Het nieuwe kabinet investeert achthonderd miljoen euro in milieu, waaronder schone energie. Dat zorgt voor blije gezichten bij TU-kopstukken, die zich met duurzaamheid bezighouden.
Maar aan de zak met geld zitten ook ambitieuze plannen vast. Te ambitieus, denkt reactorfysicus Tim van der Hagen. Maar volgens rasoptimist Wubbo Ockels gaan de plannen van het kabinet juist niet ver genoeg.
Dat de PvdA en de ChristenUnie, die beide veel aandacht hebben voor milieu en duurzaamheid in hun partijprogramma’s, deelnemen aan het kabinet deed de duurzaamheidshoogleraren aan de TU Delft watertanden. Bij herhaling noemt het kabinet zijn plannen ‘ambitieus’. Het loopt met zijn duurzaamheidbeleid zelfs voorop in Europa.
Maar zijn die plannen niet te ambitieus? De eerste blijdschap over nieuwe aandacht voor duurzaamheid, maakt bij wetenschappers plaats voor verbazing. In het regeerakkoord staat dat het kabinet streeft naar ‘een energiebesparing van twee procent per jaar, een verhoging van het aandeel duurzame energie tot twintig procent in 2020 en een reductie van de uitstoot van broeikasgassen van dertig procent in 2020 ten opzichte van 1990’.
“Dat is helemaal niet realistisch”, meent directeur van het Delftse reactorinstituut prof.dr.ir. Tim van der Hagen. Hij hield dit jaar de diesrede over duurzame energie. “Ik ben heel blij met de aandacht die duurzame energie krijgt en ik vind het een goed streven, maar het zijn loze kreten. Want dit halen we niet. De vraag naar energie is in 2020 nog veel groter dan nu. Het zal daarom al lastig zijn om de CO2-uitstoot te stabiliseren. Tenzij je zegt dat we een tekort aan energie voor lief nemen, bijvoorbeeld door een aantal keren per week autoloze dagen te hebben of de elektriciteit verplicht af te sluiten.”
Ook hoogleraar windenergie prof.dr.ir. Gijs van Kuik (Civiele Techniek en Geowetenschappen) heeft zijn twijfels over de doelstellingen van het kabinet. “In Denemarken wordt op dit moment 23 procent van de elektriciteit opgewekt door windmolens. Dat zou in Nederland ook kunnen. In 2020 zouden we dus ongeveer een kwart van de elektriciteit uit schone energie kunnen halen. Maar dan praat je alleen over elektriciteit, niet over alle energie. Ik vind deze plannen vooral belangrijk als punt aan de horizon. Het is goed dat we naar deze cijfers streven, maar we moeten niet teleurgesteld zijn als we niet in 2020, maar pas tien jaar later zo ver zijn.”
Pessimistisch
Prof.dr. Wubbo Ockels, hoogleraar duurzaamheid bij Luchtvaart- en Ruimtvaarttechniek, hekelt de reacties van zijn collega’s. “Jammer”, vindt hij ze. “Als Van der Hagen zo pessimistisch is over duurzame energie, kan hij niet goed duurzaamheid uitdragen. Ik heb soms ook moeite om optimistisch te blijven. Vooral als ik weer een rapport lees, waarin staat dat het nog slechter met de natuur gesteld is dan we al dachten. Maar dan ga ik achter mijn computer zitten en maak net zolang berekeningen tot ik zie dat het wel mogelijk is om veel duurzame energie te produceren.”
Rasoptimist Ockels vindt zelfs dat het kabinet niet ver genoeg gaat. “Ik laat in mijn colleges zien dat in 2050 het energieverbruik twee keer zo hoog is als nu. Als dan slechts de helft van die energie schoon is, zijn we dus net zo vuil als nu. Het is daarom beter om 75 procent duurzame energie in 2050 als norm te stellen. Door te zeggen dat we in 2020 maar twintig procent hoeven te halen, doe je het slechter dan volgens mijn berekeningen nodig is.”
Volgens Ockels zijn er wel grote veranderingen nodig om deze cijfers te halen. Hij benadrukt, net als zijn collega’s, dat het al twee voor twaalf is geweest. “Daarom moeten we rigoureuze maatregelen nemen. Dit kabinet moet zorgen voor strenge eisen, bijvoorbeeld dat een auto bijna niet mag vervuilen. Dan komt er een noodzaak om te innoveren. Het kabinet kan er ook voor zorgen dat alle auto’s op elektriciteit rijden en mensen verplichten om zonnecellen op hun dak te zetten. Daar kunnen we vandaag nog mee beginnen.”
