Campus

Tweeëneenhalf uur passiezingen

Sopraan en bibliotheekmedewerkster Ellen van der Sar en tenor Jo Kok van de faculteit OCP zingen zaterdagavond de ‘Johannes Passion’ in de aula.

“Het is mijn tweede”, zegt Kok terwijl hij door de partituur van de compositie van Bach bladert. “De eerste heb ik door het handvocht al kapot gezongen.”

Tweeënhalf uur zingen % is dat niet zwaar?

“Het is korter dan de veel bekendere ‘Matthäus Passion’. Maar het is wel fysiek inspannend. De sfeerwisselingen volgen elkaar heel snel op. Het ene moment zing je als ‘hogepriesters’, en dan weer als ‘volk’. Dat vergt veel snel inspelen.”

Heeft het zingen van zo’n passie een bijzondere betekenis voor je?

“De passies van Bach getuigen van het diepe geloof van Bach zelf. Zijn eigen gedachten bij het lijdensverhaal zijn juweeltjes, en je krijgt er religieuze gevoelens bij, zonder dat je die nu goed kunt omschrijven. Zo’n slotkoor als van de Johannes Passion (‘Ach Herr, lass dein lieb’ Engelein’) is een koraal dat ik maar met moeite kan zingen. Het grijpt me aan. Het is een werk dat door de dood heen gaat, je denkt aan je ouders.”

Hoe kwam dit stuk op het jubileumprogramma van Prometheus?

“Ik heb het nogal gepromoot. Gepleit voor een groot werk op het programma náást Frans Bauer en Sugar Lee Hooper. Ons Residentie Bach Koor zingt elke vrijdag in de Kloosterkerk in Den Haag, en we zoeken altijd naar een tweede uitvoering, er snel achteraan. Dat kon Prometheus bieden. Bovendien is het een uniek werk dat goed past in dit seizoen, kort voor Pasen en de lijdensweek.”

De Kloosterkerk is ook de kerk van de Oranjes.

“Ja, er is een relatie met het koninklijk huis, omdat de koningin daar regelmatig naar de kerk gaat, net als haar grootmoeder Wilhelmina, toen die in Den Haag resideerde. En iedere maand zingt een van de koren van de Residentie Bach Ensembles, zoals we officieel heten, een cantate van Bach in de Kloosterkerk. Het grote Residentie Bach Koor heeft dinsdag bij de uitvaart van prinses Juliana gezongen, en ons kamerkoor trad op bij het huwelijk van prins Constantijn met Laurentien.”

Er zijn vijfhonderd kaarten verkocht.

“Er zijn voor de uitvoering in de aula dus nog veel kaarten te krijgen. Het is wel een beetje een teleurstelling voor mij, want met passies van Bach ben je gewend te zingen voor uitverkochte zalen of volle kerken. Ik dacht dat je op een universiteit gemakkelijk zo’n zaal zou kunnen vullen. En we hebben in Nederland toch een grote Bach-traditie.”

Sopraan en bibliotheekmedewerkster Ellen van der Sar en tenor Jo Kok van de faculteit OCP zingen zaterdagavond de ‘Johannes Passion’ in de aula. “Het is mijn tweede”, zegt Kok terwijl hij door de partituur van de compositie van Bach bladert. “De eerste heb ik door het handvocht al kapot gezongen.”

Tweeënhalf uur zingen % is dat niet zwaar?

“Het is korter dan de veel bekendere ‘Matthäus Passion’. Maar het is wel fysiek inspannend. De sfeerwisselingen volgen elkaar heel snel op. Het ene moment zing je als ‘hogepriesters’, en dan weer als ‘volk’. Dat vergt veel snel inspelen.”

Heeft het zingen van zo’n passie een bijzondere betekenis voor je?

“De passies van Bach getuigen van het diepe geloof van Bach zelf. Zijn eigen gedachten bij het lijdensverhaal zijn juweeltjes, en je krijgt er religieuze gevoelens bij, zonder dat je die nu goed kunt omschrijven. Zo’n slotkoor als van de Johannes Passion (‘Ach Herr, lass dein lieb’ Engelein’) is een koraal dat ik maar met moeite kan zingen. Het grijpt me aan. Het is een werk dat door de dood heen gaat, je denkt aan je ouders.”

Hoe kwam dit stuk op het jubileumprogramma van Prometheus?

“Ik heb het nogal gepromoot. Gepleit voor een groot werk op het programma náást Frans Bauer en Sugar Lee Hooper. Ons Residentie Bach Koor zingt elke vrijdag in de Kloosterkerk in Den Haag, en we zoeken altijd naar een tweede uitvoering, er snel achteraan. Dat kon Prometheus bieden. Bovendien is het een uniek werk dat goed past in dit seizoen, kort voor Pasen en de lijdensweek.”

De Kloosterkerk is ook de kerk van de Oranjes.

“Ja, er is een relatie met het koninklijk huis, omdat de koningin daar regelmatig naar de kerk gaat, net als haar grootmoeder Wilhelmina, toen die in Den Haag resideerde. En iedere maand zingt een van de koren van de Residentie Bach Ensembles, zoals we officieel heten, een cantate van Bach in de Kloosterkerk. Het grote Residentie Bach Koor heeft dinsdag bij de uitvaart van prinses Juliana gezongen, en ons kamerkoor trad op bij het huwelijk van prins Constantijn met Laurentien.”

Er zijn vijfhonderd kaarten verkocht.

“Er zijn voor de uitvoering in de aula dus nog veel kaarten te krijgen. Het is wel een beetje een teleurstelling voor mij, want met passies van Bach ben je gewend te zingen voor uitverkochte zalen of volle kerken. Ik dacht dat je op een universiteit gemakkelijk zo’n zaal zou kunnen vullen. En we hebben in Nederland toch een grote Bach-traditie.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.