Studenten die zwanger zijn of zorg dragen voor kinderen krijgen nog te weinig steun van hun hogeschool of universiteit. De instellingen zijn niet erg flexibel als het gaat om roosters en aanwezigheidsplicht, blijkt uit nieuw onderzoek.
Vorig jaar opperde D66 al het plan om hogescholen en universiteiten landelijke richtlijnen te geven over de omgang met studerende ouders. Maar minister Bussemaker zag hier niets in: “Het is aan de instellingen zelf om voor alle deelnemers zo veel mogelijk passende regelingen op maat te creëren”, zei ze toen.
Wetenschappers van de Vrije Universiteit hebben bij twaalf mbo-instellingen, vier hogescholen en drie universiteiten gekeken hoe het eigenlijk gesteld is met de regels en voorzieningen voor deze groep. Het zou in het hoger onderwijs gaan om ruim drieduizend studenten, en daar is nog verbetering nodig, concluderen ze. Zeventig procent van hen valt uit.
Onvoldoende
Er zijn al wel verschillende regelingen maar die zijn nog niet voldoende, aldus het rapport dat vanmiddag gepresenteerd wordt. Zo kunnen zwangere en pas bevallen studentes aanspraak maken op een financiële compensatie bij studievertraging en zijn instellingen wettelijk verplicht rekening te houden met de zwangerschap wanneer zij een bindend studieadvies uitdelen.
In de praktijk loopt het vaak anders. Bij meer dan de helft van de onderzochte instellingen komt de bsa-regeling niet terug in de eigen regelgeving of is die onduidelijk. Uit interviews blijkt dat veel studenten ook niet van het bestaan van deze regeling afweten.
Valkuil
De studenten kunnen vaak wel gebruik maken van algemene regelingen, zoals ‘ziekte’, of ‘persoonlijke omstandigheden’, waardoor ze onder bepaalde verplichtingen uit kunnen komen. Maar dat is tegelijkertijd een valkuil: zwangere studenten weten nooit of ze wel ‘ziek’ genoeg zijn om hier aanspraak op te maken.
Ook blijkt dat universiteiten en hogescholen vaak niets op papier te hebben staan met betrekking tot zwangerschaps- of zorgverlof of het maken van hertentamens. En hoewel de meerderheid van de instellingen wel toezeggingen heeft gedaan om tijd en ruimte beschikbaar te stellen voor kolven, is ook dit niet officieel in de reglementen opgenomen.
De VU-wetenschappers vragen zich af of dit alles niet in strijd is met het verbod op seksediscriminatie. Ze doen daarom een aantal aanbevelingen. Maak duidelijke regels, zodat studenten weten waar ze aan toe zijn. Zet deze informatie duidelijk en zichtbaar online: de voorzieningen en regels zijn nu vaak lastig te vinden.
En de landelijke politiek zou tóch een duit in het zakje moeten doen, want die moet onder meer het recht op verlof en een flexibel studieprogramma regelen, vinden de onderzoekers.
Willekeur
Annemieke de Jong, oprichter en directeur van het Steunpunt Studerende Moeders, heeft veel moeite met de willekeur van hogescholen en universiteiten. “Wettelijke regelingen worden verkeerd geïnterpreteerd of niet opgevolgd. Ik heb wel eens meegemaakt dat er tegen een moeder werd gezegd dat ze beter niet zwanger had kunnen worden.”
“Er is in tien jaar tijd weinig veranderd”, verzucht De Jong. “Toen al werd er gezegd dat hogescholen en universiteiten dit probleem zelf moesten aanpakken. Lang hebben we dat geloofd, maar het is niet gebeurd. De minister is aan zet: er moeten nu eindelijk wettelijke regels komen waarin in elk geval staat dat alle studenten recht hebben op zwangerschapsverlof.”
Comments are closed.