Education

TU moést een metamorfose ondergaan

(De tekst van deze rede is door de redactie bekort) De scheidende rector-magnificus noemde de plechtigheid een ,,rimpeling in het bestaan van de universiteit”. Vrijdag legde hij zijn ambt officieel neer.

Hij sprak daarbij een rede die duidelijk maakt dat hij zijn erfenis in ieder geval niet als een rimpeling der historie beschouwt: ,,Ik ben van mening dat deze veranderingen absoluut noodzakelijk waren en uiteindelijk hun doel zullen bereiken.”


Karel Wakker
,,

Door de samenleving wordt een universiteit meer en meer gezien als een soort bedrijf dat klanten en produkten kent, en dat op de meest efficiënte wijze bedrijfsmatig moet worden geleid. Vanuit die optiek zijn de veranderingen die de wet modernisering universitair bestuur (MUB) introduceert goed te begrijpen. De vraag is echter of die visie op een universiteit wel de juiste is? Naar mijn mening niet.

Voor mij zijn en blijven de doelstellingen van een universiteit: het bewaren en genereren van kennis, de overdracht van die kennis op studenten, het die studenten bijbrengen van een academische grondhouding, en de overdracht van kennis, kunde en ervaring op de maatschappij. Daarbij moet de universiteit per definitie vóórlopen op de wensen vanuit de maatschappij. De nadruk die momenteel vanuit de samenleving op de ‘marktgerichtheid’ van de universiteit wordt gelegd, is dan ook onjuist. Het gaat op een universiteit niet om wat nu kan of nodig is, maar primair om het werken aan de uitdagingen van morgen. (…)

De universiteiten hebben in hun lange historie getoond al deze veranderingen (in visies op de functie van de universiteit – red.) te kunnen overleven. Het concept van de universiteit is onverwoestbaar! De kracht is dat het een instelling is waar de professionals, die zich met de inhoud van onderwijs en onderzoek bezighouden, het uiteindelijk voor het zeggen hebben. Het kapitaal van de universiteit is haar intellectueel reservoir: de hoogleraren met hun staf en de getalenteerde studenten.
Selectie

Juist daarom is het zo belangrijk dat er zware selectie- en beoordelingsprocedures voor met name de hoogleraren en hun staf worden gehanteerd, en dat begaafde studenten worden aangetrokken. Een bestuur van de universiteit hoeft in de meeste gevallen niet veel meer te doen dan deze mensen te stimuleren, te motiveren en te ondersteunen. Het moet hun de mogelijkheden bieden om via het onderwijs en het onderzoek de universiteit vorm te geven. Welk besturingsconcept daar aan ten grondslag ligt is veel minder belangrijk dan vele universiteitsbestuurders denken! (…)

Het college van bestuur heeft (om de TU in de internationale arena te kunnen positioneren als een vooraanstaande universiteit – red.) een aantal maatregelen genomen die tot doel hadden om de middelen die wij als universiteit ontvangen meer ten goede te laten komen van het onderwijs en onderzoek, en om de kwaliteit daarvan verder te verbeteren.

Het is een feit dat er in de loop der tijd een structuur was ontstaan waarin een te groot deel van die middelen wordt besteed aan allerlei vormen van overhead, en waarin topprestaties niet altijd voldoende worden gehonoreerd. Daarom was het absoluut noodzakelijk dat er maatregelen werden getroffen om die overhead terug te dringen, de ingesleten bureaucratische regels en gebruiken te elimineren, nieuwe regels voor de allocatie van middelen in te voeren, en bovenal om een nieuw elan in onze universiteit te brengen. Onze universiteit moest een metamorfose ondergaan!

Dergelijke veranderingen doen altijd pijn, maar ze waren nodig. (…)
Internationaal

Want laat daarover geen misverstand bestaan. De overheidsfinanciering zal de komende jaren steeds verder teruglopen en de universiteiten zullen in toenemende mate de noodzakelijke middelen zelf moeten verwerven. We groeien naar een mondiale samenleving, waarin grenzen wegvallen. Studenten zullen de gelegenheid krijgen om in andere landen te gaan studeren en ook het onderzoek zal een steeds sterkere internationale dimensie krijgen. Wil onze universiteit op den duur een vooraanstaande rol kunnen blijven spelen, dan zal zij dus voor buitenlandse studenten aantrekkelijk moeten zijn en zal ons onderzoek in kwalitatief opzicht concurrerend moetemn zijn met dat van vooraanstaande buitenlandse universiteiten.

