De universiteit moet tot en met 1998 een beleid uitvoeren dat studenten en medewerkers een ‘laagdrempelige’ toegang verschaft tot Internetfaciliteiten.
Daarnaast moet het zoeken in wetenschappelijke informatie voor wetenschappers, aio’s en afstudeerders gestimuleerd worden. Een adviescommissie van het college van bestuur stelt voor 1,3 miljoen gulden aan maatregelen voor om deze doelstellingen te bereiken.
De adviescommissie stond onder leiding van prof.dr.ir. S. Middelhoek van Elektrotechniek. Voor ongeveer zevenhonderdduizend gulden wil de commissie 175 werkstations neerzetten en de servercapaciteit uitbreiden. Nog eens honderdvijftigduizend gulden zal nodig zijn om ruimte te maken in de infrastructuur van het Rekencentrum voor inbelfaciliteiten voor studenten.
De commissie kiest voor een behoedzame aanpak, waarin regelmatig de investeringen op gebruik en doelmatigheid worden beoordeeld. Men bouwt voort op een besluit van de u-raad van dit voorjaar, waarin de stoot werd gegeven tot het beschikbaar stellen van Internet. Als gevolg van die motie wordt al door het Rekencentrum gewerkt aan een campus-wide information system (CWIS) waarin alle faculteiten en diensten informatie presenteren. Tevens streeft het RC ernaar dat met ingang van het cursusjaar alle studenten bij inschrijving een account krijgen.
De commissie-Middelhoek meent dat de TU voorbereidt op de beroepspraktijk en dat daarbij hoort dat zij haar studenten moet leren om te gaan met informatietechnologie en moderne communicatiemogelijkheden, zoals Internet. Daarom moeten er niet alleen op de faculteiten, maar ook op de Bibliotheek Internet-werkplekken komen voor algemeen gebruik. De Bibliotheek zal zich voorts gaan richten op het elektronisch beschikbaar en toegankelijk maken van informatie. Tevens moet de Bibliotheek een cursus opzetten die trainers in het zoeken in geautomatiseerde bestanden gaat opleiden.
De commissie doet geen voorstellen om Internet te gebruiken voor onderwijsvernieuwing, bijvoorbeeld voor informatie-uitwisseling tussen docent en student bij practica, of het maken van oefenvraagstukken. In het rapport schrijft de commissie dat men ‘alert’ moet blijven op de mogelijkheden voor onderwijsvernieuwing. (R.M.)
De universiteit moet tot en met 1998 een beleid uitvoeren dat studenten en medewerkers een ‘laagdrempelige’ toegang verschaft tot Internetfaciliteiten. Daarnaast moet het zoeken in wetenschappelijke informatie voor wetenschappers, aio’s en afstudeerders gestimuleerd worden. Een adviescommissie van het college van bestuur stelt voor 1,3 miljoen gulden aan maatregelen voor om deze doelstellingen te bereiken.
De adviescommissie stond onder leiding van prof.dr.ir. S. Middelhoek van Elektrotechniek. Voor ongeveer zevenhonderdduizend gulden wil de commissie 175 werkstations neerzetten en de servercapaciteit uitbreiden. Nog eens honderdvijftigduizend gulden zal nodig zijn om ruimte te maken in de infrastructuur van het Rekencentrum voor inbelfaciliteiten voor studenten.
De commissie kiest voor een behoedzame aanpak, waarin regelmatig de investeringen op gebruik en doelmatigheid worden beoordeeld. Men bouwt voort op een besluit van de u-raad van dit voorjaar, waarin de stoot werd gegeven tot het beschikbaar stellen van Internet. Als gevolg van die motie wordt al door het Rekencentrum gewerkt aan een campus-wide information system (CWIS) waarin alle faculteiten en diensten informatie presenteren. Tevens streeft het RC ernaar dat met ingang van het cursusjaar alle studenten bij inschrijving een account krijgen.
De commissie-Middelhoek meent dat de TU voorbereidt op de beroepspraktijk en dat daarbij hoort dat zij haar studenten moet leren om te gaan met informatietechnologie en moderne communicatiemogelijkheden, zoals Internet. Daarom moeten er niet alleen op de faculteiten, maar ook op de Bibliotheek Internet-werkplekken komen voor algemeen gebruik. De Bibliotheek zal zich voorts gaan richten op het elektronisch beschikbaar en toegankelijk maken van informatie. Tevens moet de Bibliotheek een cursus opzetten die trainers in het zoeken in geautomatiseerde bestanden gaat opleiden.
De commissie doet geen voorstellen om Internet te gebruiken voor onderwijsvernieuwing, bijvoorbeeld voor informatie-uitwisseling tussen docent en student bij practica, of het maken van oefenvraagstukken. In het rapport schrijft de commissie dat men ‘alert’ moet blijven op de mogelijkheden voor onderwijsvernieuwing. (R.M.)
Comments are closed.