De TU werkt aan een gedragslijn om te voorkomen dat studenten het slachtoffer worden van onredelijke bepalingen in stage- en afstudeercontracten.
Reden voor actie is dat het aantal stage- en afstudeercontracten tussen bedrijven en studenten toeneemt en dat in die contracten volgens het cvb ‘dikwijls bepalingen zijn opgenomen die onredelijk zijn voor de studenten’, zoals een aansprakelijkheidsbepaling.
Er is al een standaardcontract voor stages en afstudeerprojecten. “Maar dat matcht niet altijd met contracten die grote bedrijven zelf hebben”, stelt O&S-directeur Anka Mulder. “We willen het netjes organiseren en studenten duidelijk maken dat ze bij ons vragen kunnen stellen over wat ze gaan tekenen. Ook zullen we stagecoördinatoren duidelijk maken dat ze contracten bij onze juridische dienst kunnen voorleggen.”
Het probleem met onredelijke voorwaarden in contracten met bedrijven speelt vooral bij Technische Natuurwetenschappen (TNW). Meerdere stagecoördinatoren en ook Mulder noemen TNW als voorbeeld. Een woordvoerder van TNW rept over ‘legio voorbeelden’, maar verwijst naar Mulder voor een toelichting. Volgens Mulder gaat het bij TNW vooral om een boeteclausule bij afspraken rond geheimhouding.
Bij Industrieel Ontwerpen speelt het probleem soms. “Vooral als studenten bij een groot bedrijf bezig zijn met iets groters”, vertelt stagecoördinator Marco Bolleboom. Het gaat om geheimhoudingsafspraken met een boeteclausule, extreem lange termijnen van geheimhouding of de voorwaarde dat een student nooit bij een concurrent mag werken.
Bij Bouwkunde is er in vijf jaar bij twee gevallen discussie geweest, aldus stagecoördinator Erik Ootes. Het ging dan om het al of niet uploaden van het stageverslag in het repository (digitaal informatiecentrum met werkstukken en scripties van de TU Delft – red). Voor externe stages bij Bouwkunde staat volgens Ootes goed omschreven waaraan die moeten voldoen. “Het bedrijf weet dat en wil hij het zo niet, dan gaat de stage niet door.”
Een door het college van bestuur genomen voorgenomen besluit is inmiddels besproken met de onderwijsdecanen en de dienst onderwijs en studentenzaken (O&S). Volgens Mulder wordt nog verder overlegd tussen die partijen.
Tot nu toe bestaat flexibele elektronica vaak uit dunne chips die op een buigbare folie geplakt zijn. Een strookje daarvan is oprolbaar, maar dit kun je niet zonder plooien in een holletje leggen. Met andere woorden: de vervormbaarheid beperkt zich tot één dimensie.
Zoumpoulidis, een Griekse ingenieur die zijn opleiding elektrotechniek en informatica in Griekenland en in Duitsland volgde, promoveerde vorige week aan de TU op een nieuw concept voor tweedimensionale uitrekbare elektronica die hij bij Dimes (Delfts Instituut voor Microsystemen en Nanoelectronica) ontwikkelde.
Het mishandelde prototype dat hij daar maakte ligt nu op zijn bureau en meet een centimeter in het vierkant. Daarbinnen zijn afzonderlijke chips gemaakt met een oppervlakte van een halve vierkante millimeter. Alle minuscule chipjes zijn onderling verbonden met flexibele draadjes. Als je er met je vinger middenin duwt, vlijt de chip zich om je vingertop. Dat is met het prototype iets te vaak gedaan en iets te hard.
Niet alleen het eindresultaat is bijzonder, maar ook de manier waarop de chip gemaakt is. Namelijk met alle conventionele technieken die gebruikt worden bij vervaardiging van chip op basis van silicium zoals gebruik van maskers, belichten, opdampen en wegetsen. Functionele blokjes elektronica heeft Zoumpoulidis onderling verbonden met slingerende banen van aluminium voor voeding en informatietransport. Die banen worden tijdens het productieproces gecoat met de kunststof parylene (waar ook pacemakers mee bedekt worden). Dit fungeert als isolatielaag en tegelijk als flexibele versteviging van de dunne draden (twee bij twee micrometer).
Het prototype bevat lichtgevoelige fotodioden, maar ook chemische sensors zijn te maken. Net als drukmeters van chips die met een mechanisch deel zijn uitgerust. Toepassing in medische sensors ligt het meest voor de hand. Philips Research ondersteunde dit onderzoek.

Comments are closed.