Van 10 tot 20 juli is Anne Koelewijn te vinden in Toronto, als lid van de Nederlandse selectie die zich heeft ingeschreven voor het WK lacrosse. Er moet alleen nog wat geld binnengehaald worden om reis en verblijf volledig te kunnen bekostigen, maar dat lijkt goed te komen.
Van de vijftig oranje zonnebrillen, die elke speelster voor 5 euro per stuk moet zien kwijt te raken, heeft Koelewijn er al veertig verkocht. ‘I (hartje) LAX’, staat er op de pootjes. Een bril om mee uit de kast te komen als lacrossefanaat. “Vooral op Koninginnedag liepen ze goed. Op zo’n dag koopt iedereen alles wat oranje is.” Met haar teamgenoten is ze druk met het aanschrijven van bedrijven, op zoek naar (meer) mogelijke sponsors. “We hebben eerst in onze eigen sociale kring gezocht. Nu zijn we daarbuiten bezig. Dat is wel een stuk lastiger.”
Toen de werktuigbouwstudente ruim drie jaar geleden in Delft kwam wonen, wilde ze wel eens wat anders dan hockeyen. Huisgenootjes speelden lacrosse, bij de Delft Diamonds op het sportcentrum. Een teamsport waarbij de spelers de bal met een netje aan een stick vangen en naar elkaar overgooien. Ze had de sport een keer gezien op televisie, toen ze op haar koffers zat te wachten op een Canadees vliegveld. En ze kende het van de training van de Amsterdamse lacrossevereniging naast de atletiekbaan waar ze actief was.
Eenmaal lid van de Delft Diamonds werd ze, als 17-jarige, al snel gevraagd voor de nationale selectie onder 21 jaar die mee zou doen aan het jeugd-WK. Dat kon ook bijna niet anders: de bond zocht achttien jonge meiden, zo’n beetje het exacte aantal vrouwelijke beoefenaars in die leeftijdscategorie. “Niemand had meer dan twee jaar ervaring.” Elke zaterdag trainde ze ruim drie uur met de groep. Ze ging zoveel vooruit, dat ze gevraagd werd voor het echte Oranje. Met de Nederlandse damesploeg werd ze vorig jaar zevende (van de twaalf) op het EK in Amsterdam. Dat was een hele vooruitgang, want vier jaar eerder eindigde het nationale twaalftal nog als laatste.
Met het oog op het naderende WK verschijnt Koelewijn nu elke zaterdag op de centrale selectietraining. Door de week werkt ze in Delft bijna dagelijks minimaal een uur aan de conditie. En anders is ze wel aan ‘wall-ballen’: “De bal steeds tegen de muur gooien en opvangen. Het vangen van een toegegooide bal is veel lastiger dan het lijkt.”
Lacrosse is snel, dynamisch en tactisch, zegt ze. Hoewel de vrouwenvariant meer op techniek is gericht dan op fysieke kracht, zoals bij de mannen, blijft gebruik van enig ‘geweld’ toegestaan. “De tegenstander mag op je stick slaan zodat de bal uit je netje valt. Om je daar tegen te verdedigen maak je een zwiepende beweging, een ‘cradle’. Daardoor crëeer je een middelpuntvliedende kracht waardoor het lastig wordt voor de tegenstander om de bal eruit te slaan.”
Als aanvaller of middenvelder brengt ze naar eigen zeggen rust in het spel. “Ik scoor ook makkelijk, denk ik. Slechte punten? Ik kan heel onzeker worden als iets niet goed lukt, maar dan blijf ik uiterlijk rustig.”
Koelewijn weet nog niet hoe ze zich de ambiance rond het WK moet voorstellen. “In Canada is het een populaire sport, dus er zal wel veel publiek zijn. Ook omdat er veel Nederlandse Canadezen zijn die het misschien wel leuk vinden om te komen kijken. Er wordt zelfs een Nederlands/Canadese dag georganiseerd met barbecue na. Daar zullen wel veel mensen op afkomen.”
In de poulefase is Nederland ingedeeld bij Ierland, Letland, Finland en Nieuw-Zeeland. Bij de eerste twee eindigen of beste derde worden is noodzakelijk om verder te mogen strijden om de topplaatsen. De vraag of Nederland een kans maakt op een podiumplaats beantwoordt ze met een resoluut “Nee”. “Amerika, Canada en Australië zijn momenteel nog veel te sterk. De vorige keer is Nederland dertiende geworden van de zestien. Ik denk dat we voor een top 10-klassering moeten gaan.”
Comments are closed.