De TU denkt erover ‘mobiliteitsdagen’ in het leven te roepen, waarop werknemers op gezette tijden met hun leidinggevenden praten over hun carrièreverloop. “Vroeg of laat gaan mensen toch een beetje vastzitten.”
Het onderwerp kwam ter sprake op de zogenoemde town hall meeting voor medewerkers van de universiteitsdienst (ud) woensdag 18 juni in het cultuurcentrum. Het college van bestuur (cvb) organiseert dergelijke bijeenkomsten ieder jaar om ‘in gesprek te kunnen gaan met medewerkers’.
Die laatste konden vragen indienen. Ook waren er wat stellingen, waarover de aanwezigen – de tribune in het theater zat vol – konden stemmen. Eén van die stellingen luidde: ‘als medewerker wil ik iedere vier tot vijf jaar kunnen veranderen van werkplek’. Het merendeel stak bevestigend zijn hand op.
Waarna cvb-lid Anka Mulder opmerkte dat ‘binnen de ud de mobiliteit heel erg laag is’. Een oordeel gaf zij daar niet over, wel zei ze te willen voorkomen dat mensen vast gaan lopen in hun loopbaan.
Directeur human resources Machiel Hermans liet daarop weten dat zijn afdeling ‘mobiliteitsdagen’ wil instellen, waarop werknemers met hun leidinggevenden serieus praten over hun carrièreverloop. “Vroeg of laat gaan mensen toch een beetje vastzitten.”
Om dat te voorkomen, kan de vraag op tafel komen of het niet goed zou zijn om ergens anders te gaan werken, aldus Hermans. “Specialisatie is goed en vaak nodig, maar een specialisme is soms ook een fuik. Het risico is dat je op een gegeven moment niks anders meer kunt. Als je baan onverhoopt verdwijnt, ben je niet breed inzetbaar. Je moet blijven werken aan je eigen employability.
Comments are closed.