Studenten mogen in de toekomst hun studie meerdere jaren onderbreken, zonder dat dit ten koste gaat van hun studiefinanciering. De drie regeringsfracties PvdA, VVD en D66 verwachtten gisterochtend dat dit de uitkomst zou zijn van het kamerdebat over het wetsvoorstel voor de prestatiebeurs, dat gisteren begon.
br />
Tot dinsdagavond hebben de drie fracties met minister Ritzen overlegd over de prestatiebeurs. Deze wordt in september 1996 ingevoerd. Ritzen wilde studenten eigenlijk maximaal zes aanééngesloten jaren de tijd geven om af te studeren. Dat bood volgens hem al voldoende ‘rek’ om enige tijd iets anders te doen dan studeren. Wie uiteindelijk meer tijd nodig had, moest zijn beurs terugbetalen, stelde de minister.
Zowel de regeringsfracties als de oppositie vonden dat te streng. Studenten moeten hun studie kunnen onderbreken voor zaken als bestuurswerk, ‘gewoon’ werk, reizen of het verzorgen van een kind, menen zij. Daarom moeten alle studenten de klok van de prestatiebeurs kunnen stilzetten.
Na het gesprek met Ritzen was de verwachting gisterochtend dat de minister zou instemmen met een regeling waarbij studenten zich meerdere keren een jaar kunnen uitschrijven. Wellicht zelfs onbeperkt. De enige restrictie is dan dat zij na hun 27ste geen studiefinanciering meer kunnen krijgen. Wie zes jaar daadwerkelijk heeft gestudeerd, moet zijn diploma binnen hebben. Anders moet hij drie jaar studiefinanciering terugbetalen (vier jaar als hij ook in het eerste jaar te weinig punten heeft gehaald).
De Kamer ging voorwaardelijk akkoord met de eis dat studenten die vanaf het studiejaar 1997-’98 gaan studeren in hun eerste studiejaar 66 procent van de studiepunten moeten halen. Op dat moment moet het onderwijs van voldoende kwaliteit zijn.
Meer moeite had de Kamer met de verhoging van de (tempo)norm voor studenten die nu al studeren, en die niet te maken krijgen met de prestatiebeurs. Voor hen blijft een jaarlijkse afrekening gelden, de tempobeurs. Ritzen wil ook voor hen de norm in ’97-’98 opschroeven naar 66 procent.
Gesteund door de Kamer vroeg D66 om meer druk te zetten op de ‘studeerbaarheid’ van het onderwijs. Zo moet de Inspectie veel vaker dan nu beoordelen of universiteiten en hogescholen daar wel werk van maken. (HOP/P.E.)
Studenten mogen in de toekomst hun studie meerdere jaren onderbreken, zonder dat dit ten koste gaat van hun studiefinanciering. De drie regeringsfracties PvdA, VVD en D66 verwachtten gisterochtend dat dit de uitkomst zou zijn van het kamerdebat over het wetsvoorstel voor de prestatiebeurs, dat gisteren begon.
Tot dinsdagavond hebben de drie fracties met minister Ritzen overlegd over de prestatiebeurs. Deze wordt in september 1996 ingevoerd. Ritzen wilde studenten eigenlijk maximaal zes aanééngesloten jaren de tijd geven om af te studeren. Dat bood volgens hem al voldoende ‘rek’ om enige tijd iets anders te doen dan studeren. Wie uiteindelijk meer tijd nodig had, moest zijn beurs terugbetalen, stelde de minister.
Zowel de regeringsfracties als de oppositie vonden dat te streng. Studenten moeten hun studie kunnen onderbreken voor zaken als bestuurswerk, ‘gewoon’ werk, reizen of het verzorgen van een kind, menen zij. Daarom moeten alle studenten de klok van de prestatiebeurs kunnen stilzetten.
Na het gesprek met Ritzen was de verwachting gisterochtend dat de minister zou instemmen met een regeling waarbij studenten zich meerdere keren een jaar kunnen uitschrijven. Wellicht zelfs onbeperkt. De enige restrictie is dan dat zij na hun 27ste geen studiefinanciering meer kunnen krijgen. Wie zes jaar daadwerkelijk heeft gestudeerd, moet zijn diploma binnen hebben. Anders moet hij drie jaar studiefinanciering terugbetalen (vier jaar als hij ook in het eerste jaar te weinig punten heeft gehaald).
De Kamer ging voorwaardelijk akkoord met de eis dat studenten die vanaf het studiejaar 1997-’98 gaan studeren in hun eerste studiejaar 66 procent van de studiepunten moeten halen. Op dat moment moet het onderwijs van voldoende kwaliteit zijn.
Meer moeite had de Kamer met de verhoging van de (tempo)norm voor studenten die nu al studeren, en die niet te maken krijgen met de prestatiebeurs. Voor hen blijft een jaarlijkse afrekening gelden, de tempobeurs. Ritzen wil ook voor hen de norm in ’97-’98 opschroeven naar 66 procent.
Gesteund door de Kamer vroeg D66 om meer druk te zetten op de ‘studeerbaarheid’ van het onderwijs. Zo moet de Inspectie veel vaker dan nu beoordelen of universiteiten en hogescholen daar wel werk van maken. (HOP/P.E.)
Comments are closed.