Binnenkort kun je televisie kijken in 3D, gewoon thuis op de bank en zonder raar brilletje. Dr.ir. André Redert, onderzoeker bij Philips, werkt samen met Elektrotechniek aan een opnamestudio voor driedimensionale tv-programma’s.
Sinds kort bestaan er platte lcd-schermen die beelden in 3D kunnen tonen. Alleen worden er tot nu nog geen driedimensionale tv-programma’s gemaakt. “Het is een kwestie van de kip of het ei”, zegt André Redert. “Begin je met het maken van programma’s in 3D of met het aanbieden van driedimensionale televisieschermen?”
Redert ontvangt sinds 1 januari de Casimirsubsidie om bij Elektrotechniek, in samenwerking met zijn werkgever Philips, een opnamestudio voor driedimensionale televisie te ontwikkelen. Op de tiende verdieping van Elektro is de 3D-tv-studio in aanbouw. De eerste lampen hangen, langs de ene muur hangt een zwart gordijn als achtergrond en aan de overkant een blue screen. Binnenkort hangen rondom de set zestig camera’s. Daarmee kan de set continu vanuit alle richtingen gefilmd worden. De regisseur kan dan achteraf de beste invalshoeken kiezen of eventueel de kijker zelf laten kiezen. “Met een soort stuurknuppel op de afstandsbediening kan de kijker zelf rond de set vliegen en zijn camerastandpunt kiezen”, aldus Redert.
Een computerprogramma reconstrueert uit de verschillende beelden, de originele drie dimensies. Redert: “Als je twee foto’s vanuit verschillende hoeken maakt, bijvoorbeeld van een knuffelbeer, en die twee foto’s met elkaar vergelijkt, dan zul je zien dat de onderdelen vooraan, zoals de neus, een stuk zijn verschoven. De onderdelen die verder naar achter liggen, zoals de oren, staan op beide foto’s juist vrijwel op dezelfde plek.” Door die verschuiving tussen de beide gezichtspunten te meten, kan de computer diepte geven aan het tweedimensionale beeld.
“Maar als je dat beeld vervolgens laat zien op een tweedimensionale monitor, ben je die extra dimensie weer kwijt”, aldus Redert. “Met een driedimensionale televisie kun je die derde dimensie wel overbrengen op de kijker.”
Aquarium
Driedimensionale televisies gebruiken dezelfde techniek als de bekende 3D-postkaarten met ribbels op de afbeelding. Op zijn kamer heeft Redert een proefmodel staan dat de werking demonstreert. Met negen camera’s op een rij maakte hij foto’s van visjes in een aquarium. Op zijn gewone computermonitor laat hij zien hoe het eruit ziet als je de negen beelden op elkaar plakt. Vooral de voorste visjes zijn vaag en bestaan zichtbaar uit negen verschoven beelden. Vervolgens sluit hij de 3D-monitor op zijn computer aan en dan zijn alle visjes opeens haarscherp in 3D te zien.
Redert: “De negen beelden zijn in elkaar geritst door telkens een kolom pixels te nemen van het ene beeld, en dan de volgende kolom pixels van het tweede beeld te nemen, enzovoort.” Daar overheen lopen rijen van minuscule lenzen. Eén lens overlapt precies negen verschillende pixels. Door de bolling van de lenzen verbuigen de lichtstralen zodanig dat als je vanaf een bepaald punt kijkt, je precies alle pixels van één van de negen foto’s ziet. Maar met je andere oog zie je precies alle pixels van een van de andere foto’s. Je hersenen zetten die combinatie weer om in een driedimensionaal beeld.
Redert wil met zijn 3D-studio onderzoeken hoeveel camera’s minimaal nodig zijn om de beeldkwaliteit van de huidige televisie te krijgen in 3D. Samen met het opnamebedrijf Dutchview zal hij een educatief tv-programma maken als test. Dat programma komt ook op dvd uit, zodat het mogelijk is om met de computermuis het beeld vrij te roteren. Redert: “Uiteindelijk zal het niet nodig zijn om voor een beeld negen camera’s op een rij te gebruiken, maar slechts twee. De computer kan de benodigde tussenbeelden daaruit afleiden.”
Redert ziet voor 3D-tv veel educatieve mogelijkheden. “Zo willen we ook een operatie opnemen, om te zien wat medische studenten daarvan kunnen leren. Misschien dat het zelfs beter is dan ‘live’ meekijken omdat de camera vanuit allerlei hoeken kan filmen zonder in de weg te staan.”
