Het Nederlands moet worden verankerd op de universiteiten omdat het Engels de overhand dreigt te krijgen. Dat schreven veertien hoogleraren Nederlandse taalkunde vorige week aan minister Plasterk. EWI-decaan Daan Lenstra, collegelid Paul Rullmann en de studentenraad reageren.
“Treurig word ik bij de observatie dat de Nederlandse taal in het dagelijks leven langzaam maar gestaag zijn identiteit verliest aan het Engels, te pas en te onpas. Als docent natuurkunde gaf ik mijn colleges bij voorkeur in het Nederlands omdat het dan pas mogelijk was ook de subtiliteiten van het vakgebied over te brengen.”
EWI-decaan Daan Lenstra steunt de veertien hoogleraren Nederlandse taalkunde van harte in hun zorg over de positie van het Nederlands. Volgens hen wordt het Nederlands in een hoekje gedrongen en krijgt het Engels de overhand. Ze willen ‘concrete maatregelen die een goed verankerde positie van het Nederlands op de universiteiten waarborgen’. Samengevat: ‘Nederlands, tenzij …’. Colleges? ‘Als vanzelfsprekend’ in het Nederlands, ‘tenzij er gegronde redenen zijn een andere taal te hanteren’. Publicaties? In zowel de lingua franca als de eigen taal. Onderzoek over Nederlandse aangelegenheden of onderzoek dat relevant is in de Nederlandse context? ‘In het Nederlands.’
Lenstra’s steun is gelimiteerd. Als decaan zet hij de hakken in het zand. “Mijn eigen universiteit heeft gekozen voor tweetaligheid, Nederlands en Engels.” Terecht, vindt hij. “Vanaf de masteropleiding is de TU Delft een internationale universiteit die daar logischerwijs kiest voor het Engels als voertaal. Het Engels is nu eenmaal – like it or not – internationaal de taal van de wetenschap.” Ook de communicatie met het bedrijfsleven gebeurt meer en meer in het Engels, signaleert hij. Mede dankzij de trainingsfaciliteiten voor docenten vindt hij dat de TU met de tweetaligheid prima uit de voeten kan. Publicaties, zeker bij de bètastudies, móeten in zijn ogen in het Engels vanwege de doelgroep. Dus ook masterscripties en eigenlijk ook presentaties door bachelorstudenten. Publicaties in Nederlandse tijdschriften wil hij wel stimuleren, vanwege de bredere publieksinformatie. Maar colleges? ‘In de taal van de opleiding, lees Engels’. Volgens Lenstra zal de TU de verankering van het Nederlands niet willen opnemen in haar missieverklaring.
Klopt. Volgens collegelid Paul Rullmann omarmt de TU het Engels om twee redenen. Allereerst: Engels is essentieel voor de Nederlanders op de TU. “De bèta- en technische wetenschappen zijn internationaal. Kennis, begripsontwikkeling, literatuur, ontwikkeling en toepassing geschieden in internationale netwerken met Engels als voertaal.” Wetenschappers moeten het spreken en – om op te vallen – erin publiceren. Alles vertalen kost volgens hem te veel tijd en geld. Ook stelt hij dat veel afgestudeerden in het buitenland of een internationale context gaan werken. En dus is de voertaal in het masteronderwijs Engels.
Ten tweede: Engels is essentieel voor de buitenlanders op de TU. “Wil Nederland een leidende rol blijven spelen op het gebied van bèta en techniek dan zijn buitenlandse studenten en wetenschappers zeer noodzakelijk. Het Engels als voertaal maakt dat vanzelfsprekend makkelijker en efficiënter.” Dertig procent van de masterstudenten en een kwart van de wetenschappers komt uit het buitenland. Bij promovendi is dat zestig procent. Volgens Rullmann is een voordeel van de buitenlandse academici dat Nederlandse studenten vertrouwd raken ‘met een internationale context’.
Tegen publicaties in het Nederlands – bij een Nederlands onderwerp of om ideeën bij Nederlanders ingang te doen vinden – heeft het cvb niets, maar publiceren in Engels én Nederlands moet functioneel zijn, geen stijloefening.
In maatregelen van hogerhand ziet het cvb niets. Allereerst omdat ‘de praktijk weerbarstiger is dan zulke maatregelen’. Bij de internationaler wordende wereld past volgens het cvb omarming en geen verzet. Ook omdat de huidige situatie – waarbij Nederlandse studenten Nederlands en Engels ‘met goot gemak’ afwisselen – zich ‘heel natuurlijk’ heeft ontwikkeld. “Dat is een positieve ontwikkeling.”
Ook de studentenraad ziet weinig in dwingende maatregelen. Wel stelt de sr ‘dat het Engels een barrière vormt in het onderwijs’. Docenten die niet in hun moedertaal lesgeven, zorgen volgens de sr voor droge colleges en studenten hebben moeite met verslagen in het Engels. Maar tegelijk ziet de sr het belang ervan‘dat een ingenieur zijn vak in de lingua franca, Engels, kan uitvoeren. Daarom moet er voor docenten en studenten ondersteuning zijn, via cursussen, maar ‘het beste zou zijn als iedereen een tijdje in een Engelstalig land verblijft’. Ook zou binnen het curriculum van de student meer op de Engelse taal gelet kunnen worden, door bijvoorbeeld verslagen of presentaties te laten beoordelen door een docent Engels.
Wat Van Eggermond hier beschrijft komt volgens directeur Onderwijs & Studentenzaken Anka Mulder ‘absoluut’ vaker voor. “Maar gelukkig meestal in minder extreme mate.” Ze zegt zich de zorgen van Van Eggermond goed te kunnen voorstellen. “Ik vind dit soort gevallen ook schrijnend.”
Studievoortgang is al jaren een probleem bij de TU. “Van de studenten die in 2002 zijn begonnen heeft 15 procent zijn bachelor na vier jaar, terwijl er nominaal drie jaar voor staat.”
Wat betreft controle om dit soort gevallen te voorkomen, meldt Mulder dat elke opleiding na één jaar een studieadvies geeft. “Studieadviseurs roepen daarnaast studenten op met wie het niet goed gaat. Studenten zijn niet verplicht daar gehoor aan te geven.”
Studieadviseurs kunnen studenten bij problemen doorverwijzen naar de studentenpsychologen of naar de studentendecaan. Studenten die vastlopen kunnen cursussen volgen. Voor studenten die bijvoorbeeld niet goed kunnen plannen, heeft de TU cursussen studieplanning.
Probleem is dat de TU wettelijk gezien niet alles mag. “Vanwege de wet op de privacy mogen wij ouders en vrienden niet waarschuwen dat het niet goed gaat met een student. Het zijn volwassen mensen. Als een student de werkgever van zijn moeder belt, mag die werkgever ook niet doorgeven hoe zijn moeder het doet.”
Mulder benadrukt dat de TU studenten niet kan dwingen hulp te zoeken. “We willen wel nog helderder aangeven wat een studie inhoudt en wij overwegen het bindend studieadvies in te voeren met als doel studenten zo snel mogelijk op de juiste plek te krijgen.”

Comments are closed.