Education

Twee Rubiconbeurzen voor TU’ers

Drieëntwintig jonge Nederlandse wetenschappers kunnen met een Rubiconbeurs van NWO naar het buitenland om onderzoekservaring op te doen. Daaronder Job Boekhoven en Ferry Prins, beiden van Technische Natuurwetenschappen.

Dat zijn enkele voorstellen van een werkgroep die onderzocht hoe de TU langstuderen kan tegengaan. Momenteel haalt maar twintig procent van de studenten zijn bachelordiploma in vier jaar. De werkgroep streeft naar 85 procent (zonder de uitvallers uit het eerste jaar) en volgens de werkgroep is dit alleen mogelijk met een combinatie van maatregelen.

Zo moet de TU af van kleine parallelle bachelorvakken. Beter is het grotere vakken van minimaal 5 studiepunten in één blok te geven met tussentoetsen en tentamens. Studenten blijven zo bij de les en hoeven niet telkens om te schakelen of veel tentamens in één periode te maken. Het studiejaar zal dan niet meer in semesters worden ingedeeld.

Docenten zouden de studeerbaarheid van het curriculum moeten bekijken. Wat is echt belangrijk? Zij moeten de studielast per vak afstemmen en andere onderwijsvormen dan hoorcolleges geven om de contacttijd goed te benutten.
Studenten geven nu vaak aan dat zij veel meer tijd aan vakken besteden dan verondersteld. Bij tijdnood maken zij keuzes. Extra inhaalmogelijkheden zijn daarom noodzakelijk. Uit de praktijk blijkt immers dat een achterstand bijna nooit is in te lopen door het volle programma.

Samenvoeging van vakken in grotere blokken maakt het ook mogelijk om onvoldoendes in of tussen blokken te compenseren met voldoendes. Studenten die tot in den treure hetzelfde vak herkansen, zouden hiermee beter kunnen doorstromen. De werkgroep waarschuwt daarbij wel voor het versloffen van vakken ‘omdat er toch maar een vijf gehaald hoeft te worden’.

Om studenten binnen vier jaar hun bachelor te laten afronden, moeten zij elk jaar minstens 45 van de zestig studiepunten halen. De norm voor het bindend studieadvies (bsa) zou voor eerstejaars dan ook omhoog moeten van 30 naar 45 punten. Omdat een bsa wettelijk gezien alleen in de propedeusefase mag, spreekt de werkgroep gemakshalve van een ‘bijna bsa’ voor herinschrijvers.
Bovenstaande punten zouden volgens de werkgroep prioriteit moeten krijgen, net als het onderbrengen van projectwerk als Nuna in het curriculum. Examencommissies kunnen studenten vrijstellingen geven, mogelijk ook voor bestuurs- en verenigingswerk. Verder zou de TU de mogelijkheden moeten onderzoeken om niet-presterende studenten administratief uit te schrijven.
Met ingang van komend collegejaar zouden studenten een gedragscode kunnen tekenen met bijvoorbeeld afspraken over aanwezigheid en het voorbereiden van colleges en tentamens. “Niet als systeem van controle en repressie, maar als wederzijds committment”, zegt werkgroeplid Rob Mudde. “Studenten verwachten ook dat ik er ben en me heb voorbereid.”

Verder zou er in het propedeusejaar persoonlijker en kleinschaliger onderwijs moeten komen, waarbij studenten meer begeleiding krijgen en leren studeren. Bijvoorbeeld (en vooral bij struikelvakken) via het Studio Classroom concept, waarbij docenten kort theorie geven waarmee studenten vervolgens in kleine groepjes aan de slag gaan. Klassen moeten tot aan het diploma zoveel mogelijk één geheel blijven.
De adviezen worden nog binnen de TU besproken. Volgende week reageert de studentenraad in Delta.


Job Boekhoven gaat 24 maanden naar het Amerikaanse Stupp Lab (Northwestern University) om een nieuwe methode ontwikkelen om afgestorven hersenweefsel te herstellen. Ferry Prins reist voor twee jaar af naar Harvard om een opto-elektronische component te ontwikkelen ter grootte van een enkel nanodeeltje.


De meeste beurzen worden vergeven aan promovendi van de Universiteit Leiden (5) en de (grote) Universiteit Utrecht (6). In totaal hadden 211 wetenschappers een aanvraag ingediend. Nederlandse instituten die een buitenlandse onderzoeker onderdak bieden, krijgen elk 55.000 euro. De beurs voor de Nederlandse laureaten is afhankelijk van de buitenlandse bestemming.


De Rubiconsubsidies gelden als het ‘voorportaal’ van de prestigieuze Veni-, Vidi- en Vici-subsidies voor topwetenschappers. Vanaf 1 januari 2012 wordt het Rubiconprogramma versoberd omdat NWO er geen speciale subsidie meer voor krijgt van het kabinet. Om in aanmerking te komen voor een subsidie moeten jonge onderzoekers vanaf dan ten minste drie van de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag verbonden zijn geweest aan een Nederlandse universiteit – als werknemer of als studentpromovendus. De mogelijkheid voor onderzoekers uit het buitenland om in Nederland onderzoek te doen komt te vervallen. De beperking geldt ook voor Nederlanders die in het buitenland promoveerden.


 Vijf jonge buitenlandse onderzoekers komen naar Nederland met een Rubiconbeurs, waaronder Tony Reimann van de Freie Universität Berlin die aan de TU Delft de dynamiek van kustsediment komt bestuderen.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.