Opinion

Techniek met een menselijk gezicht

De onderwijsnota van de rector ontbeert visie op techniek en samenleving. Studie-adviseur Jaap van der Zuiden stelt voor de opleidingen te vernieuwen.


1 Illustratie Bram van Driel

Onlangs kreeg ik inzage in de nota ‘Vernieuwing van het onderwijs aan de TU Delft’ van de rector-magnificus. Hierin worden allerlei voorstellen gedaan en skeletten uit de kast gehaald, zoals de uniforme jaarindeling. Op die kwesties wil ik niet ingaan. Wat ik miste was een visie op de ontwikkeling van de rol van de techniek in de samenleving. Ik zal in dit stuk proberen dat tekort aan te vullen en een eigen visie ontwikkelen.

Als doel van de nota noemt de rector dat we tegemoet moeten komen aan wensen vanuit de samenleving. Bij het beschrijven van de achtergrond stelt hij dat ,,we moeten erkennen … dat we soms wel erg praktijk-gericht zijn en georiënteerd op het oplossen van ‘problemen van vandaag’.” Mijn vragen zijn: zit er een ontwikkeling in de wensen vanuit de samenleving en wat zijn de problemen van morgen?
Waarheen

Waar het heen gaat met de techniek, is een moeilijk te beantwoorden vraag. Door naar de ontwikkelingslijnen uit het verleden te kijken is, uitgaande van de huidige situatie, een visie op de toekomst mogelijk.

Techniek is ontstaan uit een behoefte van de mens om te beheersen/heersen/overleven. Het gaat om veiligheid, beschutting, voedsel. Belangrijke mijlpaal in die ontwikkeling is de beheersing van vuur voor afschrikking, voedselbereiding, verwarming. Een belangrijke volgende stap in de beheersing van vuur is het gebruik ervan in ovens om ertsen te smelten en metalen wapens en andere gebruiksvoorwerpen te vervaardigen. Historici noemen dat de overgang van het stenen tijdperk naar het bronzen tijdperk.

Een volgende belangrijke stap in de beheersing van vuur is, na de ontwikkeling van kanon en geweer, de ontwikkeling van de stoommachine en later de verbrandingsmotoren. Ingenieurs zijn dan een belangrijke beroepsgroep geworden en er worden officiële opleidingen opgericht.

Uitvinders zijn altijd al ingehuurd voor oorlogvoering (Archimedes, Leonardo da Vinci), voor de ontwikkeling en grootschalige productie van hulpmiddelen bij aanval, verdediging, transport. Opmerkelijk is dat de laatste wereldoorlog met heel andere middelen beëindigd is dan hij begonnen is. Heeft de techniek wel een menselijk gezicht, kunnen we ons met rede afvragen. Het lijkt alsof techniek de mens in staat moest stellen op het slagveld in kortere tijd grotere aantallen slachtoffers te maken. Grote bevolkingscentra en industriële centra moesten in een handomdraai vernietigd kunnen worden.

En dan verdwijnt vrij plotseling de grote democratie-staatsdictatuur tegenstelling door liberalisatie in de Sovjet-Unie en China. Als oorzaak zie ik dat in hetdictatoriale kamp de wapenwedloop door achterblijvende productiviteitsstijging niet volgehouden kon worden, maar dat terzijde.
Perspectief

Ondanks opborrelende fundamentalistische conflicten tussen etnische/nationalistische/religieuze groepen of staten lijkt er internationaal de wil tot wederzijdse acceptatie en onderlinge samenwerking te groeien. Het accent ligt nog steeds op het winnen van grondstoffen, industriële productie en handel, inclusief de financiering ervan. Toch durf ik te stellen dat er door het verdwijnen van wereldwijde ideologische patstellingen en het naar de achtergrond schuiven van de machtsposities van dogmatische religies er een kentering gaande is.