Maar over dat laatste heeft hoogleraar anorganische chemie prof.dr. Joop Schoonman (Technische Natuurwetenschappen), pionier in het onderzoek naar zonnecellen, zo zijn twijfels. Hij doet al jaren onderzoek naar zonnedaken. “Zonnecellen zijn op dit moment nog heel duur. Ze worden gemaakt van silicium, dat veel geld kost. We zijn hard aan het werk om zonnecellen van veel goedkoper materiaal te maken, zoals titaniumdioxide, dat ook in tandpasta zit. Maar zover zijn we helaas nog niet. Belangrijker vind ik dat het beleid dat nu wordt ingezet tot 2020 wordt volgehouden. Iedere vier jaar dat oscillerend gedrag – dan is er weer wel geld beschikbaar, dan weer niet . daar moeten we van af. Het is heel moeilijk om te voorspellen of de normen die dit kabinet stelt, gehaald kunnen worden. Want het kan zo maar dat we een nieuw goedkoop materiaal vinden om zonnecellen te produceren. Of dat we nieuwe materialen vinden om waterstof in op te slaan, voor in auto’s. Dan zijn we heel veel stappen verder. Wat mij betreft ligt daarin de sleutel tot goed duurzaam onderzoek: het onderzoeken van materialen. Een doorbraak brengt alle onderzoeken in een stroomversnelling.”
Nood
Over één ding zijn de hoogleraren het eens: alle opties moeten open worden gehouden. Van der Hagen: “We hebben niet de luxe om op één oplossing te gokken. De nood is gigantisch. Vergeet niet dat Nederland een van de eerste landen is die last zal krijgen van de stijging van de zeespiegel.” Dat betekent volgens de hoogleraren dat de productie van zonnecellen, windenergie, biomassa, waterstofauto’s en de opslag van CO2 moet worden gestimuleerd. Van der Hagen en Schoonman pleiten ook voor kernenergie. Van der Hagen voert al jaren een actieve lobby door te benadrukken dat kernenergie duurzaam is en nieuwe centrales zeer veilig zijn.
De TU-kopstukken zijn lovend over Jacqueline Cramer, de nieuwe minister van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu, waar energiebeleid onder valt (voorheen viel dat onder Economische Zaken). Ze was hoogleraar duurzaam ondernemen aan de Universiteit Utrecht. Schoonman: “Ze is goed in haar vak en heeft een milieubewuste houding. Ze weet waar ze het over heeft.”
Ook Ockels is optimistisch over de nieuwe minister. Al betrapte hij haar direct op een uitglijder. “Ze zei laatst dat ze alle dieselmotoren het land uit wil gooien. Dat soort stomme dingen moet ze niet zeggen. Ze kan beter grenzen stellen aan de vervuiling. Dan moeten wetenschappers hard aan het werk om te zorgen dat die norm wordt gehaald. Nu zie je vaak dat ambtenaren bepalen wie subsidie krijgen, terwijl ze weinig verstand hebben van techniek. Laat de oplossing maar over aan de ingenieurs.”
(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)
De plannen van het kabinet
– Het aandeel duurzame energie moet stijgen naar twintig procent in 2020
– De uitstoot van broeikasgassen moet in 2020 met dertig procent zijn afgenomen ten opzichte van het niveau in 1990
– Energiebesparing van twee procent per jaar
– Er komt een subsidieregeling voor duurzame energie
– Er wordt . met speciale aandacht voor de ontwikkeling van duurzame energie . extra geïnvesteerd in ongebonden en zuiver wetenschappelijk onderzoek
– De overheid zal inzetten op een versnelde introductie van nieuwe schone technologie
– Geen nieuwe kerncentrales tijdens dit kabinet, Borssele blijft open
Tevredenheid over Haagse onderzoekslente
Driekwart miljard euro extra voor innovatie, kennis en onderzoek. Toponderzoeker Ronald Plasterk als minister van onderwijs en wetenschap. En oud-hoogleraar duurzaam ondernemen Jacqueline Cramer op volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu. Al blijft er altijd wat te klagen, onderzoekend Nederland bromt instemmend.
