TU lijdt in stilte

Collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg lichtte op 21 mei de bezuinigingsplannen nog eens toe. Wat begon als een matte bijeenkomst, veranderde na ongeveer een uur in een geestdriftige discussie. De aanwezige medewerkers applaudisseerden spontaan toen een collega zich openlijk afvroeg waarom de universiteit in stilte lijdt. “De TU Delft moet een statement maken naar de landelijke politiek. In de huidige verkiezingscampagne hebben alle partijen de mond vol van Nederland Kennisland. Dat er ondertussen flink gekort wordt op de kennisinstituten is bij de massa niet bekend.”

Het valt niet te ontkennen dat de TU een uiterst belangrijke rol speelt bij het leveren van onderzoekscapaciteit voor het bedrijfsleven. Van den Berg beaamt dat de samenleving hier meer in zou moeten investeren. “Ik hoop dat de komende verkiezingscampagne minder over integratie gaat en meer over economie. Zonder onderzoekscapaciteit kan de economie zich niet ontwikkelen. Technologisch onderzoek is noodzakelijk voor het oplossen van veel wereldvraagstukken. Dat gat vult de TU op. Het vormt de motivatie voor studenten om hier te studeren en het is onze kracht.”

Omdat er keuzes gemaakt moeten worden en de TU kwaliteit boven kwantiteit stelt, wordt momenteel onderzocht of voor een aantal studierichtingen een numerus fixus ingesteld kan worden. Dit staat haaks op het tekort aan bekwame afgestudeerden binnen bepaalde sectoren in het bedrijfsleven. Door de penibele financiële situatie van de TU lijkt het volgens Van den Berg echter onvermijdelijk.

Het verwijt dat de TU er niet voldoende moeite voor doet om de hoogte van de eerste geldstroom op de politieke agenda te zetten, pareert Van den Berg. “Het heeft weinig zin om meer geld te vragen. Politici hebben zeker in campagnetijd een soort tefallaag voor dit type klachten. Het feit dat we zelf het heft in handen nemen met een uitgebreid bezuinigingsprogramma, is wel een goed argument richting OCW (het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, red.).” Ook denkt de TU mee in de discussie over Nederland Kennisland. “We lanceerden een eigen voorstel naar Deens-Zwitsers model. In Denemarken fuseren de GTI’s (grote technologische instituten, red.) en de technische universiteiten om te zorgen voor meer volume en een betere stroomlijning van innovaties. In Zwitserland werken beide instellingen samen bij de organisatie van het onderzoek.” Het voorgestelde model helpt volgens Van den Berg om los te komen van de politiek.

De geplande bezuinigingen van 45 miljoen zijn onder te verdelen in 15 miljoen voor het wegwerken van tekorten en 30 miljoen voor investeringen in een aantal vooruitstrevende wetenschapsgebieden, onderwijs, onderzoeksinfrastructuur en het gebouwenbestand. Hoe het geld precies verdeeld wordt, is pas in het najaar bekend.