Deze overwegingen waren de reden waarom er in de afgelopen jaren zoveel aandacht is besteed aan de internationalisering van ons onderwijs en aan het sluiten van strategische samenwerkingsoverenkomsten met gerenommeerde buitenlandse universiteiten. We hebben verschillende mechanismen ingevoerd om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken, en indien nodig verder te verbeteren.

Binnen het onderzoeksveld is een aantal speerpunten gekozen. Dat zijn belangrijke , maatschappelijk relevante en interdisciplinaire onderzoekthema’s, waarmee onze universiteit in de toekomst geïdentificeerd wil worden. Deze thema’s zullen in de komende jaren de katalysator zijn voor veel vernieuwend onderzoek dat op de raakvlakken van de bestaande disciplines zal plaatsvinden en dat nieuwe impulsen zal geven aan de ontwikkeling van onze universiteit. Tevens zullen de faculteiten en de ondersteunende diensten tot grotere eenheden worden geclusterd, zonder dat daarbij echter de herkenbaarheid van de bestaande opleidingen verloren zal gaan. Integendeel, deze clustering zal de verdere ontwikkeling van de curricula stimuleren.
Te snel

Voor velen gingen deze veranderingen te snel, en ook was lang niet iedereen overtuigd van de noodzaak om deze veranderingenin te voeren (…). Ik ben van mening dat deze veranderingen absoluut noodzakelijk waren en uiteindelijk hun doel zullen bereiken.

Tegelijkertijd ben ik echter van mening dat binnenkort de bestuurlijke druk van de ketel kan worden gehaald; de teugels kunnen dan worden gevierd. De veranderingen zijn ingezet en zullen, ook zonder verdere expliciete sturing, doorwerken. Wat precies het resultaat van de in gang gezette veranderingen zal zijn is niet te voorspellen, maar dat onze universiteit een metamorfose zal doormaken staat voor mij vast. Er zal een universiteit ontstaan met meer elan en daadkracht, een universiteit die gereed is om een vooraanstaande rol in de 21ste eeuw te spelen.(…)

Ik ben er trots op dat ik mede vorm heb kunnen geven aan de nieuwe koers die voor onze universiteit is uitgezet. Ik ga nu weer terug naar de mooiste functie die er bestaat: die van gewoon hoogleraar bij de TU Delft!

De scheidende rector-magnificus noemde de plechtigheid een ,,rimpeling in het bestaan van de universiteit”. Vrijdag legde hij zijn ambt officieel neer. Hij sprak daarbij een rede die duidelijk maakt dat hij zijn erfenis in ieder geval niet als een rimpeling der historie beschouwt: ,,Ik ben van mening dat deze veranderingen absoluut noodzakelijk waren en uiteindelijk hun doel zullen bereiken.”


Karel Wakker
,,

Door de samenleving wordt een universiteit meer en meer gezien als een soort bedrijf dat klanten en produkten kent, en dat op de meest efficiënte wijze bedrijfsmatig moet worden geleid. Vanuit die optiek zijn de veranderingen die de wet modernisering universitair bestuur (MUB) introduceert goed te begrijpen. De vraag is echter of die visie op een universiteit wel de juiste is? Naar mijn mening niet.

Voor mij zijn en blijven de doelstellingen van een universiteit: het bewaren en genereren van kennis, de overdracht van die kennis op studenten, het die studenten bijbrengen van een academische grondhouding, en de overdracht van kennis, kunde en ervaring op de maatschappij. Daarbij moet de universiteit per definitie vóórlopen op de wensen vanuit de maatschappij. De nadruk die momenteel vanuit de samenleving op de ‘marktgerichtheid’ van de universiteit wordt gelegd, is dan ook onjuist. Het gaat op een universiteit niet om wat nu kan of nodig is, maar primair om het werken aan de uitdagingen van morgen. (…)

De universiteiten hebben in hun lange historie getoond al deze veranderingen (in visies op de functie van de universiteit – red.) te kunnen overleven. Het concept van de universiteit is onverwoestbaar! De kracht is dat het een instelling is waar de professionals, die zich met de inhoud van onderwijs en onderzoek bezighouden, het uiteindelijk voor het zeggen hebben. Het kapitaal van de universiteit is haar intellectueel reservoir: de hoogleraren met hun staf en de getalenteerde studenten.
Selectie

