Een harde bachelor-masterknip kost de TU Delft meer dan dat hij opbrengt. Onderwijskundige principes worden overboord gezet voor een harde knip. Daarbij is een bachelordiploma helemaal niet de beoogde garantie voor voldoende kennisniveau en een internationaal georiënteerde universiteit.
br />
Collegelid Paul Rullmann betoogde dat de harde knip bij een vooruitstrevende TU Delft past (Delta 16). De studentenraad is het hier absoluut niet mee eens en wil door een bandbreedte van 30 EC een soepele bachelor-masterovergang blijven garanderen. Het college van bestuur lijkt geen oog te hebben voor de bezwaren van de studentenraad en stoomt door.
Om de schade van een knip te beperken stelt het cvb een aantal onderwijskundig onverantwoorde maatregelen voor. Wil het college écht dat studenten vakken doen na’ hun afstuderen? Wil het college écht inhoudelijke vakeisen in de bachelor en tussen de mastersemesters afschaffen om zo een niveauverschil binnen de opleidingen te introduceren? Met een knip wordt alle flexibiliteit uit het studieprogramma gehaald. Bovendien wordt het nagenoeg onmogelijk om zonder een half of zelfs heel jaar vertraging commissiewerk en andere ontplooiingsactiviteiten te ondernemen. Er wordt getornd aan datgene waar Delft zo trots op is: de actieve, ondernemende student.
Studenten die doorstromen naar een master die niet direct aansluit op hun bachelor, zoals buitenlandse studenten, hebben momenteel al te maken met een harde knip. Dat is niet zo vreemd, want dat is de enige maatstaf die men heeft om de instroom te controleren. Het college van bestuur maakt een denkfout door vervolgens aan te nemen dat het bachelordiploma ook binnen Delft een gewenst middel is om niveau te garanderen voor studenten die doorstromen in een master die past bij hun bachelor. Van deze studenten kennen we echter het niveau al. Het daarom niet nodig een extra drempel in te bouwen als we ook specifiek vakinhoudelijk eisen kunnen stellen en daarmee een flexibele overgang behouden.
Een soepele bachelor-masterovergang kan prima samengaan met gestelde doelen van studentenmobiliteit en onderwijskwaliteit. Daarom wil de studentenraad een geschil aanspannen bij de landelijke geschillencommissie. Natuurlijk wil de studentenraad ook een internationale concurrentiepositie en een kwalitatief goede master met studenten van hoog niveau. De harde knip is daarvoor duidelijk geen oplossing.
Namens de studentenraad, Marijn Bos, vierdejaars industrieel ontwerpen.
Een harde bachelor-masterknip kost de TU Delft meer dan dat hij opbrengt. Onderwijskundige principes worden overboord gezet voor een harde knip. Daarbij is een bachelordiploma helemaal niet de beoogde garantie voor voldoende kennisniveau en een internationaal georiënteerde universiteit.
Collegelid Paul Rullmann betoogde dat de harde knip bij een vooruitstrevende TU Delft past (Delta 16). De studentenraad is het hier absoluut niet mee eens en wil door een bandbreedte van 30 EC een soepele bachelor-masterovergang blijven garanderen. Het college van bestuur lijkt geen oog te hebben voor de bezwaren van de studentenraad en stoomt door.
Om de schade van een knip te beperken stelt het cvb een aantal onderwijskundig onverantwoorde maatregelen voor. Wil het college écht dat studenten vakken doen na’ hun afstuderen? Wil het college écht inhoudelijke vakeisen in de bachelor en tussen de mastersemesters afschaffen om zo een niveauverschil binnen de opleidingen te introduceren? Met een knip wordt alle flexibiliteit uit het studieprogramma gehaald. Bovendien wordt het nagenoeg onmogelijk om zonder een half of zelfs heel jaar vertraging commissiewerk en andere ontplooiingsactiviteiten te ondernemen. Er wordt getornd aan datgene waar Delft zo trots op is: de actieve, ondernemende student.
Studenten die doorstromen naar een master die niet direct aansluit op hun bachelor, zoals buitenlandse studenten, hebben momenteel al te maken met een harde knip. Dat is niet zo vreemd, want dat is de enige maatstaf die men heeft om de instroom te controleren. Het college van bestuur maakt een denkfout door vervolgens aan te nemen dat het bachelordiploma ook binnen Delft een gewenst middel is om niveau te garanderen voor studenten die doorstromen in een master die past bij hun bachelor. Van deze studenten kennen we echter het niveau al. Het daarom niet nodig een extra drempel in te bouwen als we ook specifiek vakinhoudelijk eisen kunnen stellen en daarmee een flexibele overgang behouden.
Een soepele bachelor-masterovergang kan prima samengaan met gestelde doelen van studentenmobiliteit en onderwijskwaliteit. Daarom wil de studentenraad een geschil aanspannen bij de landelijke geschillencommissie. Natuurlijk wil de studentenraad ook een internationale concurrentiepositie en een kwalitatief goede master met studenten van hoog niveau. De harde knip is daarvoor duidelijk geen oplossing.
Namens de studentenraad, Marijn Bos, vierdejaars industrieel ontwerpen.
Comments are closed.