Een 3D-tv voegt met behulp van minuscule lenzen een extra dimensie toe aan het beeld. (Illustratie: Philips)
Sinds kort bestaan er platte lcd-schermen die beelden in 3D kunnen tonen. Alleen worden er tot nu nog geen driedimensionale tv-programma’s gemaakt. “Het is een kwestie van de kip of het ei”, zegt André Redert. “Begin je met het maken van programma’s in 3D of met het aanbieden van driedimensionale televisieschermen?”
Redert ontvangt sinds 1 januari de Casimirsubsidie om bij Elektrotechniek, in samenwerking met zijn werkgever Philips, een opnamestudio voor driedimensionale televisie te ontwikkelen. Op de tiende verdieping van Elektro is de 3D-tv-studio in aanbouw. De eerste lampen hangen, langs de ene muur hangt een zwart gordijn als achtergrond en aan de overkant een blue screen. Binnenkort hangen rondom de set zestig camera’s. Daarmee kan de set continu vanuit alle richtingen gefilmd worden. De regisseur kan dan achteraf de beste invalshoeken kiezen of eventueel de kijker zelf laten kiezen. “Met een soort stuurknuppel op de afstandsbediening kan de kijker zelf rond de set vliegen en zijn camerastandpunt kiezen”, aldus Redert.
Een computerprogramma reconstrueert uit de verschillende beelden, de originele drie dimensies. Redert: “Als je twee foto’s vanuit verschillende hoeken maakt, bijvoorbeeld van een knuffelbeer, en die twee foto’s met elkaar vergelijkt, dan zul je zien dat de onderdelen vooraan, zoals de neus, een stuk zijn verschoven. De onderdelen die verder naar achter liggen, zoals de oren, staan op beide foto’s juist vrijwel op dezelfde plek.” Door die verschuiving tussen de beide gezichtspunten te meten, kan de computer diepte geven aan het tweedimensionale beeld.
“Maar als je dat beeld vervolgens laat zien op een tweedimensionale monitor, ben je die extra dimensie weer kwijt”, aldus Redert. “Met een driedimensionale televisie kun je die derde dimensie wel overbrengen op de kijker.”
Aquarium
Driedimensionale televisies gebruiken dezelfde techniek als de bekende 3D-postkaarten met ribbels op de afbeelding. Op zijn kamer heeft Redert een proefmodel staan dat de werking demonstreert. Met negen camera’s op een rij maakte hij foto’s van visjes in een aquarium. Op zijn gewone computermonitor laat hij zien hoe het eruit ziet als je de negen beelden op elkaar plakt. Vooral de voorste visjes zijn vaag en bestaan zichtbaar uit negen verschoven beelden. Vervolgens sluit hij de 3D-monitor op zijn computer aan en dan zijn alle visjes opeens haarscherp in 3D te zien.
Redert: “De negen beelden zijn in elkaar geritst door telkens een kolom pixels te nemen van het ene beeld, en dan de volgende kolom pixels van het tweede beeld te nemen, enzovoort.” Daar overheen lopen rijen van minuscule lenzen. Eén lens overlapt precies negen verschillende pixels. Door de bolling van de lenzen verbuigen de lichtstralen zodanig dat als je vanaf een bepaald punt kijkt, je precies alle pixels van één van de negen foto’s ziet. Maar met je andere oog zie je precies alle pixels van een van de andere foto’s. Je hersenen zetten die combinatie weer om in een driedimensionaal beeld.
Redert wil met zijn 3D-studio onderzoeken hoeveel camera’s minimaal nodig zijn om de beeldkwaliteit van de huidige televisie te krijgen in 3D. Samen met het opnamebedrijf Dutchview zal hij een educatief tv-programma maken als test. Dat programma komt ook op dvd uit, zodat het mogelijk is om met de computermuis het beeld vrij te roteren. Redert: “Uiteindelijk zal het niet nodig zijn om voor een beeld negen camera’s op een rij te gebruiken, maar slechts twee. De computer kan de benodigde tussenbeelden daaruit afleiden.”
Redert ziet voor 3D-tv veel educatieve mogelijkheden. “Zo willen we ook een operatie opnemen, om te zien wat medische studenten daarvan kunnen leren. Misschien dat het zelfs beter is dan ‘live’ meekijken omdat de camera vanuit allerlei hoeken kan filmen zonder in de weg te staan.”
Een 3D-tv voegt met behulp van minuscule lenzen een extra dimensie toe aan het beeld. (Illustratie: Philips)
Comments are closed.