Het Rekencentrum meent een goede kans te hebben een miljoenen subsidie binnen te halen voor HPCN, high performance computing and networking. Een aanvraag, groot 3.5
miljoen, is eind oktober naar NWO (Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) gestuurd. Voor zeven miljoen gaat de TU ook nog een beroep doen op het fonds voor kennisinfrastructuur van het ministerie van Economische Zaken. Het optimisme over toekenning staat in schril contrast met de miljoenentekorten van het Rekencentrum, die in de financiële najaarsnota van de TU staan opgesomd.
Het exploitatieresultaat van het Rekencentrum (RC) valt dit jaar 2.5 miljoen lager uit dan was begroot. Externe en interne opdrachtgevers besteden samen 1 miljoen gulden minder aan werk op de Convex-machine dan was verwacht. Dat interne opdrachten afnamen, is niet verwonderlijk: faculteiten kunnen gratis, via Surfnet, rekenen op de Cray-supercomputer in het Amsterdamse rekencentrum SARA. RC-directeur ir. J. Zuidervaart ziet dit in de context van geldgebrek bij onderzoeksgroepen en was deze ontwikkeling begin jaren negentig niet te voorzien.
Het mainframe, voor administratief rekenwerk, levert drie ton minder op dan was verwacht. Echter, ,,dat komt door de prijsverlaging, want anders zou er op het mainframe teveel winst gemaakt worden en dat is strijdig met de afspraken”, aldus Zuidervaart.
Daarnaast blijken de personeelskosten van het RC niet zeven maar acht miljoen te bedragen; een overstijging van 11.5 procent. Vijf ton van die overschrijding schrijft het college van bestuur toe aan niet voorziene studiekosten, uitkeringslasten en salarisverhogingen. En er is voor vijf ton meer dan begroot personeel ‘van derden’ ingehuurd, onder andere adviseurs voor het HPCN-project. Volgens Zuidervaart is vier ton toe te schrijven aan personeel dat het HPCN-prject voorbereidt.
Het college van bestuur vindt de onderbesteding ,,uitermate zorgelijk” en ziet in de overstijging van personeelslasten een noodzaak tot ,,herbezinning”.
Directeur Zuidervaart benadrukt dat het tekort, volgens hem geen 2.5 maar 1.5 miljoen gulden, veroorzaakt wordt door minder werk voor de Convex en de kosten van voorbereiding van het HPCN-project. De netwerkactiviteiten, de adminstratieve opdrachten en de dienstverlening van het RC zijn financieel ‘gezond’.
De Convex 320 is in 1991 aangeschaft voor 11.4 miljoen gulden. De TU kreeg de machine veel goedkoper van de leverancier en moest dienen als ‘beta testside’. De universiteit koos daarmee welbewust voor een grote rekenfaciliteit in eigen huis, terwijl tegelijkertijd alle Nederlandse universiteiten gezamenlijk een Cray aanschaften, die in Amsterdam kwam te staan. Voor die machine heeft de minister destijds tien miljoen gulden bij de universiteiten ‘afgeroomd’; zo betaaldede TU ook zijn aandeel in de Cray.
Dat ‘Delft’ niet genoeg zou hebben aan de Cray omdat de kabelverbinding een te lage capaciteit zou hebben, blijkt nogal mee te vallen. Die kabel is sinds vorig jaar in staat 34 megabit per seconde door te sturen; alle andere Nederlandse universiteiten kunnen niet meer dan twee megabit per seconde naar SARA ‘seinen’.
Niet alleen naar Amsterdam ziet het RC rekenklussen wegvloeien; ook op vakgroepsniveau doen rekenaars steeds meer zelf op krachtige werkstations. Cvb-voorzitter De Voogd wijst erop dat vakgroepen in het recente verleden, veelal met ‘Beek-geld’ eigen werkstations hebben aangeschaft. Om ervoor te zorgen dat de centrale rekenvoorzieningen weer beter benut gaan worden, zouden de faculteiten geen geld moeten krijgen voor eigen hardware, maar wel vergoedingen voor ‘rekentijd’ bij het Rekencentrum, vindt De Voogd.
De cvb-voorzitter benadrukt dat de nieuwe HPCN-activiteiten pas ècht het groene licht krijgen als er een solide businessplan ligt. En dan wil hij de financiering gescheiden houden van het Rekencentrum.
