan verschillende types. En dan heb je ook nog water- en energieverbruik. Hoe bepaal je welke kosten gemaakt worden voor één soort strijkijzer? We hebben veel langs de lopende band gestaan en geobserveerd. Voor vertrek zijn we in de scheerapparatenfabriek van Philips in Drachten geweest. We dachten dat we ze hier met onze achtergrondkennis wel op verbeteringen zouden kunnen wijzen. Maar we keken onze ogen uit. Elke afdeling heeft wat van de ander nodig. De communicatie daarover gaat via briefjes en dat werkt heel efficiënt. De onderdelen gaan continu door de fabriek rond. Toch hebben we wel wat suggesties voor het verlagen van de kosten. Zo kan de strijkbout bijvoorbeeld goedkoper door er een duurdere thermostaat in te doen. Die is nauwkeuriger en daardoor kun je af met een dunnere aluminium strijkplaat. Ik had nooit gedacht dat ik strijkboutexpert zou worden. ‘Wat doe ik hier’, dacht ik in het begin. Normaal ben ik met veel abstractere dingen bezig. Maar het is goed om in een totaal onbekende omgeving aan de slag te gaan en in teamverband voldoende kennis op te bouwen over iets waar je niets van af wist.”

Gas to liquid; de touwtjes aan elkaar knopen
Gas to liquid; de touwtjes aan elkaar knopen

Gas to liquid; de touwtjes aan elkaar knopen


“De chief operating officer uit Singapore is eerst naar Delft gekomen, evenals een van de hoofdingenieurs uit Londen. We hebben gebrainstormd en vanaf dat moment zijn we losgegaan”, vertelt Gilles Louwerens telefonisch vanuit Singapore. De student petroleum engineering & geosciences onderzoekt daar samen met drie andere studenten een technologie waarmee aardgas omgezet kan worden in olie. Dat doen ze in opdracht van Petrofac, een dienstverlener in de olie- en gasindustrie. “Het idee is om deze technologie toe te passen op schepen die olie en gas behandelen en opslaan, zogenaamde FPSO’s (Floating Production, Storage and Offloading). Het probleem waar deze schepen – vaak omgebouwde olietankers – mee kampen, is dat er bij de winning van olie ook veel gas naar boven komt. Dat aardgas fakkelen ze af omdat er geen gasleidingen zijn. Ja, ze zouden het terug de grond in kunnen pompen. Maar dat is weggegooid geld. Het gaat wereldwijd om enorme hoeveelheden; het equivalent aan dertig procent van de jaarlijkse gasconsumptie in Europa. Gas to liquid-technologie zou de oplossing kunnen zijn. Maar het is offshore nog nooit gedaan. Wij brengen de risico’s in kaart. Zoiets is compleet nieuw voor mij.” De studenten deden een grondige literatuurstudie en praatten veel met ingenieurs. “Niemand in dit bedrijf is fulltime met deze technologie bezig. De process engineers werken aan reactoren op het land en de offshore engineers weten hoe dergelijke schepen functioneren. Beide expertises zijn nodig. Wij knopen de touwtjes aan elkaar. In korte tijd zijn we veel van dit onderwerp te weten gekomen. Vandaag hadden we een conference call met Londen. Wij kunnen echt meepraten. Dat is gaaf.”

Lasnaden bestuderen in Azië
Lasnaden bestuderen in Azië

Lasnaden bestuderen in Azië


China, Taiwan, Vietnam, Singapore en Indonesië; Nicole Mooibroek heeft niet stilgezeten. “Het was continu uitpakken, inpakken en wegwezen. We leefden uit onze koffers”, vertelt de student construction management & engineering. Ze volgde een stoomcursus offshore engineering in Delft en maakte daarna in amper twee maanden tijd samen met haar teamgenoten een inventarisatie van de scheepswerven in Zuidoost-Azië waar de schepen van Allseas voor reparatie of onderhoud terecht kunnen. Allseas is een bedrijf dat pijpleidingen in zee aanlegt. “In het begin dachten we dat we gewoon een checklist moesten afvinken. Passen de schepen van Allseas in de werf, hebben ze de juiste machines, kennis en faciliteiten? Maar het werk was veel complexer. We moesten alles verifiëren. De werven willen Allseas zo graag als klant hebben dat ze de zaken vaak mooier voorstelden dan ze waren. We hebben zelfs lasnaden staan bestuderen.”

In veel Aziatische landen is het volgens Mooibroek niet gepast om directe vragen te stellen, en persoonlijke banden zijn heel belangrijk. “Je moet jojoën. Vooral in China moet je veel geduld hebben. Daar willen ze je meestal mee uit eten nemen. We hebben daar in onze planning rekening mee gehouden. In China bezochten we maar één werf per dag. Dat uit eten genomen worden is wel leuk hoor. We zijn meegenomen naar één van de top tien-restaurants van Azië, in Hong Kong. Dat is zo’n restaurant waar je je kreeft in het aquarium kunt aanwijzen. We zijn ook naar de hoogste bar van de wereld gegaan. Voor mensen die over de deals gaan, halen ze alles uit de kast. We hebben een compleet nieuwe sector leren kennen. Ik vind het leuk om na te denken over de route die die kolossale schepen kunnen afleggen. Die logistieke kant trekt me wel.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.