‘TU moet niet in een ivoren toren leven’

‘Een moetje’. Zo noemde collegelid Anka Mulder het instellingsplan op 27 september tijdens een drukbezochte bijeenkomst voor medewerkers van de Universiteitsdienst. De universiteit moet namelijk elke zes jaar verplicht een nieuw instellingsplan aan het ministerie van onderwijs leveren. Het bestuur van de TU pakte het serieus aan door met zeshonderd mensen van binnen en buiten de universiteit over de strategische koers te spreken. De Engelse PA Consulting Group keek mee.

Dat leidde tot enkele wijzigingen ten opzichte van het vorige instellingsplan. De belangrijkste gaan volgens Anka Mulder over:

• Excellentie

Waarom zou je als universiteit excellent moeten zijn? Om in ranglijstjes te komen? Nee, om bij te dragen aan een betere maatschappij, aldus Mulder. “Het klinkt bijna hippie-achtig en je vindt het in geen enkel ander instellingsplan van universiteiten en hogescholen, maar we zien een enorme maatschappelijke betrokkenheid bij studenten. Ze denken na over wat techniek betekent.” De TU wil dat versterken en ondersteunen.

• Teamwerk

Onderzoek is behoorlijk competitief en de TU wil ruimte geven aan teamwerk van wetenschappers, studenten en de ondersteunende diensten. Die laatsten gaan meer samenwerken in plaats van uit verschillende directies. Centraal staat de vraag van de gebruiker.

• Openheid

Volgens Mulder is er een behoorlijke afstand tussen universitair geschoolden en anderen. “De universiteit moet niet in een ivoren toren leven, maar midden in de maatschappij staan”, zei Mulder. Daarom moet de TU niet alleen openstaan voor studenten in de leeftijd van 18 tot 24 jaar, maar ook voor scholieren die hun examens willen voorbereiden, veertigers en vijftigers die een leven lang willen leren, bedrijven, gemeente en scholen die willen samenwerken.

• Internationalisering

Hoe internationaal wil de TU zijn? Een kwart van de TU-gemeenschap heeft volgens Mulder een niet-Nederlandse achtergrond, zoals eenderde van de masterstudenten en zeventig procent van de promovendi. “Dat is een goede ontwikkeling, maar we zijn een Nederlandse en vooral Delftse universiteit”, zei Mulder. “We moeten er een balans in vinden. Het kan niet zo zijn dat tachtig procent van de plekken door buitenlandse studenten wordt ingevuld. We worden betaald door Nederlandse burgers, dus we moeten Nederlandse mensen opleiden.”

Het college van bestuur bespreekt het instellingsplan op 28 september met de studentenraad en de ondernemingsraad. Faculteiten moeten per december met werkplannen komen om het plan uit te voeren.

Lees ook: 

Verkiezingen voor de medezeggenschap: wat moet iedereen weten?