HPCN of massaal parallel rekenen heeft alles te maken met numerieke simulaties, een ontwikkeling waarbij ‘traditioneel’ experimenteel onderzoek zoals dat in menig TU-lab plaatsvindt, wordt vervangen door computersimulatie.
Voor het ‘clustervoorstel HPCN in Grand Engineering’ vraagt de universiteit nu 3.5 miljoen gulden aan bij NWO. Die organisatie heeft een fonds van 10 miljoen voor ‘massaal parallel rekenen’. In kringen rond het project wordt gezegd dat universiteiten bij elkaar voor tien keer het beschikbare bedrag aan projecten hebben ingediend. De TU zou ‘stevig in het zadel zitten’ en een goede kans maken. NWO maakt op dit moment een eerste selectie; pas in maart 1995 wordt er eventueel geld uitgekeerd.
Daarnaast mikken de Delftse groepen met hun Grand Engineering-plannen op het grote fonds voor versterking van de kennisinfrastructuur dat Economische Zaken beheert. (Uit hetzelfde fonds gevormd door aardasbaten, komt de veertig miljoen gulden voor ondergronds bouwen.) Binnenkort dient de TU een aanvraag in van zeven miljoen gulden.
Vier Delftse groepen, of onderzoekscholen al dan niet in wording, vormen de motor achter ,,de aanpak van Grand Engineering problemen met behulp van HPCN”. Seismic imaging, de groep van prof.dr.ir. A. Berkhout (TN), (die overigens ook over een kleinere Convex beschikt), computational fluid dynamics, van prof.ir C. Hoogendoorn (TN) en prof.dr.ir. H. Hoeijmakers (L&R), computational mechanics, gegroepeerd rond prof.dr.ir. J. Blaauwendraad (CT) en prof.dr. J. Arbocz (L&R) en earth siences van prof.ir K. Wakker (L&R). Onderzoekschool Asci, in oprichting, zou de technologie van het grootschalig paralelle rekenen moeten leveren. (B.B.)
Het Rekencentrum meent een goede kans te hebben een miljoenen subsidie binnen te halen voor HPCN, high performance computing and networking. Een aanvraag, groot 3.5 miljoen, is eind oktober naar NWO (Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) gestuurd. Voor zeven miljoen gaat de TU ook nog een beroep doen op het fonds voor kennisinfrastructuur van het ministerie van Economische Zaken. Het optimisme over toekenning staat in schril contrast met de miljoenentekorten van het Rekencentrum, die in de financiële najaarsnota van de TU staan opgesomd.
Het exploitatieresultaat van het Rekencentrum (RC) valt dit jaar 2.5 miljoen lager uit dan was begroot. Externe en interne opdrachtgevers besteden samen 1 miljoen gulden minder aan werk op de Convex-machine dan was verwacht. Dat interne opdrachten afnamen, is niet verwonderlijk: faculteiten kunnen gratis, via Surfnet, rekenen op de Cray-supercomputer in het Amsterdamse rekencentrum SARA. RC-directeur ir. J. Zuidervaart ziet dit in de context van geldgebrek bij onderzoeksgroepen en was deze ontwikkeling begin jaren negentig niet te voorzien.
Het mainframe, voor administratief rekenwerk, levert drie ton minder op dan was verwacht. Echter, ,,dat komt door de prijsverlaging, want anders zou er op het mainframe teveel winst gemaakt worden en dat is strijdig met de afspraken”, aldus Zuidervaart.
Daarnaast blijken de personeelskosten van het RC niet zeven maar acht miljoen te bedragen; een overstijging van 11.5 procent. Vijf ton van die overschrijding schrijft het college van bestuur toe aan niet voorziene studiekosten, uitkeringslasten en salarisverhogingen. En er is voor vijf ton meer dan begroot personeel ‘van derden’ ingehuurd, onder andere adviseurs voor het HPCN-project. Volgens Zuidervaart is vier ton toe te schrijven aan personeel dat het HPCN-prject voorbereidt.
Het college van bestuur vindt de onderbesteding ,,uitermate zorgelijk” en ziet in de overstijging van personeelslasten een noodzaak tot ,,herbezinning”.