“Het accent van de nieuwe regering op het vrije ongebonden onderzoek heeft onze volledige steun”, juichen de leden van de veelbesproken commissie Dynamisering bijvoorbeeld in een brief. Onder leiding van NWO-directeur Hans Chang pleitte de commissie vorig jaar voor een extra investering van jaarlijks 1 miljard euro in onderwijs en onderzoek aan de universiteiten. Daarvan zou de helft naar NWO moeten, en de helft rechtstreeks naar de instellingen. Dat zou het ‘gestolde wantrouwen’ tussen overheid, universiteiten en bedrijfsleven kunnen doorbreken.
De 750 miljoen extra die de regeringspartijen tot 2011 uittrekken voor innovatie, kennis en onderzoek zijn maar een schijntje vergeleken bij de inzet van Changs eindrapport. Toch kan die verhoging van het budget de goedkeuring van de commissie wegdragen. De regering moet dat geld vooral zo spoedig mogelijk overmaken aan NWO.
‘Wij schrijven hier het woord ‘spoedig’, omdat wij geen herhaling zouden willen van wat zich bij de Smart¬mix heeft afgespeeld”, aldus de brief. “Het is een feit dat heden nog steeds geen Smartmix-aanvragen volgens een nette procedure zijn toegewezen, terwijl het alweer jaren geleden is dat tot de honderd miljoen euro Smart-mix door de regering werd besloten.’
Op het ‘gestolde wantrouwen’ komt de brief niet terug. Desgevraagd zegt Chang: “Ik zie wel interessante bewegingen bij de universiteiten. De drie TU’s zijn bijvoorbeeld een federatie gaan vormen om beter samen te werken. Men heeft zich dus iets aangetrokken van wat we schreven.”
Verder wijst Chang erop dat de nieuwe minister van onderwijs, Ronald Plasterk, mede de grote advertentie heeft ondertekend waarin de Spinoza-prijswinnaars hun steun voor de commissie Chang uitspraken. “Ik zal hem niet houden aan die ondertekening, want ik weet hoe groepsprocessen werken. Maar het was een verstandige advertentie.”
Ook de koepelorganisaties in het hoger onderwijs en de studentenbonden reageren overwegend positief op het regeerakkoord en het extra geld voor onderwijs en onderzoek. Al waakt VSNU-voorzitter Sijbolt Noorda voor euforie. “Het is nog niet helemaal duidelijk wat de getallen precies inhouden. Ik krijg de indruk dat er nog wel wat speling is”. (HOP/MK)
Dat de PvdA en de ChristenUnie, die beide veel aandacht hebben voor milieu en duurzaamheid in hun partijprogramma’s, deelnemen aan het kabinet deed de duurzaamheidshoogleraren aan de TU Delft watertanden. Bij herhaling noemt het kabinet zijn plannen ‘ambitieus’. Het loopt met zijn duurzaamheidbeleid zelfs voorop in Europa.
Maar zijn die plannen niet te ambitieus? De eerste blijdschap over nieuwe aandacht voor duurzaamheid, maakt bij wetenschappers plaats voor verbazing. In het regeerakkoord staat dat het kabinet streeft naar ‘een energiebesparing van twee procent per jaar, een verhoging van het aandeel duurzame energie tot twintig procent in 2020 en een reductie van de uitstoot van broeikasgassen van dertig procent in 2020 ten opzichte van 1990’.
“Dat is helemaal niet realistisch”, meent directeur van het Delftse reactorinstituut prof.dr.ir. Tim van der Hagen. Hij hield dit jaar de diesrede over duurzame energie. “Ik ben heel blij met de aandacht die duurzame energie krijgt en ik vind het een goed streven, maar het zijn loze kreten. Want dit halen we niet. De vraag naar energie is in 2020 nog veel groter dan nu. Het zal daarom al lastig zijn om de CO2-uitstoot te stabiliseren. Tenzij je zegt dat we een tekort aan energie voor lief nemen, bijvoorbeeld door een aantal keren per week autoloze dagen te hebben of de elektriciteit verplicht af te sluiten.”
Ook hoogleraar windenergie prof.dr.ir. Gijs van Kuik (Civiele Techniek en Geowetenschappen) heeft zijn twijfels over de doelstellingen van het kabinet. “In Denemarken wordt op dit moment 23 procent van de elektriciteit opgewekt door windmolens. Dat zou in Nederland ook kunnen. In 2020 zouden we dus ongeveer een kwart van de elektriciteit uit schone energie kunnen halen. Maar dan praat je alleen over elektriciteit, niet over alle energie. Ik vind deze plannen vooral belangrijk als punt aan de horizon. Het is goed dat we naar deze cijfers streven, maar we moeten niet teleurgesteld zijn als we niet in 2020, maar pas tien jaar later zo ver zijn.”