De productiecapaciteit van dit moment is enorm groot, de consumptie in de rijkere delen van de wereld ook, maar het bevredigt niet echt. Het welzijn is achtergebleven. Een andere tweedeling die je kunt maken is het onderscheid tussen materiële en immateriële voorzieningen. Bij het verlichten van menselijke problemen speelt het niveau van de immateriële voorzieningen een steeds grotere rol. Naast hulp bij handicap en lichamelijk ziekte hechten we in toenemende mate waarde aan hulp bij psychische ziekte en handicap. Volgens mij betekent dit het volgende: het accent van het belang van techniek verschuift van de winning en verwerking van grondstoffen voor welvaartsvergroting in de richting van productie en dienstverlening voor welzijnsvergroting. Op naar een techniek met een menselijk gezicht.
Uitwerking

Ik zie, voorlopig, twee belangrijke lijnen: duurzaam gebruik van grondstoffen en energie, en techniek in de gezondheidszorg.

Bij duurzaamheid denk ik aan het ontwerpen van producten/machines/apparaten/processen/systemen waarbij materiaalkeuze en energiebron bij het ontwerpproces behoren, inclusief de vraag wat er na het levenseinde van het ontworpene met het afval moet gebeuren.

Bij techniek in de gezondheidszorg denk ik aan uiteenlopende terreinen van toepassing van natuurwetenschappen en techniek bij de behandeling en revalidatie van patienten: biofysica, beeldopname- en beeldverwerkingstechnieken, ergonomie en cybernetica, instrumentatie, prothesen voor zintuigen en ledematen, … Er is al heel veel techniek in de gezondheidszorg. Laten we het in onze opleidingen halen en daarmee meer studenten trekken.

Potentiële studenten van nu willen een opleiding voor morgen. De rector heeft gelijk, wij hebben overwegend opleidingen van gisteren. Laten we niet roepen: ‘kies exact’, maar laten we de techniek(opleidingen) een menselijk gezicht geven.

In de Randstad liggen vier medische faculteiten en maar één TU. Kansen genoeg. En er zijn al vele contacten en samenwerkingsverbanden op onderzoekgebied. Mijn voorstel is om bestaande opleidingen te vernieuwen op basis van duurzaamheid en kringloop-gericht ontwerpen, en om nieuwe opleidingen tebeginnen met techniek in de gezondheidszorg: ‘biomedische techniek’, ‘biomedische diagnosetechniek’, …


1 Illustratie Bram van Driel

Onlangs kreeg ik inzage in de nota ‘Vernieuwing van het onderwijs aan de TU Delft’ van de rector-magnificus. Hierin worden allerlei voorstellen gedaan en skeletten uit de kast gehaald, zoals de uniforme jaarindeling. Op die kwesties wil ik niet ingaan. Wat ik miste was een visie op de ontwikkeling van de rol van de techniek in de samenleving. Ik zal in dit stuk proberen dat tekort aan te vullen en een eigen visie ontwikkelen.

Als doel van de nota noemt de rector dat we tegemoet moeten komen aan wensen vanuit de samenleving. Bij het beschrijven van de achtergrond stelt hij dat ,,we moeten erkennen … dat we soms wel erg praktijk-gericht zijn en georiënteerd op het oplossen van ‘problemen van vandaag’.” Mijn vragen zijn: zit er een ontwikkeling in de wensen vanuit de samenleving en wat zijn de problemen van morgen?
Waarheen

Waar het heen gaat met de techniek, is een moeilijk te beantwoorden vraag. Door naar de ontwikkelingslijnen uit het verleden te kijken is, uitgaande van de huidige situatie, een visie op de toekomst mogelijk.

Techniek is ontstaan uit een behoefte van de mens om te beheersen/heersen/overleven. Het gaat om veiligheid, beschutting, voedsel. Belangrijke mijlpaal in die ontwikkeling is de beheersing van vuur voor afschrikking, voedselbereiding, verwarming. Een belangrijke volgende stap in de beheersing van vuur is het gebruik ervan in ovens om ertsen te smelten en metalen wapens en andere gebruiksvoorwerpen te vervaardigen. Historici noemen dat de overgang van het stenen tijdperk naar het bronzen tijdperk.

Een volgende belangrijke stap in de beheersing van vuur is, na de ontwikkeling van kanon en geweer, de ontwikkeling van de stoommachine en later de verbrandingsmotoren. Ingenieurs zijn dan een belangrijke beroepsgroep geworden en er worden officiële opleidingen opgericht.

