Campus

Tekentafeltalenten – Frisse neus, warme voeten

Vijftien graden en windkracht zeven om je oren. Dat is bibberen op het strandterras, zo middenin de herfst. Had je nu maar de ‘Stooff’, van IO-student Marloes Meerburg (23).


Zonder dat we het weten, loopt de wereld talloze pareltjes van producten mis. Op de enkeling die in productie wordt genomen na, eindigen de meeste bachelor-eindprojecten bij IO in de vergetelheid. Zonde. Daarom vanaf deze week in Delta: de mooiste en mafste ontwerpen van de beginnelingen aan de ontwerpfaculteit. 


Het is zo logisch, dat je het zelf had kunnen bedenken. Meerburg keek op een koude herfstdag eens om zich heen op het strand, en realiseerde zich dat de huidige terrasverwarmers weinig efficiënt zijn. Ze ondervroeg 23 bibberende gasten en raar maar waar: die zaten helemaal niet te wachten op een warm hoofd onder die verwarmers, maar op warme voeten. “De hitte van boven vonden de meeste mensen zelfs behoorlijk hinderlijk, als ze lekker aan de alcohol zaten”, vertelt Meerburg. “Bovendien verstoken die dingen hartstikke veel, en de meeste warmte wordt zo de lucht ingestoten.” Het idee voor haar voetenstoof ‘Stooff’, een kleurig kastje met een keramische plaat erin, was geboren. Eind vorig jaar presenteerde ze hem als eindproject voor haar bachelor.

Maar ja, de voetverwarmer mag er dan flitsend uitzien, wie gaat met zo’n apparaat onder zijn arm het terras op? “Het idee is dat horecagelegenheden de stoofjes aanschaffen”, lacht Meerburg. “Die zouden ze op een rekje op het terras moeten plaatsen, aan een oplader. Zo kan elke gast er één pakken, om zijn voeten minimaal een halfuur lang warm te houden.”

Hm, lekker. Alleen, hoe zit dat dan met de zweetvoetengeur van je voorganger? “Die valt reuze mee”, zegt Meerburg, “omdat je er gewoon met je schoenen in kunt. En je kunt hem schoonmaken. Mijn onderzoek wees juist uit dat mensen het een hygiënische oplossing vinden, in plaats van die muffe dekentjes die nu vaak op terrasstoelen liggen.”

Een gat in de markt, vond loungekussenfabrikant Smooff, voor wie Meerburg haar ontwerp maakte. Kat in het bakkie dus: dit zou zomaar het begin van een flitsende carrière kunnen betekenen. “Nou, nee: de investering was te groot”, vertelt Meerburg. “Het bedrijf maakt kussens, en bij mijn ontwerp komt veel techniek kijken. Het was een uitdaging om door hun denk- en productiewijze heen te breken, maar voor één product is de vervaardiging veel te duur.”

Dus nu? Meerburg: “Ik wil wel verder met dit ontwerp, maar vind maar eens bedrijf dat de investering aandurft. Zélf zou ik hem in elk geval heel graag willen hebben: koude voeten betekenen een koud lijf. Dit is een ideale oplossing.” Smelten je zolen niet op die hete plaat? “Welnee”, meent Meerburg. “De Stooff wordt niet warmer dan veertig graden.” Kun je na afloop uitgerust én warm weer verder joggen.

Om Civiele Techniek & Geowetenschappen financieel weer gezond te krijgen, moet de faculteit zes miljoen euro bezuinigen. De helft daarvan komt voor rekening van de afdeling Bouw. Op deze afdeling moeten 32 van de nu nog 156 medewerkers weg. Eenderde kan tot en met 2012 via natuurlijk verloop afvloeien, maar ongeveer twintig hangt gedwongen ontslag boven het hoofd. Voor hen geldt het sociaal plan en wordt gezocht naar andere functies binnen de TU.

In totaal moet CITG naast al deze bezuinigingen 3,5 miljoen euro extra aan inkomsten binnenhalen. De Quelerij zoekt daarvoor onder meer steun bij de civiele sector en organiseert daarvoor op 17 december een bijeenkomst op de faculteit. Hij hoopt dan intentieverklaringen te laten tekenen voor vijf jaar.
De sectie gebouwen en civieltechnische constructies wordt het hardst getroffen: zij moet in totaal vier medewerkers inleveren. Dat komt door te weinig inkomsten. De onderwijsinkomsten en -kosten moeten meer in balans komen en de sectie moet meer samenwerken met Bouwkunde, TNO en Rijkswaterstaat.
De sectie bouwprocessen moet het huidige onderzoek op de gebieden bouwprocessen en bouwinformatica stoppen. Onderwijs hierover wordt voortaan verzorgd via de faculteit Bouwkunde. Dit leidt tot vertrek van één medewerker.

Binnen deze sectie wordt de leerstoel integraal ontwerpen versterkt. Meer onderzoek moet meer geld gaan opleveren. De sectie moet meer samenwerken met Bouwkunde, onderzoeksinstituut OTB en Techniek, Bestuur & Management.

De sectie constructiemechanica heeft een licht positief resultaat, maar krimpt in ondersteuning. Na pensionering van het personeel van de leerstoel dynamica wordt onderwijs bij andere leerstoelen herbelegd. De sectie weg- en railbouwkunde heeft ook een licht positief resultaat, maar is daarvoor erg afhankelijk van inkomsten uit derde-geldstroomonderzoek. Dat is risicovol en bovendien geeft zij erg weinig onderwijs.

De sectie materials & environment heeft een negatief resultaat door de kosten van onder meer het micromechanische laboratorium. Dit kent echter een minimale personele bezetting en is noodzakelijk voor deze sectie. Daarom wordt dit lab ontzien.
Bij de leerstoel levenscyclustechnologie en materialen vervalt de functie van twee medewerkers.

Secretariële functies bij de gehele afdeling bouw worden samengevoegd tot één afdelingssecretariaat verdeeld over twee locaties. Verder wordt bezuinigd op ondersteuning. Onderzocht wordt deze medewerkers binnen de universiteitsdienst kunnen werken.
Het bouwlab (Stevin II) moet een macrolab worden waar ook de faculteit Bouwkunde en TNO Bouw & Ondergrond aan de slag kunnen. Beiden moet daar nog over besluiten. Lukt dit niet dan krimpt het lab in oppervlakte. De staf van het lab krimpt sowieso tot een kleine vaste kern. Bij pieken vindt inhuur plaats.
De ondernemingsraad buigt zich nog over dit voorgenomen besluit van het college van bestuur.   

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.