Pessimistisch
Prof.dr. Wubbo Ockels, hoogleraar duurzaamheid bij Luchtvaart- en Ruimtvaarttechniek, hekelt de reacties van zijn collega’s. “Jammer”, vindt hij ze. “Als Van der Hagen zo pessimistisch is over duurzame energie, kan hij niet goed duurzaamheid uitdragen. Ik heb soms ook moeite om optimistisch te blijven. Vooral als ik weer een rapport lees, waarin staat dat het nog slechter met de natuur gesteld is dan we al dachten. Maar dan ga ik achter mijn computer zitten en maak net zolang berekeningen tot ik zie dat het wel mogelijk is om veel duurzame energie te produceren.”
Rasoptimist Ockels vindt zelfs dat het kabinet niet ver genoeg gaat. “Ik laat in mijn colleges zien dat in 2050 het energieverbruik twee keer zo hoog is als nu. Als dan slechts de helft van die energie schoon is, zijn we dus net zo vuil als nu. Het is daarom beter om 75 procent duurzame energie in 2050 als norm te stellen. Door te zeggen dat we in 2020 maar twintig procent hoeven te halen, doe je het slechter dan volgens mijn berekeningen nodig is.”
Volgens Ockels zijn er wel grote veranderingen nodig om deze cijfers te halen. Hij benadrukt, net als zijn collega’s, dat het al twee voor twaalf is geweest. “Daarom moeten we rigoureuze maatregelen nemen. Dit kabinet moet zorgen voor strenge eisen, bijvoorbeeld dat een auto bijna niet mag vervuilen. Dan komt er een noodzaak om te innoveren. Het kabinet kan er ook voor zorgen dat alle auto’s op elektriciteit rijden en mensen verplichten om zonnecellen op hun dak te zetten. Daar kunnen we vandaag nog mee beginnen.”
Maar over dat laatste heeft hoogleraar anorganische chemie prof.dr. Joop Schoonman (Technische Natuurwetenschappen), pionier in het onderzoek naar zonnecellen, zo zijn twijfels. Hij doet al jaren onderzoek naar zonnedaken. “Zonnecellen zijn op dit moment nog heel duur. Ze worden gemaakt van silicium, dat veel geld kost. We zijn hard aan het werk om zonnecellen van veel goedkoper materiaal te maken, zoals titaniumdioxide, dat ook in tandpasta zit. Maar zover zijn we helaas nog niet. Belangrijker vind ik dat het beleid dat nu wordt ingezet tot 2020 wordt volgehouden. Iedere vier jaar dat oscillerend gedrag – dan is er weer wel geld beschikbaar, dan weer niet . daar moeten we van af. Het is heel moeilijk om te voorspellen of de normen die dit kabinet stelt, gehaald kunnen worden. Want het kan zo maar dat we een nieuw goedkoop materiaal vinden om zonnecellen te produceren. Of dat we nieuwe materialen vinden om waterstof in op te slaan, voor in auto’s. Dan zijn we heel veel stappen verder. Wat mij betreft ligt daarin de sleutel tot goed duurzaam onderzoek: het onderzoeken van materialen. Een doorbraak brengt alle onderzoeken in een stroomversnelling.”
Nood
Over één ding zijn de hoogleraren het eens: alle opties moeten open worden gehouden. Van der Hagen: “We hebben niet de luxe om op één oplossing te gokken. De nood is gigantisch. Vergeet niet dat Nederland een van de eerste landen is die last zal krijgen van de stijging van de zeespiegel.” Dat betekent volgens de hoogleraren dat de productie van zonnecellen, windenergie, biomassa, waterstofauto’s en de opslag van CO2 moet worden gestimuleerd. Van der Hagen en Schoonman pleiten ook voor kernenergie. Van der Hagen voert al jaren een actieve lobby door te benadrukken dat kernenergie duurzaam is en nieuwe centrales zeer veilig zijn.
