TNO gaat inzetten op meer samenwerking met de universiteiten, in de vorm van tien nieuwe gezamenlijke kenniscentra en meer eigen hoogleraren.
Samen sterk
TNO wil het aantal kenniscentra samen met de universiteiten fors uitbreiden. Topman ir. Jan Dekker denkt aan tien nieuwe samenwerkingsprojecten. Bij de nieuwe centra wil TNO een groot aantal aio’s onderbrengen. Dat schrijft de organisatie in haar nieuwe stratiegienota.
Met welke universiteiten TNO wil samenwerken, is nog niet bekend. Het ligt voor de hand dat met name de drie technische universiteiten en Wageningen in aanmerking komen. Zij zijn verreweg de belangrijkste partners in de vijftien samenwerkingsprojecten die TNO nu met de universiteiten heeft. TNO wil tevens het aantal bijzondere leerstoelen aan de universiteiten uitbreiden.
Daarnaast zoekt de organisatie de komende jaren ook toenadering tot kennisinstellingen in andere Europese landen, de Verenigde Staten en het Verre Oosten. TNO verwacht dat de buitenlandse omzet hierdoor fors stijgt: van 117 miljoen nu naar 170 miljoen in 2002.
Maar het kabinet wil niet dat TNO kennis verkoopt aan buitenlandse concurrenten van het Nederlands bedrijfsleven. De overheid stemt daarom alleen in met buitenlandse samenwerking als Nederlandse bedrijven daarvan profiteren. Dat liet het kabinet vorige week weten in een officiële reactie.
Ondanks de intensievere samenwerking met de universiteiten, wil TNO zich marktgerichter op gaan stellen. De organisatie wil meer geld beuren voor haar kennis, en zal in de toekomst meer octrooien aanvragen. Hiervoor wordt de commerciële dochter TNO Management BV opgericht, die met flinke winst moet gaan draaien.
Om die reden adviseerde de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) het kabinet onlangs de overheidssubsidie aan TNO fors te verlagen. Daarnaast wilde de AWT de verplichte winkelnering van de ministeries bij TNO afschaffen. Het kabinet neemt de aanbevelingen van de AWT niet over. TNO kan tot 2002 jaarlijks 340 miljoen aan overheidsgeld verwachten, slechts dertig miljoen minder dan nu het geval is. (HOP/KV)
Samen sterk
TNO wil het aantal kenniscentra samen met de universiteiten fors uitbreiden. Topman ir. Jan Dekker denkt aan tien nieuwe samenwerkingsprojecten. Bij de nieuwe centra wil TNO een groot aantal aio’s onderbrengen. Dat schrijft de organisatie in haar nieuwe stratiegienota.
Met welke universiteiten TNO wil samenwerken, is nog niet bekend. Het ligt voor de hand dat met name de drie technische universiteiten en Wageningen in aanmerking komen. Zij zijn verreweg de belangrijkste partners in de vijftien samenwerkingsprojecten die TNO nu met de universiteiten heeft. TNO wil tevens het aantal bijzondere leerstoelen aan de universiteiten uitbreiden.
Daarnaast zoekt de organisatie de komende jaren ook toenadering tot kennisinstellingen in andere Europese landen, de Verenigde Staten en het Verre Oosten. TNO verwacht dat de buitenlandse omzet hierdoor fors stijgt: van 117 miljoen nu naar 170 miljoen in 2002.
Maar het kabinet wil niet dat TNO kennis verkoopt aan buitenlandse concurrenten van het Nederlands bedrijfsleven. De overheid stemt daarom alleen in met buitenlandse samenwerking als Nederlandse bedrijven daarvan profiteren. Dat liet het kabinet vorige week weten in een officiële reactie.
Ondanks de intensievere samenwerking met de universiteiten, wil TNO zich marktgerichter op gaan stellen. De organisatie wil meer geld beuren voor haar kennis, en zal in de toekomst meer octrooien aanvragen. Hiervoor wordt de commerciële dochter TNO Management BV opgericht, die met flinke winst moet gaan draaien.
Om die reden adviseerde de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) het kabinet onlangs de overheidssubsidie aan TNO fors te verlagen. Daarnaast wilde de AWT de verplichte winkelnering van de ministeries bij TNO afschaffen. Het kabinet neemt de aanbevelingen van de AWT niet over. TNO kan tot 2002 jaarlijks 340 miljoen aan overheidsgeld verwachten, slechts dertig miljoen minder dan nu het geval is. (HOP/KV)
Comments are closed.