Uitvinders zijn altijd al ingehuurd voor oorlogvoering (Archimedes, Leonardo da Vinci), voor de ontwikkeling en grootschalige productie van hulpmiddelen bij aanval, verdediging, transport. Opmerkelijk is dat de laatste wereldoorlog met heel andere middelen beëindigd is dan hij begonnen is. Heeft de techniek wel een menselijk gezicht, kunnen we ons met rede afvragen. Het lijkt alsof techniek de mens in staat moest stellen op het slagveld in kortere tijd grotere aantallen slachtoffers te maken. Grote bevolkingscentra en industriële centra moesten in een handomdraai vernietigd kunnen worden.

En dan verdwijnt vrij plotseling de grote democratie-staatsdictatuur tegenstelling door liberalisatie in de Sovjet-Unie en China. Als oorzaak zie ik dat in hetdictatoriale kamp de wapenwedloop door achterblijvende productiviteitsstijging niet volgehouden kon worden, maar dat terzijde.
Perspectief

Ondanks opborrelende fundamentalistische conflicten tussen etnische/nationalistische/religieuze groepen of staten lijkt er internationaal de wil tot wederzijdse acceptatie en onderlinge samenwerking te groeien. Het accent ligt nog steeds op het winnen van grondstoffen, industriële productie en handel, inclusief de financiering ervan. Toch durf ik te stellen dat er door het verdwijnen van wereldwijde ideologische patstellingen en het naar de achtergrond schuiven van de machtsposities van dogmatische religies er een kentering gaande is.

De productiecapaciteit van dit moment is enorm groot, de consumptie in de rijkere delen van de wereld ook, maar het bevredigt niet echt. Het welzijn is achtergebleven. Een andere tweedeling die je kunt maken is het onderscheid tussen materiële en immateriële voorzieningen. Bij het verlichten van menselijke problemen speelt het niveau van de immateriële voorzieningen een steeds grotere rol. Naast hulp bij handicap en lichamelijk ziekte hechten we in toenemende mate waarde aan hulp bij psychische ziekte en handicap. Volgens mij betekent dit het volgende: het accent van het belang van techniek verschuift van de winning en verwerking van grondstoffen voor welvaartsvergroting in de richting van productie en dienstverlening voor welzijnsvergroting. Op naar een techniek met een menselijk gezicht.
Uitwerking

Ik zie, voorlopig, twee belangrijke lijnen: duurzaam gebruik van grondstoffen en energie, en techniek in de gezondheidszorg.

Bij duurzaamheid denk ik aan het ontwerpen van producten/machines/apparaten/processen/systemen waarbij materiaalkeuze en energiebron bij het ontwerpproces behoren, inclusief de vraag wat er na het levenseinde van het ontworpene met het afval moet gebeuren.

Bij techniek in de gezondheidszorg denk ik aan uiteenlopende terreinen van toepassing van natuurwetenschappen en techniek bij de behandeling en revalidatie van patienten: biofysica, beeldopname- en beeldverwerkingstechnieken, ergonomie en cybernetica, instrumentatie, prothesen voor zintuigen en ledematen, … Er is al heel veel techniek in de gezondheidszorg. Laten we het in onze opleidingen halen en daarmee meer studenten trekken.

Potentiële studenten van nu willen een opleiding voor morgen. De rector heeft gelijk, wij hebben overwegend opleidingen van gisteren. Laten we niet roepen: ‘kies exact’, maar laten we de techniek(opleidingen) een menselijk gezicht geven.

In de Randstad liggen vier medische faculteiten en maar één TU. Kansen genoeg. En er zijn al vele contacten en samenwerkingsverbanden op onderzoekgebied. Mijn voorstel is om bestaande opleidingen te vernieuwen op basis van duurzaamheid en kringloop-gericht ontwerpen, en om nieuwe opleidingen tebeginnen met techniek in de gezondheidszorg: ‘biomedische techniek’, ‘biomedische diagnosetechniek’, …

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.