Ik ben in de afgelopen weken in de stellige overtuiging geraakt dat de winter zichzelf te veel gedraagt als een Delftse student. Hij doet niet zijn werk als het echt nodig is, doet in de periode aangewezen voor zijn activiteit in het begin niks en gaat pas aan het einde, wanneer het eigenlijk net te laat is, zijn best doen.
En maar klagen als mensen vinden dat hij meer had kunnen doen!
Aangezien de winter toch te laat is, lijkt mij dit een goed moment om er toch nog een winters gerechtje doorheen te duwen. Een stille favoriet, de stoofpeer! Persoonlijk gebruik ik altijd een Gieser Wildeman, maar andere peren kunnen ook. Als het maar een harde peer is.
Stoofpeertjes
Moeilijkheidsgraad: kat in het bakkie
Materiaal: schilmesje, grote stoofpan
Ingrediënten: stoofperen (1 per persoon, kun je zelf bepalen hoeveel je er doet), wijn, port, kaneel, steranijs, zoethout , kruidnagel, citroenschil, suiker
Stoofperen is een makkelijk proces, maar het duurt domweg even. Het is een van die dingen die je niet moet forceren, anders lukt het niet. Schil de peertjes en doe ze in de pan. Vul je pan met wijn en port in een drie-op-een-verhouding tot de peren net onder staan. Doe vervolgens gebroken kaneelstokjes, stokjes zoethout en wat steranijs in de pan, samen met ongeveer drie tot vijf kruidnagels en de schil van 1 citroen. Suiker naar smaak toevoegen en het geheel op een laag vuur opzetten. Het proces van stoven kan wel zes tot tien uur duren, dus zet de peren het liefst de dag van tevoren op het laagste pitje op en laat ze ‘s nachts afkoelen. Het stoofvocht moet niet aan de kook worden gebracht, want dan vallen de peren te ver uit elkaar. De kruiden zijn ook naar eigen smaak, maar mogen best sterk zijn! Nu alleen de winter nog…
met geslepen messen,
Job Hogewoning
Comments are closed.