Campus

Taalbron

Wie geen olie meer in de lamp heeft, is er financieel slecht aan toe. Ruwe petroleum is het slijk der aarde, en in het taalgebruik worden er zeer wereldlijke eigenschappen aan toegekend. Dat in aardlagen samengeperste planktonresten en afbraakstoffen zo’n hoge vlucht zouden nemen ligt dan ook niet voor hand.

Lange tijd rommelde de mensheid maar wat aan met het kleverige goedje, dat vooral werd bewerkt tot kwalijk riekend elixer dat tal van lichamelijke klachten moest verlichten. In de vijftiende eeuw bestond zelfs een levendige handel in olie als medicijn.

Nieuwe vormen van vervoer leverden ook nieuw gebruik van olie op. Toen paard en wagen in zwang kwamen, smeerde men de assen er mee in om wrijving tegen te gaan. De uitvinding van de automobiel, die rond 1913 de invoering van grote kraakinstallaties nodig maakte, trok de enigszins kwakkelende olie-industrie aan het begin van deze eeuw zelfs uit het slop. Voorheen werd benzine evenwel als ongewenst bijproduct afgefakkeld, want het was de eerste olievorsers eigenlijk om kerosine te doen.

De moderne olieindustrie ontstond namelijk uit de vraag naar betere verlichting, waarvoor kerosine zeer geschikt bleek. De Amerikaanse industrieel Henry Bissel vermoedde halverwege de vorige eeuw dat uit aardolie prima lampolie bereid kon worden. Dit werd later bevestigd door de chemicus Benjamin Silliman jr, die de brandstof door distillatie aan een oliemonster wist te onttrekken. Na de eerste succesvolle olieboring door kolonel E.L. Drake op 27 augustus 1859 in Oil Creek Valley, stak menigeen een boor in de grond en groeide de olieproductie explosief.

In 1861 veroorzaakte dit grote aanbod een sterke prijsdaling, en was de eerste oliecrisis in de geschiedenis een feit. Een buitenkansje voor gewiekste zakenlieden. John D. Rockefeller sr. sloeg zijn slag, en wist de bedrijfstak door bundeling van maatschappijen en goedkope distributie via pijpleidingen te saneren. Met zijn Standard Oil Company, de eerste grote oliemaatschappij, werd hij uiteindelijk stinkend rijk.

Dit is de laatste aflevering in een serie van zeven.

Ruwe petroleum is het slijk der aarde, en in het taalgebruik worden er zeer wereldlijke eigenschappen aan toegekend. Dat in aardlagen samengeperste planktonresten en afbraakstoffen zo’n hoge vlucht zouden nemen ligt dan ook niet voor hand. Lange tijd rommelde de mensheid maar wat aan met het kleverige goedje, dat vooral werd bewerkt tot kwalijk riekend elixer dat tal van lichamelijke klachten moest verlichten. In de vijftiende eeuw bestond zelfs een levendige handel in olie als medicijn.

Nieuwe vormen van vervoer leverden ook nieuw gebruik van olie op. Toen paard en wagen in zwang kwamen, smeerde men de assen er mee in om wrijving tegen te gaan. De uitvinding van de automobiel, die rond 1913 de invoering van grote kraakinstallaties nodig maakte, trok de enigszins kwakkelende olie-industrie aan het begin van deze eeuw zelfs uit het slop. Voorheen werd benzine evenwel als ongewenst bijproduct afgefakkeld, want het was de eerste olievorsers eigenlijk om kerosine te doen.

De moderne olieindustrie ontstond namelijk uit de vraag naar betere verlichting, waarvoor kerosine zeer geschikt bleek. De Amerikaanse industrieel Henry Bissel vermoedde halverwege de vorige eeuw dat uit aardolie prima lampolie bereid kon worden. Dit werd later bevestigd door de chemicus Benjamin Silliman jr, die de brandstof door distillatie aan een oliemonster wist te onttrekken. Na de eerste succesvolle olieboring door kolonel E.L. Drake op 27 augustus 1859 in Oil Creek Valley, stak menigeen een boor in de grond en groeide de olieproductie explosief.

In 1861 veroorzaakte dit grote aanbod een sterke prijsdaling, en was de eerste oliecrisis in de geschiedenis een feit. Een buitenkansje voor gewiekste zakenlieden. John D. Rockefeller sr. sloeg zijn slag, en wist de bedrijfstak door bundeling van maatschappijen en goedkope distributie via pijpleidingen te saneren. Met zijn Standard Oil Company, de eerste grote oliemaatschappij, werd hij uiteindelijk stinkend rijk.

Dit is de laatste aflevering in een serie van zeven.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.