Veertig tot vijftig jaar geleden ontwikkelden Almere en Zoetermeer zich tot nieuwe steden. Een uitstekend boek laat zien hoe ze zich vormden en bekritiseerd werden.
Lelystad, Almere, Zoetermeer en Nieuwegein. Voor de een staat het voor fijn wonen in ruime woningen. Voor anderen is het een suburbane nachtmerrie vol zielloze bebouwing. Weinig stedenbouwkundige vernieuwingen zijn onder inwoners en buitenstaanders zo veelbesproken als de nieuwe steden.
Daarom is ‘Atlas Nieuwe Steden’, dat de ontwikkeling ervan in kaart brengt, een welkom boek. Toch duurde het even voordat een dergelijk werk verscheen. ‘Suburbaniteit is nooit populair geweest bij stedenbouwkundigen en stadssociologen, zoals de binnenstad dat was’, schrijft directeur Planbureau voor de Leefomgeving prof.dr. Maarten Hajer in zijn voorwoord.
Populair of niet, de steden hebben een geschiedenis. Het begin is stroef. De schrijvers concluderen dat ‘slechts zelden sprake is van een uitgewerkt idee over stedelijkheid’. De reden daarvoor was dat men de toekomst te onzeker vond en plannen flexibel moesten zijn. Eerst werd dus begonnen met het bouwen van wijken. Een ‘stadscentrum werd hoogstens gezien als sluitstuk van de nieuwe stad’. De planning van de steden kenden daardoor ‘een aarzelend begin’. In Lelystad was volgens de auteurs zelfs sprake van een ‘valse start’. De ontwikkeling van die stad komt pas na 1972 op gang.
De steden vormden zich met vallen en opstaan. Steeds weer nieuwe zienswijzen en veranderde woonwensen speelden daarbij een grote rol. De steden moesten weliswaar zo flexibel mogelijk zijn, maar liepen daardoor ook voortdurend achter de feiten aan.
Vanaf de jaren zeventig werd voor een nieuwe insteek gekozen. Niet het stadsgewest, maar de buurt moest centraal staan. Er was meer behoefte aan herbergzaamheid en het vervlechten van wonen, werken, winkelen en uitgaan. Wijken als Almere Haven en Zoetermeer Seghwaert moesten de rol gaan vervullen van gezellige oud-Hollandse stadjes.
Ook daarna zijn er tegengestelde zienswijzen op de steden. De een vindt Almere bijvoorbeeld te weinig stedelijk. De ander, zoals de Amsterdamse architect Izak Salomons, benadrukt juist dat Almere-Haven te weinig suburbaan is.
Dit voorbeeld geeft aan hoe interessant de ontwikkeling van de nieuwe steden is. De voortgang hinkt voortdurend op twee gedachten. Men wil steden creëren, maar het gevoel van een dorp niet verliezen. Daardoor worden Zoetermeer en Almere bijvoorbeeld een aaneenschakeling van wijken. Daar vinden de meeste inwoners het fijn wonen. Met hun huis zijn ze tevreden en ook de ruimte eromheen loven ze. Maar het stadscentrum wordt vaak als saai ervaren.
Voer genoeg voor nog meer discussies. Dit boek geeft een uitstekend overzicht van de ontwikkeling van nieuwe steden met prachtige illustraties. Een must voor iedereen die zo van de nieuwe steden houdt. Of er juist van gruwelt en wil weten hoe het zo uit de hand heeft kunnen lopen.
Comments are closed.