De twee Delftse studentenroeiverenigingen zijn deze week met zes bondsroeiers ruim vertegenwoordigd op het WK in het Poolse Poznan. Op de openingsdag plaatste ‘stuurpik’ Ryan den Drijver van Laga zich met de lichte acht op overtuigende wijze voor de finalerace op 30 augustus. Slechts heatwinnaars Verenigde Staten (2 seconden) en Italië (1 seconde) waren iets sneller. Ook de zware acht, met Lagaaier Olivier Siegelaar en stuurman Peter Wiersum van Proteus, dwong maandag een plaats af in de A-finale op zondag, door in de voorwedstrijd als tweede te finishen achter Canada. De lichte mannenvier met Proteeër Roeland Lievens aan boord startte traag, maar roeide uiteindelijk naar een tweede plaats achter Polen. Vrijdag meldt het kwartet zich bij de halve finale. De sterk vernieuwde damesacht, met onder anderen de Proteus-talenten Sytske de Groot en Chantal Achterberg, moest dankzij een derde plaats genoegen nemen met een herkansingsrace. De Groot is deze week ook actief in de damesvier zonder.
Eveneens actief op het water is Casper van Kalmthout. Maandag arriveerde de freestyle kajakker in het Zwitserse Thun waar komende week het WK wordt gehouden. De TU-student wil naar eigen zeggen ‘hoog inzetten’, maar betwijfelt of hij zijn resultaat op het vorige WK in Canada (achtste) kan verbeteren. “Een plaats in de toptien is al een hele prestatie. Het niveau is zeker hoger dan twee jaar geleden.”
De handballers van Torius zoeken komend weekend ook al het water op. De schietpartij op het dancefeest bij Hoek van Holland van afgelopen zaterdag, plus het daarop volgende onderzoek, lijkt het geplande jaarlijkse strandtoernooi op dezelfde plek niet in de weg te zitten. “Ons is verteld dat vrijdag alles is opgeruimd en dat wij ons toernooi daar gewoon mogen houden”, aldus toernooicommissaris Ole Nyhuis die ruim tweehonderd deelnemers verwacht.
Judoka Karin van Dijk moest begin juli tot haar spijt de Universiade – de internationale studentenspelen – in Belgrado aan zich voorbij laten gaan. De knieblessure die ze opliep tijdens een wereldbekerwedstrijd in Slovenië bleek na een MRI-scan een afgescheurde kruisband te zijn. De bouwkundestudente vreest een lange herstelperiode.
Voor de amateurvoetballers moet de strijd om de punten nog beginnen, maar de eerste oprispingen van voetbalhumor doken begin augustus alweer op. De studenten van Ariston’80 haalden een ludieke bekerstunt uit tijdens de voorronden om de Stad Delft Bokaal. Na afloop namen ze de trofee in de voetbaltas mee naar huis, als zelf bedachte prijs voor het winnen van de ‘derde helft’. Les voor de organiserende vereniging Full Speed: laat nooit je bestuurskamer onbeheerd en met open deuren achter, zeker niet als er studenten in de buurt zijn. De cup werd overigens op de finaledag keurig terugbezorgd. Op het veld waren de studenten minder daadkrachtig. De ploeg werd laatste in de poule.

Collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg lichtte vrijdag 21 mei de bezuinigingsplannen van de universiteit toe. Wat begon als een matte bijeenkomst, veranderde na ongeveer een uur in een geestdriftige discussie.

De aanwezige medewerkers applaudisseerden spontaan toen een collega zich openlijk afvroeg waarom de universiteit in stilte lijdt. “De TU Delft moet een statement maken naar de landelijke politiek. In de huidige verkiezingscampagne hebben alle partijen de mond vol van Nederland Kennisland. Dat er ondertussen flink gekort wordt op de kennisinstituten is bij de massa niet bekend.”

Niemand zal ontkennen dat de TU een belangrijke rol speelt bij het leveren van onderzoekscapaciteit voor het bedrijfsleven. Van den Berg beaamt dat de samenleving hier meer in zou moeten investeren. “Ik hoop dat de komende verkiezingscampagne minder over integratie gaat en meer over economie. Zonder onderzoekscapaciteit kan de economie zich niet ontwikkelen. Technologisch onderzoek is noodzakelijk voor het oplossen van veel wereldvraagstukken. Dat gat vult de TU op. Het vormt de motivatie voor studenten om hier te studeren en het is onze kracht.”

Omdat er keuzes gemaakt moeten worden en de TU kwaliteit boven kwantiteit stelt, wordt momenteel onderzocht of voor een aantal studierichtingen een numerus fixus ingesteld kan worden. Dit staat haaks op het tekort aan bekwame afgestudeerden binnen bepaalde sectoren in het bedrijfsleven. Door de penibele financiële situatie van de TU lijkt het volgens Van den Berg echter onvermijdelijk.

Het verwijt dat de TU niet voldoende moeite doet om de hoogte van de eerste geldstroom op de politieke agenda te zetten, pareert Van den Berg. “Het heeft weinig zin om meer geld te vragen. Politici hebben zeker in campagnetijd een soort tefallaag voor dit type klachten. Het feit dat we zelf het heft in handen nemen met een uitgebreid bezuinigingsprogramma, is wel een goed argument richting OCW (het ministerie van onderwijs, red.).”

Ook denkt de TU mee in de discussie over Nederland Kennisland. “We lanceerden een eigen voorstel naar Deens-Zwitsers model. In Denemarken fuseren grote technologische instituten en de technische universiteiten om te zorgen voor meer volume en een betere stroomlijning van innovaties. In Zwitserland werken beide instellingen samen bij de organisatie van het onderzoek.” Het voorgestelde model helpt volgens Van den Berg om los te komen van de politiek.

De geplande bezuinigingen van 45 miljoen euro zijn onder te verdelen in 15 miljoen voor het wegwerken van tekorten en 30 miljoen voor investeringen in een aantal vooruitstrevende wetenschapsgebieden, onderwijs, onderzoeksinfrastructuur en het gebouwenbestand. Hoe het geld precies verdeeld wordt, is pas in het najaar bekend.