De TU is bezig met de aankoop van een leegstaand pand aan de Van den Burghweg aan de rand van de campus. De universiteit is van plan om er de Bouwcampus te vestigen. De ondernemingsraad wil dat de TU inzichtelijk maakt wat de gevolgen zijn voor andere vastgoedplannen.
Vastgoeddirecteur Anja Stokkers zou vorige week tijdens een overlegvergadering (or) tussen ondernemingsraad en college van bestuur (cvb) een toelichting geven op het idee voor de Bouwcampus.
Dat moet een fysieke plek worden waar kleinere en grotere kennisbedrijven gericht op de bouw zich kunnen vestigen, waar publieke en private kennis samenkomen. Dat moet leiden tot innovaties voor de ontwikkeling en de instandhouding van de fysieke leefomgeving, bestaande uit ruimtelijke inrichting, bouw, infrastructuur, bodem, water en land.
Virtueel is de Bouwcampus – een initiatief van de Rijksgebouwendienst, Rijkswaterstaat en Bouwend Nederland – al gestart in maart 2013. Eind 2014 moet de fysieke locatie op het terrein van de TU zijn deuren openen.
Het grootste deel van de discussie tussen or en cvb ging echter niet over de Bouwcampus en Stokkers kwam daarom nauwelijks aan het woord. Or en cvb sparden vooral heen en weer over hoe en in welk stadium de laatste de eerste moet informeren over relatief kleine en nog niet uitgekristalliseerde vastgoedplannen zoals de aankoop van de Van den Burghweg.
Die vraag is actueel omdat de TU voor de komende acht tot tien jaar allerlei vastgoedplannen heeft, met een totale omvang van 550 tot 600 miljoen euro. Telkens is het weer belangrijk om te weten hoe een deelplan past in de overkoepelende strategie, erkenden zowel cvb als or. Alleen, soms – ook nu – is de universiteit zelf nog niet klaar met het uitwerken van een plan. De inrichting van de Bouwcampus is immers nog niet definitief.
Ook de overkoepelende strategie blijkt niet in beton gegoten. Het adagium ‘het belangrijkste moet eerst’ klinkt logisch, maar werkt niet in de praktijk, laat het voorbeeld van de Van der Burghweg zien. De aankoopmogelijkheid deed zich opeens voor.
De locatie is voor de TU van strategische waarde, legde collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg uit. Niet alleen doordat de Bouwcampus er kan komen, maar ook omdat de universiteit geen externe partijen wil op haar campus. Nu is het gebouw bovendien te koop voor een relatief lage prijs. Dat zou in de toekomst, als de TU het pand misschien wel dringend nodig heeft voor eigen gebruik, totaal anders kunnen zijn.
De or drong er toch op aan dat telkens duidelijk wordt gemaakt hoe een deelplan andere plannen beïnvloedt. Iedere euro kan immers maar één keer worden uitgegeven. Daarnaast wees de raad het college erop dat de aankoop van tienduizend vierkante meter kantoorruimte vreemd overkomt in tijden van krimp. Veel faculteiten stoten ruimte af om te bezuinigen.
Rector magnificus Karel Luyben had een andere kijk. “Zelfs tijdens reorganisaties neem je mensen aan. En waar je ruimte afstoot, trek je ook altijd wel weer ruimte aan. Dat gaat samen.” Waarop or-lid Erik Louw concludeerde dat er gekeken moet worden naar het netto-effect van aantrekken en afstoten.
Comments are closed.