Education

‘TU klaar voor instellingstoets’

De TU Delft is er als eerste onderwijsinstelling in Nederland helemaal klaar voor om een zogeheten instellingstoets kwaliteitszorg te krijgen. Dat deelde collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg eind vorige week mee.

Sinds 1 januari is het accreditatiestelsel veranderd. Onderwijsinstellingen kunnen voortaan gaan voor een instellingstoets kwaliteitszorg met een beperkte opleidingsbeoordeling. Daarmee kunnen opleidingen zich voortaan beperken tot informatie over doelen die zij hebben met de opleiding, over hoe ze hun programma inrichten en over de prestaties van de opleiding. Het beleid voor de andere zaken bekijkt de accreditatieorganisatie NVAO dan op instellingsniveau.


Twee weken geleden bracht een commissie van de NVAO een bezoek aan de TU om te peilen of het college van bestuur ‘ín control’ is als het gaat om de kwaliteit van het onderwijs. Zij sprak daarvoor met het college en een delegatie van medewerkers en studenten.

Ook keek de commissie bij de faculteit Technische Natuurwetenschappen naar het beleid ten aanzien van herijking en studiesucces. Bij Civiele Techniek en Geowetenschappen onderzocht de commissie de planning & control van het onderwijs.

Wat de commissie hierover gaat adviseren aan de NVAO is nog niet bekend – haar rapport verschijnt voor het nieuwe collegejaar – maar volgens directeur onderwijs en studentenzaken Anka Mulder was de commissie tijdens het bezoek ‘uiterst positief’. “Zij trof een enorm grote kwaliteitscultuur aan en een groot draagvlak voor het beleid. We stonden met onze oren te klapperen van alle complimenten.”

Was het in 2005 de ambitie om in 2010 het aantal bezoeken te verdubbelen, inmiddels is het sport- en cultuurcentrum dat aantal ver voorbij. Volgens directeur Raymond Browne waren er in 2005 300 duizend bezoekers. “Nu zijn we hard op weg naar het miljoen.”

De groei van het aantal bezoekers wordt vooral veroorzaakt door de eigen TU-studenten. Het was de bedoeling ook andere studenten te werven, maar die worden volgens Browne nu weggedrukt door de eigen studenten. Daarnaast maken steeds meer medewerkers gebruik van het sport- en cultuurcentrum, gestimuleerd door het individueel keuzemodel arbeidsvoorwaarden. Vooral het fitnesscentrum blijkt erg populair. In 2009 waren er 3500 mensen met een fitnesskaart. “Daarmee zijn we de grootste fitnessclub in de regio.”

De groei van het aantal bezoekers leidt net als bij de faculteiten tot krapte. Browne probeert die op te lossen door ‘creativiteit’. “We zijn bijvoorbeeld kritischer op matig bezochte evenementen. En wellicht kan het aantal bezoekers in de middag door flexibilisering van het studierooster verder stijgen.”

Nieuwe uitbreidingen kan het sport- en cultuurcentrum niet zomaar doen. Met de sportkaart is maar 25 procent van de kosten gedekt, aldus Browne. Studenten betalen 92,50 euro voor een sportkaart, als ze ook willen fitnessen moeten ze 95 euro bijbetalen. Medewerkers zijn 349 euro kwijt voor een sportkaart, inclusief fitness.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.