Campus

‘Tot nu toe valt het niet tegen’

Prof.dr.ir. E. Backer, decaan van Elektrotechniek, vindt zijn eigen functioneren als eerste decaan-beheerder van de TU ,,in ieder geval niet tegenvallen”.

Hij wil niet te vroeg juichen, maar volgens hem heeft de TU op dit moment behoefte aan meer decanen volgens het concept van integraal management.

Backer is nog voorzichtig met een definitief oordeel over de proef met integraal management aan zijn faculteit. De samenvoeging van bestuur en beheer wordt sinds september 1994 bij Elektrotechniek uitgeprobeerd maar hij vindt dat het experiment nog te kort loopt om nu al te kunnen zeggen dat de proef geslaagd is. ,,Na vier jaar kijken we of en hoe we de problemen op de faculteit hebben kunnen oplossen. Dan zullen we oordelen. Tot nu toe valt het in ieder geval niet tegen”, zegt Backer.

Toch is hij er van overtuigd dat integraal management het soort bestuur is waar de TU op dit moment behoefte aan heeft. Daarom steunt hij het college van bestuur om deze bestuursvorm ook op andere faculteiten in te voeren. Het is volgens hem ook een reactie op mensen die ‘alles bij het oude’ willen laten, want ,,veranderen gebeurde te weinig”.

Backer vindt dat integraal management heeft geholpen bij het opstellen van het bedrijfsplan voor Elektro. Dit bedrijfsplan kondigt onder andere een fusie aan tussen alle vakgroepen en een afslanking van de faculteit. Door de combinatie van bestuur en beheer zag het bestuur de mogelijkheid om alles tegelijk aan te pakken. Daarnaast was de laatste stap in het bestuurlijke proces met integraal management gemakkelijker: ,,De woorden: ‘En dat gaan we ook doen’, waren vroeger meestal een brug te ver”, omschrijft Backer de oude situatie.

Toch betekent de invoering van integraal management volgens Backer niet dat de faculteit volledig top-down bestuurd wordt. Nu het bedrijfsplan er ligt wil hij afstand nemen om te zien hoe dit plan door de groepen onder het bestuur ingevuld wordt. Hij hoopt dat de invulling van het beleid zich van onder naar boven door de faculteit heen zal ontwikkelen.
Aanspreekbaar

Een doel van integraal management is dat de decaan, die dan ook beheerder van de faculteit is, duidelijk het aanspreekpunt van het faculteitsbestuur is. Volgens Backer pakt dat in de praktijk ook zo uit. Toen het bedrijfsplan in de maak was had hij regelmatig een ‘uitstekend’ contact met het college van bestuur. Hij vindt dat hij als beroepsdecaan ook voor de faculteit beter aanspreekbaar is. ,,Dat zou ook zonder integraal management kunnen, maar nu ligt er een heel natuurlijke basis voor”, nuanceert Backer de rol van integraal management.

Het inpassen van medezeggenschap is lastiger. ,,In het hele traject van invoering van integraal management is de medezeggenschapscommissie stelselmatig genegeerd”, schrijftir. J. Brans, voorzitter van de mc van Elektro, in een notitie. De mc claimt dat zij inspraak moest hebben bij de benoeming van Backer. Een mc mag volgens de regeling medezeggenschap een lid voor de selectiecommissie voor de beheerder aanwijzen. Nu het beheer een taak van de decaan geworden is, wilde de mc een lid voor de decanaatscommissie, die de decaan voordraagt, leveren.

Ook Backer vindt dat zijn benoeming niet helemaal gladjes is verlopen. ,,Destijds vond ik het prima zo, maar ik zou me kunnen voorstellen dat het verstandig was geweest als de mc over de benoeming gehoord was. Helemaal ongelijk hebben ze niet”, formuleert hij voorzichtig. Het gaat hem daarbij niet om het per definitie naleven van een wet of regeling maar om ‘logische processen’.

Een pragmatische aanpak geldt voor hem ook bij mogelijke problemen die ontstaan omdat de functie van secretaris-beheerder niet meer bestaat. De mc heeft het bestuur gewaarschuwd dat in veel regelingen de secretaris-beheerder een belangrijke rol speelt en dat wanneer deze niet bestaat dat tot conflicten kan leiden. Backer hierover: ,,Ik kijk niet naar specifieke taken. Het zal wel dat zonder secretaris-beheerder problemen kunnen ontstaan, maar ik leef vandaag.”
Partijdigheid

Backer vindt wel dat er met het maken van nieuwe regelingen rekening gehouden moet worden met het ontbreken van een secretaris-beheerder op sommige faculteiten. Hij noemt het opmerkelijk dat in de recent gemaakte regeling voor de beoordeling van hoogleraren nog steeds van de oude situatie is uitgegaan.

Naast kritiek op het organisatorische vlak waarschuwt de mc ook voor partijdigheid van de decaan bij het beoordelen van de onderwijs- en onderzoekprestaties van anderen. De mc is hier bang voor, omdat Backer heeft aangegeven bij het onderwijs en onderzoek betrokken te blijven. Backer over zijn wens om niet volledig voltijds bestuurder te zijn: ,,Ik vind onderwijs en onderzoek een absolute invulling van mijn bestaan en het geeft een continue inspiratie.” Daarom begeleidt hij op dit moment nog aio’s en laat hij zich door afstudeerders over hun werk informeren. Hij erkent dat hij hiervoor soms niet genoeg tijd heeft, maar ,,door de bank genomen gaat het goed”, aldus Backer.