De TU-kopstukken zijn lovend over Jacqueline Cramer, de nieuwe minister van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu, waar energiebeleid onder valt (voorheen viel dat onder Economische Zaken). Ze was hoogleraar duurzaam ondernemen aan de Universiteit Utrecht. Schoonman: “Ze is goed in haar vak en heeft een milieubewuste houding. Ze weet waar ze het over heeft.”
Ook Ockels is optimistisch over de nieuwe minister. Al betrapte hij haar direct op een uitglijder. “Ze zei laatst dat ze alle dieselmotoren het land uit wil gooien. Dat soort stomme dingen moet ze niet zeggen. Ze kan beter grenzen stellen aan de vervuiling. Dan moeten wetenschappers hard aan het werk om te zorgen dat die norm wordt gehaald. Nu zie je vaak dat ambtenaren bepalen wie subsidie krijgen, terwijl ze weinig verstand hebben van techniek. Laat de oplossing maar over aan de ingenieurs.”
(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)
De plannen van het kabinet
– Het aandeel duurzame energie moet stijgen naar twintig procent in 2020
– De uitstoot van broeikasgassen moet in 2020 met dertig procent zijn afgenomen ten opzichte van het niveau in 1990
– Energiebesparing van twee procent per jaar
– Er komt een subsidieregeling voor duurzame energie
– Er wordt . met speciale aandacht voor de ontwikkeling van duurzame energie . extra geïnvesteerd in ongebonden en zuiver wetenschappelijk onderzoek
– De overheid zal inzetten op een versnelde introductie van nieuwe schone technologie
– Geen nieuwe kerncentrales tijdens dit kabinet, Borssele blijft open
Tevredenheid over Haagse onderzoekslente
Driekwart miljard euro extra voor innovatie, kennis en onderzoek. Toponderzoeker Ronald Plasterk als minister van onderwijs en wetenschap. En oud-hoogleraar duurzaam ondernemen Jacqueline Cramer op volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu. Al blijft er altijd wat te klagen, onderzoekend Nederland bromt instemmend.
“Het accent van de nieuwe regering op het vrije ongebonden onderzoek heeft onze volledige steun”, juichen de leden van de veelbesproken commissie Dynamisering bijvoorbeeld in een brief. Onder leiding van NWO-directeur Hans Chang pleitte de commissie vorig jaar voor een extra investering van jaarlijks 1 miljard euro in onderwijs en onderzoek aan de universiteiten. Daarvan zou de helft naar NWO moeten, en de helft rechtstreeks naar de instellingen. Dat zou het ‘gestolde wantrouwen’ tussen overheid, universiteiten en bedrijfsleven kunnen doorbreken.
De 750 miljoen extra die de regeringspartijen tot 2011 uittrekken voor innovatie, kennis en onderzoek zijn maar een schijntje vergeleken bij de inzet van Changs eindrapport. Toch kan die verhoging van het budget de goedkeuring van de commissie wegdragen. De regering moet dat geld vooral zo spoedig mogelijk overmaken aan NWO.
‘Wij schrijven hier het woord ‘spoedig’, omdat wij geen herhaling zouden willen van wat zich bij de Smart¬mix heeft afgespeeld”, aldus de brief. “Het is een feit dat heden nog steeds geen Smartmix-aanvragen volgens een nette procedure zijn toegewezen, terwijl het alweer jaren geleden is dat tot de honderd miljoen euro Smart-mix door de regering werd besloten.’
Op het ‘gestolde wantrouwen’ komt de brief niet terug. Desgevraagd zegt Chang: “Ik zie wel interessante bewegingen bij de universiteiten. De drie TU’s zijn bijvoorbeeld een federatie gaan vormen om beter samen te werken. Men heeft zich dus iets aangetrokken van wat we schreven.”
Verder wijst Chang erop dat de nieuwe minister van onderwijs, Ronald Plasterk, mede de grote advertentie heeft ondertekend waarin de Spinoza-prijswinnaars hun steun voor de commissie Chang uitspraken. “Ik zal hem niet houden aan die ondertekening, want ik weet hoe groepsprocessen werken. Maar het was een verstandige advertentie.”
Ook de koepelorganisaties in het hoger onderwijs en de studentenbonden reageren overwegend positief op het regeerakkoord en het extra geld voor onderwijs en onderzoek. Al waakt VSNU-voorzitter Sijbolt Noorda voor euforie. “Het is nog niet helemaal duidelijk wat de getallen precies inhouden. Ik krijg de indruk dat er nog wel wat speling is”. (HOP/MK)
Comments are closed.