De wettelijke maatregelen om de gewoonten van nicotineverslaafden in te perken, hebben ook de universiteitsgebouwen van Delft bereikt. De faculteiten hanteren over het algemeen een tweeledig anti-rookbeleid.
br />
TU-rokers worden ofwel naar de kille stoep verwezen, ofwel naar afgesloten rookruimten. Maar lang niet overal zijn speciale rookruimten beschikbaar.
Bij binnenkomst in de hal van de Bouwkundefaculteit tref je aan de linkerzijde de niet-rokerstafels aan, waar yoghurtjes en kiwi’s worden gegeten, aan de rechterzijde staan de rokerstafels, waar dag-in dag-uit schaamteloze hoeveelheden sigaretten worden weggepaft. Een dubieus geval van een onafgeschermde rokersruimte, verantwoordelijk voor een verdachte concentratie rookwolken aan de niet-rokerskant van de hal.
Niet rokende student Katrien Markus (zevendejaars bouwkunde): ,,Ik vraag me af hoe het nou zit. Ik begrijp eigenlijk niets van de situatie. Maar ach, het is wel best, hier aan de niet-rokerskant heb ik er weinig last van.” Het overheidsbeleid dat een rookvrije werkplek moet garanderen lijkt in de Bouwkundehal afgezwakt tot een gedoogbeleid, maar klagende niet-rokers zijn moeilijk te vinden. Daan Dieleman (vijfdejaars) zit aan de overkant van de hal intussen vrolijk door te hijsen: ,,Dit is echt mijn homebase. Ik zit altijd alleen aan de rokerskant. Binnenkort wil ik stoppen, omdat ik deze zomer de Kilimanjaro ga beklimmen. Maar daarna blijf ik wel gewoon hier zitten.” Het idee van een aparte, afgesloten rokersruimte klinkt hem ‘schraal’ in de oren en is, denkt hij, ‘slecht voor de sociale contacten’.
Bij Lucht- en Ruimtevaart wordt het kanaliseren van sigarettendamp veel serieuzer genomen. De kleine rokersruimten functioneren prima zolang de deur maar goed wordt dichtgedaan. In een leeg hok aan het einde van de gang hangt zelfs een dreigende gebruiksaanwijzing aan de muur: ‘Deze ruimte is bedoeld als rookruimte dus niet als restaurant.’
Bij Civiele Techniek vertellen de portiers dat ze geen speciale instructies hebben om muitende rokers in de kraag te grijpen. De weinige rokers zorgen hier desondanks nauwelijks voor conflicten. Behalve buiten kunnen de verslaafden terecht in de goed afgeschermde rokersruimte op de zesde verdieping. Het valt op dat dit de enige plek in het gebouw is waar geen planten staan en geen monitors hangen. Civielstudent en veelroker Aart Verpalen: ,,Ze moeten het ons zo moeilijk mogelijk maken. Ik pas me aan door hier te gaan zitten, zo hoort het.” (CE)
De wettelijke maatregelen om de gewoonten van nicotineverslaafden in te perken, hebben ook de universiteitsgebouwen van Delft bereikt. De faculteiten hanteren over het algemeen een tweeledig anti-rookbeleid.
TU-rokers worden ofwel naar de kille stoep verwezen, ofwel naar afgesloten rookruimten. Maar lang niet overal zijn speciale rookruimten beschikbaar.
Bij binnenkomst in de hal van de Bouwkundefaculteit tref je aan de linkerzijde de niet-rokerstafels aan, waar yoghurtjes en kiwi’s worden gegeten, aan de rechterzijde staan de rokerstafels, waar dag-in dag-uit schaamteloze hoeveelheden sigaretten worden weggepaft. Een dubieus geval van een onafgeschermde rokersruimte, verantwoordelijk voor een verdachte concentratie rookwolken aan de niet-rokerskant van de hal.
Niet rokende student Katrien Markus (zevendejaars bouwkunde): ,,Ik vraag me af hoe het nou zit. Ik begrijp eigenlijk niets van de situatie. Maar ach, het is wel best, hier aan de niet-rokerskant heb ik er weinig last van.” Het overheidsbeleid dat een rookvrije werkplek moet garanderen lijkt in de Bouwkundehal afgezwakt tot een gedoogbeleid, maar klagende niet-rokers zijn moeilijk te vinden. Daan Dieleman (vijfdejaars) zit aan de overkant van de hal intussen vrolijk door te hijsen: ,,Dit is echt mijn homebase. Ik zit altijd alleen aan de rokerskant. Binnenkort wil ik stoppen, omdat ik deze zomer de Kilimanjaro ga beklimmen. Maar daarna blijf ik wel gewoon hier zitten.” Het idee van een aparte, afgesloten rokersruimte klinkt hem ‘schraal’ in de oren en is, denkt hij, ‘slecht voor de sociale contacten’.
Bij Lucht- en Ruimtevaart wordt het kanaliseren van sigarettendamp veel serieuzer genomen. De kleine rokersruimten functioneren prima zolang de deur maar goed wordt dichtgedaan. In een leeg hok aan het einde van de gang hangt zelfs een dreigende gebruiksaanwijzing aan de muur: ‘Deze ruimte is bedoeld als rookruimte dus niet als restaurant.’
Bij Civiele Techniek vertellen de portiers dat ze geen speciale instructies hebben om muitende rokers in de kraag te grijpen. De weinige rokers zorgen hier desondanks nauwelijks voor conflicten. Behalve buiten kunnen de verslaafden terecht in de goed afgeschermde rokersruimte op de zesde verdieping. Het valt op dat dit de enige plek in het gebouw is waar geen planten staan en geen monitors hangen. Civielstudent en veelroker Aart Verpalen: ,,Ze moeten het ons zo moeilijk mogelijk maken. Ik pas me aan door hier te gaan zitten, zo hoort het.” (CE)
Comments are closed.