De bomvolle zaal was muisstil terwijl MIT-kopstuk Ernest Moniz uiteindelijk zonder microfoon zijn visie op de energie-universiteit van de toekomst ontvouwde.
MIT energiedirecteur op bezoek
Technische universiteiten hebben een grote verantwoordelijkheid om in de komende decennia opkomende economieën van energie te voorzien en tegelijk de koolstofdioxide uitstoot te verminderen.
Dat stelt professor Ernest Moniz, directeur van het laboratorium voor energie en klimaat van het Massachusetts Institute of Technology en tevens lid van president Obama’s adviesraad voor wetenschap en technologie.
Maandag hield hij op uitnodiging van het Delft Energy Initiative een lezing voor een overvolle collegezaal. Moniz liet zich daarbij niet ontmoedigen door rondzingende, storende en defecte microfoons, noch door een haperende powerpointprojectie.
Tegen het midden van de eeuw wordt naar verwachting drie maal meer stroom gebruikt dan nu. Tegelijkertijd moet de CO2-uitstoot terug naar 2 ton per persoon per jaar. Nu is dat in de VS 19 ton en in Europa 10 ton. Zie daar de uitdaging.
Om daaraan tegemoet te komen zijn volgens Moniz innovaties nodig in politiek, industrie en techniek.
De politiek heeft het in Kopenhagen een stuk minder beroerd gedaan dan veel mensen denken, vindt Moniz. Áls alle toezeggingen waargemaakt worden, gaat nog in de komende tien jaar de totale CO2-uitstoot naar beneden. “But it’s a big IF”, gaf Moniz toe.
Het bedrijfsleven is niet erg innovatief op energiegebied, constateert Moniz, maar dat kan ook niet- ze zijn gericht op betrouwbaarheid en lage kosten, niet op vernieuwing. Universiteiten moeten door partnerschappen met energiebedrijven innovaties op industriële schaal brengen.
Technische innovaties tot slot zijn er volop, met de beste kansen voor energiebesparing, CO2-vrije elektriciteit en opslag van elektriciteit.
De universiteit heeft de bijzondere taak om wetenschap, innovatie en beleid bij elkaar te brengen, stelt Moniz. Hij raadt Delft aan om dat vooral in partnerschap met het bedrijfsleven te doen én in ontwikkelingslanden.
Lees donderdag het interview met Moniz in Delta weekblad
Zie de registratie van de lezing op Collegerama
Het debat komt op een moment dat de kritiek op marktwerking vanwege de kredietcrisis is aangezwollen. Tegelijk echter gaat het vergroten van de werking van de commerciële concurrentie in veel sectoren onverminderd voort, al gebeurt dat nu onder versluierende namen als doelmatigheid en klantgerichtheid. En, zo blijkt uit het onderzoek van de TU en Kwink, blijken afnemers van diensten in sectoren die zijn geliberaliseerd ‘zeer genuanceerd’ te denken over marktwerking.
Deelnemers aan de bijeenkomst van 20 mei zijn onderzoekers, bestuurders, hoogleraren en directeuren van bedrijven die de laatste jaren zijn gaan opereren op de woelige baren van de markt.
Er zijn twee discussieronden. In de eerste ronde gaan Mark Frequin (EZ), Jouke de Vries (Universiteit Leiden) en Ernst ten Heuvelhof (TU Delft) in debat over beleid, de bedoeling van marktwerking en principiële keuzes in marktwerking. In de tweede ronde discussiëren Margot Weijnen (TU Delft), Ton Kaper (vervoerbedrijf HTM) en Dick Jonker (Eneco) over de praktijk waarbij de consument tevreden lijkt over marktwerking.
Tussende debatten door wordt een onderzoek van TU’er Emiel Kerpershoek onder duizend burgers gepresenteerd. Marc Chavannes van de RU Groningen en NRC Handelsblad houdt het slotbetoog.
Plaats van handeling is de Haagse Lobby aan het Spui 68 in Den Haag. De bijeenkomst duurt van 15.00 tot 17.00 uur. Een beperkt aantal kaarten is beschikbaar. Aanmelden kan via info@nginfra.nl
MIT energiedirecteur op bezoek
Technische universiteiten hebben een grote verantwoordelijkheid om in de komende decennia opkomende economieën van energie te voorzien en tegelijk de uitstoot van koolstofdioxide te verminderen.
Dat stelt professor Ernest Moniz, directeur van het laboratorium voor energie en klimaat van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) en tevens lid van president Obama’s adviesraad voor wetenschap en technologie.
Maandag hield hij op uitnodiging van het Delft Energy Initiative een lezing voor een overvolle collegezaal. Moniz liet zich daarbij niet ontmoedigen door rondzingende, storende en defecte microfoons, noch door een haperende powerpointprojectie.
Tegen het midden van de eeuw wordt naar verwachting drie maal meer stroom gebruikt dan nu. Tegelijkertijd moet de CO2-uitstoot terug naar twee ton per persoon per jaar. Nu is dat in de VS negentien ton en in Europa tien ton. Zie daar de uitdaging.
Om daaraan tegemoet te komen zijn volgens Moniz innovaties nodig in politiek, industrie en techniek.
De politiek heeft het in Kopenhagen een stuk minder beroerd gedaan dan veel mensen denken, vindt Moniz. Áls alle toezeggingen waargemaakt worden, gaat nog in de komende tien jaar de totale CO2-uitstoot naar beneden. “But it’s a big if”, gaf Moniz toe.
Het bedrijfsleven is niet erg innovatief op energiegebied, constateert Moniz, maar dat kan ook niet- ze zijn gericht op betrouwbaarheid en lage kosten, niet op vernieuwing. Universiteiten moeten door partnerschappen met energiebedrijven innovaties op industriële schaal brengen.
Technische innovaties tot slot zijn er volop, met de beste kansen voor energiebesparing, CO2-vrije elektriciteit en opslag van elektriciteit.
De universiteit heeft de bijzondere taak om wetenschap, innovatie en beleid bij elkaar te brengen, stelt Moniz. Hij raadt Delft aan om dat vooral in partnerschap met het bedrijfsleven te doen én in ontwikkelingslanden.
Lees donderdag het interview met Moniz in de papieren Delta.
Zie de registratie van de lezing op Collegerama

Comments are closed.