Veel gebouwen bezweken onder de storm van afgelopen donderdag. Volgens prof.ing Jan Vambersky van Civiele Techniek en Geowetenschappen zou dat niet moeten kunnen.
Dakpannen werden als blaadjes door de wind meegevoerd, gevels werden van huizen afgerukt en bomen knakten als luciferhoutjes. De storm die over Nederland raasde kostte zeven mensenlevens en liet een spoor van vernieling achter. Van het gebouw van de Rabobank aan het Belgiëplein in Amsterdam werd de gevel losgerukt en in Capelle aan den IJssel waaide het dak van een school.
“Dat mag absoluut niet gebeuren”, zegt Jan Vambersky desgevraagd. “Er zijn strenge normen voor welke windbelasting een gebouw moet kunnen weerstaan. Een gebouw moet windstoten van veertig kilometer per seconde aan kunnen, dat zijn windsnelheden van 145 kilometer per uur. Afgelopen donderdag zijn windsnelheden gemeten van 120 tot 130 kilometer per uur. Geen enkele meting kwam in de buurt van de 145 kilometer per uur. Dus dan mag de gevel of een dak absoluut niet loslaten.”
Vambersky is toch niet verbaasd dat sommige gebouwen de wind niet aan konden. “Bij iedere storm gaat er wel iets mis met gebouwen. Dan vallen de zwakkere vakbroeders door de mand. De norm is in orde. Er zijn bij deze gebouwen fouten gemaakt in het ontwerp of de uitvoering. Dat onderstreept eens te meer hoe belangrijk het is dat ingenieurs hun verantwoordelijkheid nemen en betrouwbaar bouwen. Tegelijkertijd blijft het indrukwekkend dat veel gevels van gebouwen wel zijn blijven staan.”
In Nederland werden drie treinstations ontruimd. In Delft liet de dakbedekking van het station los. Ook in Amsterdam en Schiedam ontstonden gevaarlijke situaties op de stations. Volgens Vambersky zouden oudere gebouwen, zoals de treinstations van Delft en Amsterdam, niet extra kwetsbaar mogen zijn tijdens een storm. “Materialen worden ouder of kunnen beschadigd zijn en daarom moet je die gebouwen goed verzorgen. Het werkt net als bij een fiets. Als je die niet onderhoudt, functioneert het ding steeds slechter. Tot je er niet meer op kunt rijden.”
Voor het eerst sinds 1990 werd ook het treinverkeer in het hele land platgelegd. Een woordvoerster van Prorail noemde het ‘onverantwoord om nog treinen te laten rijden door alle beschadigingen aan bovenleidingen en het risico van botsingen met omgevallen bomen’. Emeritus-hoogleraar railbouwkunde dr.ir. Coenraad Esveld vindt dat terecht. “Door de voorspelling van extreme windstoten, ontstond een gevaarlijke situatie. Een trein valt niet om door de harde wind van donderdag. Ze zijn ervoor ontworpen om wind te weerstaan. Maar met bomen op de rails en kapotte bovenleidingen kun je de treinen niet laten rijden. Door de problemen op stations werd men ook angstig. Dit keer zorgden daarom niet de treinen voor vertraging, maar de stations.” (RV)
Dakpannen werden als blaadjes door de wind meegevoerd, gevels werden van huizen afgerukt en bomen knakten als luciferhoutjes. De storm die over Nederland raasde kostte zeven mensenlevens en liet een spoor van vernieling achter. Van het gebouw van de Rabobank aan het Belgiëplein in Amsterdam werd de gevel losgerukt en in Capelle aan den IJssel waaide het dak van een school.
“Dat mag absoluut niet gebeuren”, zegt Jan Vambersky desgevraagd. “Er zijn strenge normen voor welke windbelasting een gebouw moet kunnen weerstaan. Een gebouw moet windstoten van veertig kilometer per seconde aan kunnen, dat zijn windsnelheden van 145 kilometer per uur. Afgelopen donderdag zijn windsnelheden gemeten van 120 tot 130 kilometer per uur. Geen enkele meting kwam in de buurt van de 145 kilometer per uur. Dus dan mag de gevel of een dak absoluut niet loslaten.”
Vambersky is toch niet verbaasd dat sommige gebouwen de wind niet aan konden. “Bij iedere storm gaat er wel iets mis met gebouwen. Dan vallen de zwakkere vakbroeders door de mand. De norm is in orde. Er zijn bij deze gebouwen fouten gemaakt in het ontwerp of de uitvoering. Dat onderstreept eens te meer hoe belangrijk het is dat ingenieurs hun verantwoordelijkheid nemen en betrouwbaar bouwen. Tegelijkertijd blijft het indrukwekkend dat veel gevels van gebouwen wel zijn blijven staan.”
In Nederland werden drie treinstations ontruimd. In Delft liet de dakbedekking van het station los. Ook in Amsterdam en Schiedam ontstonden gevaarlijke situaties op de stations. Volgens Vambersky zouden oudere gebouwen, zoals de treinstations van Delft en Amsterdam, niet extra kwetsbaar mogen zijn tijdens een storm. “Materialen worden ouder of kunnen beschadigd zijn en daarom moet je die gebouwen goed verzorgen. Het werkt net als bij een fiets. Als je die niet onderhoudt, functioneert het ding steeds slechter. Tot je er niet meer op kunt rijden.”
Voor het eerst sinds 1990 werd ook het treinverkeer in het hele land platgelegd. Een woordvoerster van Prorail noemde het ‘onverantwoord om nog treinen te laten rijden door alle beschadigingen aan bovenleidingen en het risico van botsingen met omgevallen bomen’. Emeritus-hoogleraar railbouwkunde dr.ir. Coenraad Esveld vindt dat terecht. “Door de voorspelling van extreme windstoten, ontstond een gevaarlijke situatie. Een trein valt niet om door de harde wind van donderdag. Ze zijn ervoor ontworpen om wind te weerstaan. Maar met bomen op de rails en kapotte bovenleidingen kun je de treinen niet laten rijden. Door de problemen op stations werd men ook angstig. Dit keer zorgden daarom niet de treinen voor vertraging, maar de stations.” (RV)
Comments are closed.