Directeur Zuidervaart benadrukt dat het tekort, volgens hem geen 2.5 maar 1.5 miljoen gulden, veroorzaakt wordt door minder werk voor de Convex en de kosten van voorbereiding van het HPCN-project. De netwerkactiviteiten, de adminstratieve opdrachten en de dienstverlening van het RC zijn financieel ‘gezond’.
De Convex 320 is in 1991 aangeschaft voor 11.4 miljoen gulden. De TU kreeg de machine veel goedkoper van de leverancier en moest dienen als ‘beta testside’. De universiteit koos daarmee welbewust voor een grote rekenfaciliteit in eigen huis, terwijl tegelijkertijd alle Nederlandse universiteiten gezamenlijk een Cray aanschaften, die in Amsterdam kwam te staan. Voor die machine heeft de minister destijds tien miljoen gulden bij de universiteiten ‘afgeroomd’; zo betaaldede TU ook zijn aandeel in de Cray.
Dat ‘Delft’ niet genoeg zou hebben aan de Cray omdat de kabelverbinding een te lage capaciteit zou hebben, blijkt nogal mee te vallen. Die kabel is sinds vorig jaar in staat 34 megabit per seconde door te sturen; alle andere Nederlandse universiteiten kunnen niet meer dan twee megabit per seconde naar SARA ‘seinen’.
Niet alleen naar Amsterdam ziet het RC rekenklussen wegvloeien; ook op vakgroepsniveau doen rekenaars steeds meer zelf op krachtige werkstations. Cvb-voorzitter De Voogd wijst erop dat vakgroepen in het recente verleden, veelal met ‘Beek-geld’ eigen werkstations hebben aangeschaft. Om ervoor te zorgen dat de centrale rekenvoorzieningen weer beter benut gaan worden, zouden de faculteiten geen geld moeten krijgen voor eigen hardware, maar wel vergoedingen voor ‘rekentijd’ bij het Rekencentrum, vindt De Voogd.
De cvb-voorzitter benadrukt dat de nieuwe HPCN-activiteiten pas ècht het groene licht krijgen als er een solide businessplan ligt. En dan wil hij de financiering gescheiden houden van het Rekencentrum.
HPCN of massaal parallel rekenen heeft alles te maken met numerieke simulaties, een ontwikkeling waarbij ‘traditioneel’ experimenteel onderzoek zoals dat in menig TU-lab plaatsvindt, wordt vervangen door computersimulatie.
Voor het ‘clustervoorstel HPCN in Grand Engineering’ vraagt de universiteit nu 3.5 miljoen gulden aan bij NWO. Die organisatie heeft een fonds van 10 miljoen voor ‘massaal parallel rekenen’. In kringen rond het project wordt gezegd dat universiteiten bij elkaar voor tien keer het beschikbare bedrag aan projecten hebben ingediend. De TU zou ‘stevig in het zadel zitten’ en een goede kans maken. NWO maakt op dit moment een eerste selectie; pas in maart 1995 wordt er eventueel geld uitgekeerd.
Daarnaast mikken de Delftse groepen met hun Grand Engineering-plannen op het grote fonds voor versterking van de kennisinfrastructuur dat Economische Zaken beheert. (Uit hetzelfde fonds gevormd door aardasbaten, komt de veertig miljoen gulden voor ondergronds bouwen.) Binnenkort dient de TU een aanvraag in van zeven miljoen gulden.
Vier Delftse groepen, of onderzoekscholen al dan niet in wording, vormen de motor achter ,,de aanpak van Grand Engineering problemen met behulp van HPCN”. Seismic imaging, de groep van prof.dr.ir. A. Berkhout (TN), (die overigens ook over een kleinere Convex beschikt), computational fluid dynamics, van prof.ir C. Hoogendoorn (TN) en prof.dr.ir. H. Hoeijmakers (L&R), computational mechanics, gegroepeerd rond prof.dr.ir. J. Blaauwendraad (CT) en prof.dr. J. Arbocz (L&R) en earth siences van prof.ir K. Wakker (L&R). Onderzoekschool Asci, in oprichting, zou de technologie van het grootschalig paralelle rekenen moeten leveren. (B.B.)
Comments are closed.