De studentenraad en de studentenvakbond VSSD vrezen dat veel studenten studievertraging oplopen als zij eerst hun bachelordiploma op zak moeten hebben voordat ze mogen beginnen aan een masteropleiding.
Het college van bestuur van de TU Delft is van plan deze ‘harde knip’ tussen de bachelor en de master in te voeren met ingang van volgend studiejaar. Daarbij wil het wel een overgangsperiode van twee jaar in het leven roepen, waarin uitzonderingen mogelijk zijn.
Maar daarna moeten alle TU-studenten eerst hun driejarige bacheloropleidingen hebben afgerond, voordat zij verder mogen met een master.
Studentenorganisaties vrezen dat systeem. De studentenraad vreest dat studenten straks een jaar studievertraging kunnen oplopen, als zij één vak niet halen of een paar maanden commissie- of bestuurswerk doen. “Er zijn te weinig instroommomenten in de master”, volgens AAG-fractievoorzitter Xavier Gautier, “dus als je een kleine vertraging hebt, moet je wachten tot het volgende officiële instroommoment.”
Zelfs als het aantal instroommomenten wordt vergroot, is de situatie volgens hem nog niet ideaal. Later instromen in de master, betekent namelijk vakken uit de eerste maanden missen. En soms worden juist die vakken geëist om aan andere onderdelen te beginnen, weet Gautier.
Ook denkt hij dat de ‘harde knip’ een zesjescultuur in de hand werkt. Studenten die koste wat kost ieder vak in één keer willen halen, zullen zich minder snel in één afzonderlijk vak vastbijten om een hoog cijfer te halen, is zijn redenering.
De VSSD roept studenten vanaf vandaag op e-mails te sturen naar het college van bestuur, waarin zij de ‘harde knip’ afwijzen. De studentenvakbond vindt het systeem ‘p + 90’, waarbij studenten hun propedeuse plus nog eens negentig studiepunten gehaald moeten hebben om te beginnen met een master, ‘streng genoeg’, aldus bestuurslid Renske van Slooten.
Maar Paul Rullmann van het college van bestuur ziet dat systeem helemaal niet zitten. “Het gaat ons er juist om dat studenten eerst een bachelordiploma halen, voordat ze aan de master beginnen. Ik geloof helemaal niet dat dat een zesjescultuur in de hand werkt. Als de druk groter wordt, gaan studenten harder werken. Juist als ze eindeloos kunnen herkansen, halen ze veel zesjes.”
Rullmann wil niet dat studenten struikelvakken meenemen de master in. “De concentratie op die master is dan niet volledig”, denkt hij. Bovendien beperken studenten zichzelf volgens hem door zonder bachelordiploma door te stromen in de master. Dat doorstromen kan namelijk alleen binnen dezelfde opleiding. “Daardoor nemen de mogelijkheden om te switchen af.”
Rullmann denkt niet alleen dat de ‘harde knip’ de studiediscipline vergroot, hij vindt het ook rechtvaardiger om niet alleen van studenten van buiten te eisen dat zij een bachelordiploma op zak hebben, maar ook van TU’ers.
Renske van Slooten van de VSSD is het daar niet mee eens. Volgens haar mogen TU-studenten best een voordeeltje krijgen.
Het college van bestuur van de TU Delft is van plan deze ‘harde knip’ tussen de bachelor en de master in te voeren met ingang van volgend studiejaar. Daarbij wil het wel een overgangsperiode van twee jaar in het leven roepen, waarin uitzonderingen mogelijk zijn.
Maar daarna moeten alle TU-studenten eerst hun driejarige bacheloropleidingen hebben afgerond, voordat zij verder mogen met een master.
Studentenorganisaties vrezen dat systeem. De studentenraad vreest dat studenten straks een jaar studievertraging kunnen oplopen, als zij één vak niet halen of een paar maanden commissie- of bestuurswerk doen. “Er zijn te weinig instroommomenten in de master”, volgens AAG-fractievoorzitter Xavier Gautier, “dus als je een kleine vertraging hebt, moet je wachten tot het volgende officiële instroommoment.”
Zelfs als het aantal instroommomenten wordt vergroot, is de situatie volgens hem nog niet ideaal. Later instromen in de master, betekent namelijk vakken uit de eerste maanden missen. En soms worden juist die vakken geëist om aan andere onderdelen te beginnen, weet Gautier.
Ook denkt hij dat de ‘harde knip’ een zesjescultuur in de hand werkt. Studenten die koste wat kost ieder vak in één keer willen halen, zullen zich minder snel in één afzonderlijk vak vastbijten om een hoog cijfer te halen, is zijn redenering.
De VSSD roept studenten vanaf vandaag op e-mails te sturen naar het college van bestuur, waarin zij de ‘harde knip’ afwijzen. De studentenvakbond vindt het systeem ‘p + 90’, waarbij studenten hun propedeuse plus nog eens negentig studiepunten gehaald moeten hebben om te beginnen met een master, ‘streng genoeg’, aldus bestuurslid Renske van Slooten.
Maar Paul Rullmann van het college van bestuur ziet dat systeem helemaal niet zitten. “Het gaat ons er juist om dat studenten eerst een bachelordiploma halen, voordat ze aan de master beginnen. Ik geloof helemaal niet dat dat een zesjescultuur in de hand werkt. Als de druk groter wordt, gaan studenten harder werken. Juist als ze eindeloos kunnen herkansen, halen ze veel zesjes.”
Rullmann wil niet dat studenten struikelvakken meenemen de master in. “De concentratie op die master is dan niet volledig”, denkt hij. Bovendien beperken studenten zichzelf volgens hem door zonder bachelordiploma door te stromen in de master. Dat doorstromen kan namelijk alleen binnen dezelfde opleiding. “Daardoor nemen de mogelijkheden om te switchen af.”
Rullmann denkt niet alleen dat de ‘harde knip’ de studiediscipline vergroot, hij vindt het ook rechtvaardiger om niet alleen van studenten van buiten te eisen dat zij een bachelordiploma op zak hebben, maar ook van TU’ers.
Renske van Slooten van de VSSD is het daar niet mee eens. Volgens haar mogen TU-studenten best een voordeeltje krijgen.
Comments are closed.