Alle bouwkundestudenten die in 1991, ’92 en ’93 met hun studie zijn begonnen, mogen twee onderdelen uit het curriculum laten vallen, de instroom uit ’94 mag één onderdeel schrappen.
Studievereniging Stylos heeft echter nog wat moeite met de overgangsregeling naar de vijfjarige cursusduur.
Het voorstel werd in juni door de faculteitsraad van Bouwkunde goedgekeurd. Met ingang van september 1995 bestaat het onderwijsprogramma uit vijf perioden van acht weken in plaats van zes perioden van zeven weken, zoals dat voorheen het geval was. Door deze verandering voldoet de faculteit aan de door het College van bestuur voorgeschreven uniforme jaarindeling van veertig weken in een studiejaar.
Studenten die voor deze datum zijn ingestroomd vallen ook in de nieuwe jaarindeling. Om nu te voorkomen dat ze door de periodeverlenging vertraging oplopen, is een regeling ontworpen. Die voorziet in het verkrijgen van vrijstelling van keuzeonderdelen.
Een groot aantal studenten kan zich wel vinden in de regeling, die ze moeiteloos een stuk verder in de studie brengt. Djacco van den Bosch, commissaris onderwijs van Stylos, echter: ,,Het is uitermate eigenaardig dat twee voorheen verplichte onderdelen zonder inhoudelijke herstructurering uit het programma geschrapt kunnen worden. Helemaal wanneer deze onderdelen in het voorstel voor de vijfjarige opleiding in versterkte mate terugkomen. Hier komt bij dat de regeling niet in alle gevallen voorziet. Er zijn studenten uit de jaargang ’93 die zelfs na het laten vallen van twee onderdelen nog steeds een periode vertraging oplopen.”
Studenten die overigens wel het volledige oude programma willen doorlopen, moeten de opgelopen vertraging voor eigen rekening nemen.
De portefeuillehouder onderwijs van het faculteitsbestuur, ir. P. van Drongelen, beweert dat het slechts om een klein aantal studenten gaat dat door deze vertraging de financieringsduur overschreidt. ,,Trouwens”, voegt hij daar aan toe, ,,dit zijn allemaal mensen die in een eerder stadium van hun studie reeds vertraging hebben opgelopen.”
De faculteit is niet van plan studenten in hun kosten tegemoet te komen. ,,Vanuit de universiteit is de opdracht gekomen de overgang budgettair neutraal te laten verlopen. Ook wij zullen ons daaraan moeten houden”, aldus Van Drongelen.
De gedupeerden zijn hier niet echt over te spreken. De heersende opvatting luidt: ‘Het is al jammer dat wij niet de mogelijkheid krijgen een vijfjarige opleiding te volgen, maar het is absurd ons extra te laten betalen voor het normaal afronden van een vierjarige studie.’ Van den Bosch beaamt die opvatting en voegt hier aan toe: ,,De faculteit is wettelijk verplicht het vierjarig programma tot het jaar 2000 aan te bieden. Hier zal men toch mee bedoelen dat het programma binnen vier jaar haalbaar moet zijn, maar dat is bij ons niet meer het geval. Het bestuur moet zich ervan bewust zijn dat ze een aantal serieus studerende studenten dupeert met deze regeling en ik ben dan ook van mening dat hier nog eens naargekeken moet worden.”
Alle bouwkundestudenten die in 1991, ’92 en ’93 met hun studie zijn begonnen, mogen twee onderdelen uit het curriculum laten vallen, de instroom uit ’94 mag één onderdeel schrappen. Studievereniging Stylos heeft echter nog wat moeite met de overgangsregeling naar de vijfjarige cursusduur.
Het voorstel werd in juni door de faculteitsraad van Bouwkunde goedgekeurd. Met ingang van september 1995 bestaat het onderwijsprogramma uit vijf perioden van acht weken in plaats van zes perioden van zeven weken, zoals dat voorheen het geval was. Door deze verandering voldoet de faculteit aan de door het College van bestuur voorgeschreven uniforme jaarindeling van veertig weken in een studiejaar.
Studenten die voor deze datum zijn ingestroomd vallen ook in de nieuwe jaarindeling. Om nu te voorkomen dat ze door de periodeverlenging vertraging oplopen, is een regeling ontworpen. Die voorziet in het verkrijgen van vrijstelling van keuzeonderdelen.
Een groot aantal studenten kan zich wel vinden in de regeling, die ze moeiteloos een stuk verder in de studie brengt. Djacco van den Bosch, commissaris onderwijs van Stylos, echter: ,,Het is uitermate eigenaardig dat twee voorheen verplichte onderdelen zonder inhoudelijke herstructurering uit het programma geschrapt kunnen worden. Helemaal wanneer deze onderdelen in het voorstel voor de vijfjarige opleiding in versterkte mate terugkomen. Hier komt bij dat de regeling niet in alle gevallen voorziet. Er zijn studenten uit de jaargang ’93 die zelfs na het laten vallen van twee onderdelen nog steeds een periode vertraging oplopen.”
Studenten die overigens wel het volledige oude programma willen doorlopen, moeten de opgelopen vertraging voor eigen rekening nemen.
De portefeuillehouder onderwijs van het faculteitsbestuur, ir. P. van Drongelen, beweert dat het slechts om een klein aantal studenten gaat dat door deze vertraging de financieringsduur overschreidt. ,,Trouwens”, voegt hij daar aan toe, ,,dit zijn allemaal mensen die in een eerder stadium van hun studie reeds vertraging hebben opgelopen.”
De faculteit is niet van plan studenten in hun kosten tegemoet te komen. ,,Vanuit de universiteit is de opdracht gekomen de overgang budgettair neutraal te laten verlopen. Ook wij zullen ons daaraan moeten houden”, aldus Van Drongelen.
De gedupeerden zijn hier niet echt over te spreken. De heersende opvatting luidt: ‘Het is al jammer dat wij niet de mogelijkheid krijgen een vijfjarige opleiding te volgen, maar het is absurd ons extra te laten betalen voor het normaal afronden van een vierjarige studie.’ Van den Bosch beaamt die opvatting en voegt hier aan toe: ,,De faculteit is wettelijk verplicht het vierjarig programma tot het jaar 2000 aan te bieden. Hier zal men toch mee bedoelen dat het programma binnen vier jaar haalbaar moet zijn, maar dat is bij ons niet meer het geval. Het bestuur moet zich ervan bewust zijn dat ze een aantal serieus studerende studenten dupeert met deze regeling en ik ben dan ook van mening dat hier nog eens naargekeken moet worden.”
Comments are closed.