De universiteiten van Delft en Twente starten in september een gezamenlijke masterspecialisatie cyber security. Tegelijk
komen Nijmegen en Eindhoven met een concurrerende specialisatie.
Beide opleidingen zijn geen nieuwe masters, maar specialisaties binnen bestaande masteropleidingen computer science. Dat is gemakkelijker, namelijk zonder nieuwe accreditatie, op te zetten en het voorkomt een veelheid aan masteropleidingen.
De variant van Nijmegen en Eindhoven is volgens coördinator Berry Schoenmakers van de TU Eindhoven grotendeels een inhoudelijke voortzetting van het in 2006 gestarte ‘Kerckhoffs master program computer security’. Dat was toegespitst op informatiebeveiliging, maar de huidige tijd vraagt om een focus op cyber security, vandaar de nieuwe insteek en naam.
Aan de Kerckhoffs master deed ook de Universiteit Twente mee, maar die gaat nu verder met de TU Delft. Volgens de betrokken Delftse hoogleraar cyber security Jan van den Berg was het in eerste instantie de bedoeling dat de vier universiteiten samen zouden werken. “We zagen er wel wat in: 3TU plus Nijmegen. Het is alleen niet gelukt, want de voorkennis van onze studenten is te anders en er was een verschil van mening over de inrichting van de specialisatie.” Dus kwamen er twee samenwerkingsverbanden en de programma’s die ze bieden, verschillen inderdaad van insteek. Waar Nijmegen-Eindhoven kiest voor bijna puur techniek met bijvoorbeeld veel informatica en wiskundige cryptografie, maakt Delft-Twente (dat overigens vaart onder 3TU-vlag) ongeveer een kwart van het curriculum vrij voor niet-technische vakken als recht, economie, psychologie en criminologie.
Die vakken moeten de studenten zicht geven op de maatschappelijke context waarbinnen ze na hun studie komen te werken. “Cyber security is meer dan een puur technisch probleem”, vindt Van den Berg. Daar denkt Schoenmakers van Nijmegen-Eindhoven anders over. “Onze opleiding vraagt technisch en wiskundig wat meer. In de twee jaar die we hebben, willen we daar zoveel mogelijk tijd aan besteden. De maatschappelijke context komt later wel. Daar hebben wij de studenten ook niet voor. Dat geloven ze wel.”
Beide opleidingen maken veel gebruik van tele-lectures zodat hun studenten niet steeds heen en weer hoeven te reizen tussen twee steden. Vooral Delft-Twente legt daar zwaar de nadruk op. Niet vreemd, want Delft en Enschede liggen bijna drie uur treinen uiteen.
Comments are closed.