Juist daarom is het zo belangrijk dat er zware selectie- en beoordelingsprocedures voor met name de hoogleraren en hun staf worden gehanteerd, en dat begaafde studenten worden aangetrokken. Een bestuur van de universiteit hoeft in de meeste gevallen niet veel meer te doen dan deze mensen te stimuleren, te motiveren en te ondersteunen. Het moet hun de mogelijkheden bieden om via het onderwijs en het onderzoek de universiteit vorm te geven. Welk besturingsconcept daar aan ten grondslag ligt is veel minder belangrijk dan vele universiteitsbestuurders denken! (…)

Het college van bestuur heeft (om de TU in de internationale arena te kunnen positioneren als een vooraanstaande universiteit – red.) een aantal maatregelen genomen die tot doel hadden om de middelen die wij als universiteit ontvangen meer ten goede te laten komen van het onderwijs en onderzoek, en om de kwaliteit daarvan verder te verbeteren.

Het is een feit dat er in de loop der tijd een structuur was ontstaan waarin een te groot deel van die middelen wordt besteed aan allerlei vormen van overhead, en waarin topprestaties niet altijd voldoende worden gehonoreerd. Daarom was het absoluut noodzakelijk dat er maatregelen werden getroffen om die overhead terug te dringen, de ingesleten bureaucratische regels en gebruiken te elimineren, nieuwe regels voor de allocatie van middelen in te voeren, en bovenal om een nieuw elan in onze universiteit te brengen. Onze universiteit moest een metamorfose ondergaan!

Dergelijke veranderingen doen altijd pijn, maar ze waren nodig. (…)
Internationaal

Want laat daarover geen misverstand bestaan. De overheidsfinanciering zal de komende jaren steeds verder teruglopen en de universiteiten zullen in toenemende mate de noodzakelijke middelen zelf moeten verwerven. We groeien naar een mondiale samenleving, waarin grenzen wegvallen. Studenten zullen de gelegenheid krijgen om in andere landen te gaan studeren en ook het onderzoek zal een steeds sterkere internationale dimensie krijgen. Wil onze universiteit op den duur een vooraanstaande rol kunnen blijven spelen, dan zal zij dus voor buitenlandse studenten aantrekkelijk moeten zijn en zal ons onderzoek in kwalitatief opzicht concurrerend moetemn zijn met dat van vooraanstaande buitenlandse universiteiten.

Deze overwegingen waren de reden waarom er in de afgelopen jaren zoveel aandacht is besteed aan de internationalisering van ons onderwijs en aan het sluiten van strategische samenwerkingsoverenkomsten met gerenommeerde buitenlandse universiteiten. We hebben verschillende mechanismen ingevoerd om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken, en indien nodig verder te verbeteren.

Binnen het onderzoeksveld is een aantal speerpunten gekozen. Dat zijn belangrijke , maatschappelijk relevante en interdisciplinaire onderzoekthema’s, waarmee onze universiteit in de toekomst geïdentificeerd wil worden. Deze thema’s zullen in de komende jaren de katalysator zijn voor veel vernieuwend onderzoek dat op de raakvlakken van de bestaande disciplines zal plaatsvinden en dat nieuwe impulsen zal geven aan de ontwikkeling van onze universiteit. Tevens zullen de faculteiten en de ondersteunende diensten tot grotere eenheden worden geclusterd, zonder dat daarbij echter de herkenbaarheid van de bestaande opleidingen verloren zal gaan. Integendeel, deze clustering zal de verdere ontwikkeling van de curricula stimuleren.
Te snel

Voor velen gingen deze veranderingen te snel, en ook was lang niet iedereen overtuigd van de noodzaak om deze veranderingenin te voeren (…). Ik ben van mening dat deze veranderingen absoluut noodzakelijk waren en uiteindelijk hun doel zullen bereiken.

Tegelijkertijd ben ik echter van mening dat binnenkort de bestuurlijke druk van de ketel kan worden gehaald; de teugels kunnen dan worden gevierd. De veranderingen zijn ingezet en zullen, ook zonder verdere expliciete sturing, doorwerken. Wat precies het resultaat van de in gang gezette veranderingen zal zijn is niet te voorspellen, maar dat onze universiteit een metamorfose zal doormaken staat voor mij vast. Er zal een universiteit ontstaan met meer elan en daadkracht, een universiteit die gereed is om een vooraanstaande rol in de 21ste eeuw te spelen.(…)

Ik ben er trots op dat ik mede vorm heb kunnen geven aan de nieuwe koers die voor onze universiteit is uitgezet. Ik ga nu weer terug naar de mooiste functie die er bestaat: die van gewoon hoogleraar bij de TU Delft!

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.