TU en Shell hebben een overeenkomst getekend om gezamenlijke onderzoeksprogramma’s te versterken en uit te breiden. Hiermee is jaarlijks een bedrag van ongeveer 4 miljoen euro gemoeid.
De overeenkomst van ‘preferred partnership’ werd woensdagmiddag bij het Shell Technology Center in Rijswijk ondertekend en heeft een contractduur van vijf jaar.
Shell ondersteunt momenteel vijf betaalde leerstoelen aan de TU: prof.ir. Cor van Kruijsdijk – petroleumwinning bij CiTG, prof.dr.ir. Ruud Henkes (Industrial & Environmental Processes, TNW), prof.dr. Hans Bakker (process & energy, 3mE en TBM), prof.dr. Hans Geerlings (ChemE/Materials for Energy Conversion & Storage, TNW) en prof.dr. Wim Mulder (Technische Geofysica en Petrofysica bij CiTG).
Het partnerschapsprogramma plaatst de onderzoeken die daar gebeuren onder een overkoepelende paraplu die voorziet in een stuurgroep, vijf programmacommissies en een regeling voor financiën en patenten.
Volgens Shell-voorlichter Wim van de Wiel zal per patent uitgezocht worden waar het intellectuele eigendom komt te liggen.
Inhoudelijk bewegen de onderzoeksprogramma’s zich op de gebieden geofysica, verbeterde oliewinning (enhanced oil recovery), stromingsleer en procestechnologie. De nieuwste loot aan de stam is het Recovery Factory programma van begin 2010 dat technieken wil ontwikkelen om meer olie en gas aan de bodem te onttrekken.
Het duurzame gehalte aan het onderzoek is gering. Volgens Van de Wiel gebeurt er “op bescheiden schaal enig werk aan biobrandstoffen.”
Dat het terrein van het voormalige Bouwkundegebouw drassig is, is wel duidelijk. Maar hoeveel vocht zit er precies in de grond en hoe hangt de vochtigheid samen met de temperatuur? Die vragen wil student watermanagement Jop Jansen graag beantwoorden met een techniek die Distributed Temperature Sensing heet en die gebruik maakt van glasvezelkabels in de grond. Het ploegen is een hele opgave, aldus Jansen (met steen in de hand). “We stuiten continu op brokken van het oude Bouwkundegebouw.”
Comments are closed.