De codes die bij de personeelsbeoordelingen aan prestaties van medewerkers worden gehangen voldoen niet meer, vindt het college van bestuur.
Daarom heeft het college bij de al in gang gezette ‘Resultaat- en Ontwikkelingscyclus 2007’ de bestaande vierpuntsschaal (A, B, C, D) vervangen door een zespuntsschaal (I, II, III, IV, V, VI). De aanpassing wordt deze week donderdag besproken met de ondernemingsraad.
De nieuwe beoordelingscodes worden ingevoerd om een einde te maken aan gegroeide interpretatieverschillen, die het college ‘zeer ongewenst’ vindt. Ook zou het stelsel aan inflatie lijden. Zelfs een C-beoordeling – ooit bedoeld als een zeer behoorlijk resultaat – zou intussen ‘als enigszins negatief’ worden ervaren.
Op de afgeschafte vierpuntsschaal kreeg een medewerker die ‘voldoet aan de eisen’ de beoordeling C. Een A stond voor ‘onvoldoende’, een B voor ‘voldoet (nog) niet geheel aan de eisen’. Ging een medewerker ‘boven de eisen uit’ dan kreeg hij een D.
Door de behoefte aan meer nuancering zijn daar in de praktijk de beoordelingen B/C en C/D aan toegevoegd. Over wat die betekenen, wordt verschillend gedacht. Het college stelt nu voor aan de beoordeling B/C de waarde ‘voldoende’ toe te kennen en aan C/D de waarde ‘zeer goed’. Een C, oorspronkelijk gedefinieerd als ‘voldoet aan de eisen’, staat nu voor ‘goed’ en een D voor ‘excellent’.
De meeste discussie roepen de scores B/C en C op. Volgens het oorspronkelijke rijtje betekende B/C toch iets minder dan ‘voldoet aan de eisen’. Volgens de nieuwe interpretatie staat het voor ‘voldoende’ en lijkt het sterk op de waarde die aan de oude beoordeling C werd gehecht. Om een C te krijgen moet een medewerker nu meer dan ‘voldoende’ presteren, namelijk ‘goed’.
Omdat de uit het verleden stammende negatievere klank aan de lettercodes blijven kleven, voert het college nieuwe symbolen in: de Romeinse cijfers I t/m VI. Zo wordt de code B/C (betekenis: ‘voldoende’) gewijzigd in IV en de code C (betekenis: ‘goed’) in V. (FG)
Daarom heeft het college bij de al in gang gezette ‘Resultaat- en Ontwikkelingscyclus 2007’ de bestaande vierpuntsschaal (A, B, C, D) vervangen door een zespuntsschaal (I, II, III, IV, V, VI). De aanpassing wordt deze week donderdag besproken met de ondernemingsraad.
De nieuwe beoordelingscodes worden ingevoerd om een einde te maken aan gegroeide interpretatieverschillen, die het college ‘zeer ongewenst’ vindt. Ook zou het stelsel aan inflatie lijden. Zelfs een C-beoordeling – ooit bedoeld als een zeer behoorlijk resultaat – zou intussen ‘als enigszins negatief’ worden ervaren.
Op de afgeschafte vierpuntsschaal kreeg een medewerker die ‘voldoet aan de eisen’ de beoordeling C. Een A stond voor ‘onvoldoende’, een B voor ‘voldoet (nog) niet geheel aan de eisen’. Ging een medewerker ‘boven de eisen uit’ dan kreeg hij een D.
Door de behoefte aan meer nuancering zijn daar in de praktijk de beoordelingen B/C en C/D aan toegevoegd. Over wat die betekenen, wordt verschillend gedacht. Het college stelt nu voor aan de beoordeling B/C de waarde ‘voldoende’ toe te kennen en aan C/D de waarde ‘zeer goed’. Een C, oorspronkelijk gedefinieerd als ‘voldoet aan de eisen’, staat nu voor ‘goed’ en een D voor ‘excellent’.
De meeste discussie roepen de scores B/C en C op. Volgens het oorspronkelijke rijtje betekende B/C toch iets minder dan ‘voldoet aan de eisen’. Volgens de nieuwe interpretatie staat het voor ‘voldoende’ en lijkt het sterk op de waarde die aan de oude beoordeling C werd gehecht. Om een C te krijgen moet een medewerker nu meer dan ‘voldoende’ presteren, namelijk ‘goed’.
Omdat de uit het verleden stammende negatievere klank aan de lettercodes blijven kleven, voert het college nieuwe symbolen in: de Romeinse cijfers I t/m VI. Zo wordt de code B/C (betekenis: ‘voldoende’) gewijzigd in IV en de code C (betekenis: ‘goed’) in V. (FG)
Comments are closed.