Eerstejaars studenten aan de universiteit maken veel minder gebruik van de mogelijkheid om voor 1 februari met hun studie te stoppen, dan eerstejaars op het hbo.
Bovendien werken deze studiestakers harder en zijn ze bewuster met hun studie bezig dan studenten die doorgaan en de temponorm niet halen.
Dit blijkt uit een onderzoek van het Nijmeegse onderwijsinstituut IOWO in opdracht van het ministerie van onderwijs. Sinds het studiejaar 1993-’94 kunnen eerstejaars studenten ongestraft voor 1 februari hun studie staken. Dat wil zeggen dat zij hun beurs niet hoeven terug te betalen, ook al hebben zij niet één studiepunt gehaald.
In 1995 stopten 2.842 studenten voor 1 februari, zo’n zeshonderd meer dan in 1994. Opvallend is dat in 1994 73 procent van deze ‘uitstromers’ uit het hbo kwam, en in 1995 zelfs tachtig procent. Hbo-studenten denken kennelijk beter na over hun opleiding, concludeert IOWO. Universitaire studenten maken zich in elk geval minder zorgen. Ook al weten zij dat zij de temponorm niet halen, zij gaan gewoon door en schrijven zich het volgende jaar vaak weer in voor dezelfde studie. Dit gebeurt met name bij Rechten en Economie. Deze ‘volhouders’ hebben ook vaker ouders met een hoge opleiding.
Studenten die voor 1 februari stoppen zijn meestal geen luilakken, al hebben vooral universitaire studenten vaak geen enkel punt gehaald. Studiestakers gaan veel vaker naar college en practicum dan de studenten die doorgaan. Ze zijn echter teleurgesteld in de opleiding, of kunnen hem niet aan.
De helft van de studiestakers gaat het volgende studiejaar weer studeren. Meestal aan een andere opleiding. Veertig procent van de universitaire studenten stapt over naar het hbo. In het hbo besluiten vooral mbo-ers om helemaal te stoppen. Van de havisten gaat de helft verder in het mbo. Zij vonden het hbo te moeilijk en de studiesnelheid te hoog. Het IOWO noemt het opmerkelijk dat studiestakers hun beslissing bijna altijd nemen zonder dat daar een docent of adviseur bij te pas komt. (HOP/P.E.)
Eerstejaars studenten aan de universiteit maken veel minder gebruik van de mogelijkheid om voor 1 februari met hun studie te stoppen, dan eerstejaars op het hbo. Bovendien werken deze studiestakers harder en zijn ze bewuster met hun studie bezig dan studenten die doorgaan en de temponorm niet halen.
Dit blijkt uit een onderzoek van het Nijmeegse onderwijsinstituut IOWO in opdracht van het ministerie van onderwijs. Sinds het studiejaar 1993-’94 kunnen eerstejaars studenten ongestraft voor 1 februari hun studie staken. Dat wil zeggen dat zij hun beurs niet hoeven terug te betalen, ook al hebben zij niet één studiepunt gehaald.
In 1995 stopten 2.842 studenten voor 1 februari, zo’n zeshonderd meer dan in 1994. Opvallend is dat in 1994 73 procent van deze ‘uitstromers’ uit het hbo kwam, en in 1995 zelfs tachtig procent. Hbo-studenten denken kennelijk beter na over hun opleiding, concludeert IOWO. Universitaire studenten maken zich in elk geval minder zorgen. Ook al weten zij dat zij de temponorm niet halen, zij gaan gewoon door en schrijven zich het volgende jaar vaak weer in voor dezelfde studie. Dit gebeurt met name bij Rechten en Economie. Deze ‘volhouders’ hebben ook vaker ouders met een hoge opleiding.
Studenten die voor 1 februari stoppen zijn meestal geen luilakken, al hebben vooral universitaire studenten vaak geen enkel punt gehaald. Studiestakers gaan veel vaker naar college en practicum dan de studenten die doorgaan. Ze zijn echter teleurgesteld in de opleiding, of kunnen hem niet aan.
De helft van de studiestakers gaat het volgende studiejaar weer studeren. Meestal aan een andere opleiding. Veertig procent van de universitaire studenten stapt over naar het hbo. In het hbo besluiten vooral mbo-ers om helemaal te stoppen. Van de havisten gaat de helft verder in het mbo. Zij vonden het hbo te moeilijk en de studiesnelheid te hoog. Het IOWO noemt het opmerkelijk dat studiestakers hun beslissing bijna altijd nemen zonder dat daar een docent of adviseur bij te pas komt. (HOP/P.E.)
Comments are closed.