Steven Hubeek

Prof.dr.ir. E. Backer, decaan van Elektrotechniek, vindt zijn eigen functioneren als eerste decaan-beheerder van de TU ,,in ieder geval niet tegenvallen”. Hij wil niet te vroeg juichen, maar volgens hem heeft de TU op dit moment behoefte aan meer decanen volgens het concept van integraal management.

Backer is nog voorzichtig met een definitief oordeel over de proef met integraal management aan zijn faculteit. De samenvoeging van bestuur en beheer wordt sinds september 1994 bij Elektrotechniek uitgeprobeerd maar hij vindt dat het experiment nog te kort loopt om nu al te kunnen zeggen dat de proef geslaagd is. ,,Na vier jaar kijken we of en hoe we de problemen op de faculteit hebben kunnen oplossen. Dan zullen we oordelen. Tot nu toe valt het in ieder geval niet tegen”, zegt Backer.

Toch is hij er van overtuigd dat integraal management het soort bestuur is waar de TU op dit moment behoefte aan heeft. Daarom steunt hij het college van bestuur om deze bestuursvorm ook op andere faculteiten in te voeren. Het is volgens hem ook een reactie op mensen die ‘alles bij het oude’ willen laten, want ,,veranderen gebeurde te weinig”.

Backer vindt dat integraal management heeft geholpen bij het opstellen van het bedrijfsplan voor Elektro. Dit bedrijfsplan kondigt onder andere een fusie aan tussen alle vakgroepen en een afslanking van de faculteit. Door de combinatie van bestuur en beheer zag het bestuur de mogelijkheid om alles tegelijk aan te pakken. Daarnaast was de laatste stap in het bestuurlijke proces met integraal management gemakkelijker: ,,De woorden: ‘En dat gaan we ook doen’, waren vroeger meestal een brug te ver”, omschrijft Backer de oude situatie.

Toch betekent de invoering van integraal management volgens Backer niet dat de faculteit volledig top-down bestuurd wordt. Nu het bedrijfsplan er ligt wil hij afstand nemen om te zien hoe dit plan door de groepen onder het bestuur ingevuld wordt. Hij hoopt dat de invulling van het beleid zich van onder naar boven door de faculteit heen zal ontwikkelen.
Aanspreekbaar

Een doel van integraal management is dat de decaan, die dan ook beheerder van de faculteit is, duidelijk het aanspreekpunt van het faculteitsbestuur is. Volgens Backer pakt dat in de praktijk ook zo uit. Toen het bedrijfsplan in de maak was had hij regelmatig een ‘uitstekend’ contact met het college van bestuur. Hij vindt dat hij als beroepsdecaan ook voor de faculteit beter aanspreekbaar is. ,,Dat zou ook zonder integraal management kunnen, maar nu ligt er een heel natuurlijke basis voor”, nuanceert Backer de rol van integraal management.

Het inpassen van medezeggenschap is lastiger. ,,In het hele traject van invoering van integraal management is de medezeggenschapscommissie stelselmatig genegeerd”, schrijftir. J. Brans, voorzitter van de mc van Elektro, in een notitie. De mc claimt dat zij inspraak moest hebben bij de benoeming van Backer. Een mc mag volgens de regeling medezeggenschap een lid voor de selectiecommissie voor de beheerder aanwijzen. Nu het beheer een taak van de decaan geworden is, wilde de mc een lid voor de decanaatscommissie, die de decaan voordraagt, leveren.

Ook Backer vindt dat zijn benoeming niet helemaal gladjes is verlopen. ,,Destijds vond ik het prima zo, maar ik zou me kunnen voorstellen dat het verstandig was geweest als de mc over de benoeming gehoord was. Helemaal ongelijk hebben ze niet”, formuleert hij voorzichtig. Het gaat hem daarbij niet om het per definitie naleven van een wet of regeling maar om ‘logische processen’.

Een pragmatische aanpak geldt voor hem ook bij mogelijke problemen die ontstaan omdat de functie van secretaris-beheerder niet meer bestaat. De mc heeft het bestuur gewaarschuwd dat in veel regelingen de secretaris-beheerder een belangrijke rol speelt en dat wanneer deze niet bestaat dat tot conflicten kan leiden. Backer hierover: ,,Ik kijk niet naar specifieke taken. Het zal wel dat zonder secretaris-beheerder problemen kunnen ontstaan, maar ik leef vandaag.”
Partijdigheid

Backer vindt wel dat er met het maken van nieuwe regelingen rekening gehouden moet worden met het ontbreken van een secretaris-beheerder op sommige faculteiten. Hij noemt het opmerkelijk dat in de recent gemaakte regeling voor de beoordeling van hoogleraren nog steeds van de oude situatie is uitgegaan.

Naast kritiek op het organisatorische vlak waarschuwt de mc ook voor partijdigheid van de decaan bij het beoordelen van de onderwijs- en onderzoekprestaties van anderen. De mc is hier bang voor, omdat Backer heeft aangegeven bij het onderwijs en onderzoek betrokken te blijven. Backer over zijn wens om niet volledig voltijds bestuurder te zijn: ,,Ik vind onderwijs en onderzoek een absolute invulling van mijn bestaan en het geeft een continue inspiratie.” Daarom begeleidt hij op dit moment nog aio’s en laat hij zich door afstudeerders over hun werk informeren. Hij erkent dat hij hiervoor soms niet genoeg tijd heeft, maar ,,door de bank genomen gaat het goed”, aldus Backer.

Steven Hubeek

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.