Campus

Studenten werken samen via Internet

Twee studenten van de faculteit Industrieel Ontwerpen proberen de drie weken samen met twee collega’s uit het Engelse Derby vier objecten in een ruimte te plaatsen.

Ze zullen elkaar pas daarna lijfelijk ontmoeten, want het enige contact dat ze hebben is een Internet-verbinding.

,,Onze partners zijn nogal computerschuw”, zegt Marjolein Rams, zesdejaars. ,,We hebben afgesproken alleen de computer te gebruiken, maar de Engelsen willen toch steeds bellen, faxen en ze hebben zelfs al een postpakket gepost. In principe had dat allemaal via Internet gekund”, voegt Joost de Keijzer, eveneens zesdejaars, toe.

De ontwerptaak bestaat uit het creëren van een soort kunstwerk in een virtuele kubus van twee bij twee meter. In deze kubus moeten uiteindelijk vier objecten ontworpen worden in eenzelfde thema: een stuk speelgoed, een licht, een alarmgeluid en een repeterende beweging.

‘Een kindje Jesus, iets met SM, western’, aan die thema’s denken de Delftse studenten, maar het is afwachten hoe de Engelsen zullen reageren. ,,Ik hoop niet dat ze erg conservatief zijn”, overweegt Marjolein. ,,Hoe vind je mijn nieuwe cyberglasses?”, brieft Engeland terug en inderdaad verschijnt op het scherm ook een videobeeld van een bebrild hoofd. Gelach alom. ,,Je wordt echt hartstikke melig van dat Internetten”, geeft Marjolein toe. ,,Toch weten we eigenlijk nog helemaal niets van onze partners. Eén heeft er al rimpels, dus ze zal al ouder zijn, maar we hebben nog niet naar haar leeftijd durven vragen.”

Het project is een proefopzet voor een veel uitgebreider onderzoek naar het uitvoeren van taken door ontwerpers die zich niet in dezelfde ruimte bevinden. Het initiatief en de coördinatie ligt in Derby, vanwaar het project gefinancierd wordt met geld van de Europese Gemeenschap. ,,Anders dan de onderzoeken die grote bedrijven als Xerox uitvoeren, gebruiken wij alleen de huidig stand van de techniek. Alle programma’s waarmee we nu contact maken zijn vrij verkrijgbaar”, legt Raghu Kolli uit, die het project begeleidt.

Het onderzoek heeft twee doelstellingen: de hulpmiddelen vergelijken die gebruikt kunnen worden bij ontwerpen op afstand en de culturele problemen bij een ontwerpteam afkomstig uit verschillende landen. Ook universiteiten in Bergen (Noorwegen) en Barcelona nemen aan het project deel.

Kolli is tevreden met de resultaten tot nu toe. De communicatie verloopt veel gemakkelijker dan hij verwacht had. ,,Het mooie van dit onderzoek is dat de resultaten al snel toegepast kunnen worden, bijvoorbeeld in gezamelijke ontwerpprojecten tussen studenten van verschillende universiteiten.” De problemen zullen vooral ontstaan uit cultuurverschillen. Kolli: ,,Derby deed eerder een project met Sidney over het ontwerpen van een regenjas. Dit zorgde voor problemen: omdat het in Sidney nooit regent, wisten die studenten niets van regenjassen.” (D.v.d.L.)

Dominique van der Linden

Twee studenten van de faculteit Industrieel Ontwerpen proberen de drie weken samen met twee collega’s uit het Engelse Derby vier objecten in een ruimte te plaatsen. Ze zullen elkaar pas daarna lijfelijk ontmoeten, want het enige contact dat ze hebben is een Internet-verbinding.

,,Onze partners zijn nogal computerschuw”, zegt Marjolein Rams, zesdejaars. ,,We hebben afgesproken alleen de computer te gebruiken, maar de Engelsen willen toch steeds bellen, faxen en ze hebben zelfs al een postpakket gepost. In principe had dat allemaal via Internet gekund”, voegt Joost de Keijzer, eveneens zesdejaars, toe.

De ontwerptaak bestaat uit het creëren van een soort kunstwerk in een virtuele kubus van twee bij twee meter. In deze kubus moeten uiteindelijk vier objecten ontworpen worden in eenzelfde thema: een stuk speelgoed, een licht, een alarmgeluid en een repeterende beweging.

‘Een kindje Jesus, iets met SM, western’, aan die thema’s denken de Delftse studenten, maar het is afwachten hoe de Engelsen zullen reageren. ,,Ik hoop niet dat ze erg conservatief zijn”, overweegt Marjolein. ,,Hoe vind je mijn nieuwe cyberglasses?”, brieft Engeland terug en inderdaad verschijnt op het scherm ook een videobeeld van een bebrild hoofd. Gelach alom. ,,Je wordt echt hartstikke melig van dat Internetten”, geeft Marjolein toe. ,,Toch weten we eigenlijk nog helemaal niets van onze partners. Eén heeft er al rimpels, dus ze zal al ouder zijn, maar we hebben nog niet naar haar leeftijd durven vragen.”

Het project is een proefopzet voor een veel uitgebreider onderzoek naar het uitvoeren van taken door ontwerpers die zich niet in dezelfde ruimte bevinden. Het initiatief en de coördinatie ligt in Derby, vanwaar het project gefinancierd wordt met geld van de Europese Gemeenschap. ,,Anders dan de onderzoeken die grote bedrijven als Xerox uitvoeren, gebruiken wij alleen de huidig stand van de techniek. Alle programma’s waarmee we nu contact maken zijn vrij verkrijgbaar”, legt Raghu Kolli uit, die het project begeleidt.

Het onderzoek heeft twee doelstellingen: de hulpmiddelen vergelijken die gebruikt kunnen worden bij ontwerpen op afstand en de culturele problemen bij een ontwerpteam afkomstig uit verschillende landen. Ook universiteiten in Bergen (Noorwegen) en Barcelona nemen aan het project deel.

Kolli is tevreden met de resultaten tot nu toe. De communicatie verloopt veel gemakkelijker dan hij verwacht had. ,,Het mooie van dit onderzoek is dat de resultaten al snel toegepast kunnen worden, bijvoorbeeld in gezamelijke ontwerpprojecten tussen studenten van verschillende universiteiten.” De problemen zullen vooral ontstaan uit cultuurverschillen. Kolli: ,,Derby deed eerder een project met Sidney over het ontwerpen van een regenjas. Dit zorgde voor problemen: omdat het in Sidney nooit regent, wisten die studenten niets van regenjassen.” (D.v.d.L.)

Dominique van der Linden

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.