Education

Trui mag niet te lang in zijn blootje

“Jelle, staat de lijnolie al op het vuur?” De lijnolie is voor Trui, de botter van studentenvereniging De Bolk. Voor zijn jaarlijkse onderhoudsbeurt is hij uit het water getakeld.

Op de scheepshelling in de Oude Haven van Rotterdam staan en hangen ongeveer tien studenten in vieze overalls in ongemakkelijke houding over het schip. Met krabbers in hun hand halen ze de viezigheid van een jaar varen van het hout. Trui kan niet te lang in zijn blootje blijven, dat is niet goed voor zijn hout. Dus moet er snel na het krabben lijnolie op en daarna ‘harpuis’. Dat stroperige goedje is, zo staat op de pot, gebrouwen ‘volgens het originele Zuiderzee-recept’. “Net als Trui zelf”, zegt hoofdklusser en derdejaars student industrieel ontwerpen Jelle Joustra (20).

Het schip werd in 1875 gebouwd om op de Zuiderzee te vissen. Sinds 1965 is het van de studenten van De Bolk en maakt het vooral tochtjes over de Wadden. Joustra vaart sinds tweeënhalf jaar op de botter en herinnert zich een tocht van Texel naar Stavoren. Het sneeuwde en het was ijzig koud. Eenmaal in zoet water bevroor het water dat over het dek sloeg. “We hadden stooizout aan boord om niet uit te glijden en de ijspegels stonden horizontaal aan de mast”, zegt de schipper in opleiding.

In rustiger weer voer Joustra Trui maandagochtend voor dag en dauw naar de onderhoudshelling. Een week hebben hij en de andere klussers om hem weer klaar te maken voor het komende seizoen. Dit jaar zetten de studenten een soort prisma’s in het bovendek, zodat er iets meer licht komt in het krappe vooronder. Het is moeilijk voor te stellen dat daar tijdens een reisje wel tien mensen slapen, koken en eten.

Maar er is nog veel meer te doen. “Er zijn klusjes waar je vies van wordt, klusjes waarbij er dingen in je mouw vallen en klusjes waar je van gaat stinken”, vertelt Joustra. Walter Hoogerbeets, inmiddels afgestudeerd maar nog altijd enthousiast klusser en schipper, denkt meteen aan ‘breeuwen’. Dit oude ambacht bestaat uit het proppen van vlas in de naden tussen het hout van de romp en daarna pek smelten en eroverheen smeren. “Daarna stink je alsof je twee pakjes sigaretten hebt leeggerookt”, aldus Hoogerbeets. “Maar als je op de Waddenzee voor anker ligt met een biertje, weet je waar je het voor doet.”

De studenten verheugen zich op het nieuwe jaar met een nieuw zeil. Twee jaar zochten ze naar het juiste katoen. Inmiddels varen bijna alle botters met kunststof zeilen, want katoen is volgens Joustra ‘zwaar, minder duurzaam en het rot’. Maar Trui moet zoveel mogelijk zijn zoals vroeger. “We willen per se katoenen zeilen, we zijn een soort fundamentalisten”, verklaart Hoogerbeets.

Maaike Muller

“Jelle, staat de lijnolie al op het vuur?” De lijnolie is voor Trui, de botter van studentenvereniging De Bolk. Voor zijn jaarlijkse onderhoudsbeurt is hij uit het water getakeld. Op de scheepshelling in de Oude Haven van Rotterdam staan en hangen ongeveer tien studenten in vieze overalls in ongemakkelijke houding over het schip. Met krabbers in hun hand halen ze de viezigheid van een jaar varen van het hout. Trui kan niet te lang in zijn blootje blijven, dat is niet goed voor zijn hout. Dus moet er snel na het krabben lijnolie op en daarna ‘harpuis’. Dat stroperige goedje is, zo staat op de pot, gebrouwen ‘volgens het originele Zuiderzee-recept’. “Net als Trui zelf”, zegt hoofdklusser en derdejaars student industrieel ontwerpen Jelle Joustra (20).

Het schip werd in 1875 gebouwd om op de Zuiderzee te vissen. Sinds 1965 is het van de studenten van De Bolk en maakt het vooral tochtjes over de Wadden. Joustra vaart sinds tweeënhalf jaar op de botter en herinnert zich een tocht van Texel naar Stavoren. Het sneeuwde en het was ijzig koud. Eenmaal in zoet water bevroor het water dat over het dek sloeg. “We hadden stooizout aan boord om niet uit te glijden en de ijspegels stonden horizontaal aan de mast”, zegt de schipper in opleiding.

In rustiger weer voer Joustra Trui maandagochtend voor dag en dauw naar de onderhoudshelling. Een week hebben hij en de andere klussers om hem weer klaar te maken voor het komende seizoen. Dit jaar zetten de studenten een soort prisma’s in het bovendek, zodat er iets meer licht komt in het krappe vooronder. Het is moeilijk voor te stellen dat daar tijdens een reisje wel tien mensen slapen, koken en eten.

Maar er is nog veel meer te doen. “Er zijn klusjes waar je vies van wordt, klusjes waarbij er dingen in je mouw vallen en klusjes waar je van gaat stinken”, vertelt Joustra. Walter Hoogerbeets, inmiddels afgestudeerd maar nog altijd enthousiast klusser en schipper, denkt meteen aan ‘breeuwen’. Dit oude ambacht bestaat uit het proppen van vlas in de naden tussen het hout van de romp en daarna pek smelten en eroverheen smeren. “Daarna stink je alsof je twee pakjes sigaretten hebt leeggerookt”, aldus Hoogerbeets. “Maar als je op de Waddenzee voor anker ligt met een biertje, weet je waar je het voor doet.”

De studenten verheugen zich op het nieuwe jaar met een nieuw zeil. Twee jaar zochten ze naar het juiste katoen. Inmiddels varen bijna alle botters met kunststof zeilen, want katoen is volgens Joustra ‘zwaar, minder duurzaam en het rot’. Maar Trui moet zoveel mogelijk zijn zoals vroeger. “We willen per se katoenen zeilen, we zijn een soort fundamentalisten”, verklaart Hoogerbeets.

Maaike Muller

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.