Geen doormidden geslagen planken bij karate. En chi kong blijkt geen heftige vechtsport. Maar wel leuk om eens te doen. Deze maand kan iedereen gratis alle sporten uitproberen in het sportcentrum.
Een paar nieuwelingen staan tussen acht karatepakken, met witte, gele of groene band. De felbegeerde zwarte band zit om het pak van leraar Dick van Wijngaarden. Na een Japanse groet – op de knieën met het voorhoofd op de grond – begint het inlopen. Een mooie gelegenheid om eens in de zaal rond te kijken waar de stoeptegels staan. Een beginner moet er toch minstens eentje kapot kunnen slaan, toch? Maar nergens. Van Wijngaarden: “Dat doormidden slaan van allerlei dingen is de showvariant van karate. Daar is het wel beroemd mee geworden, maar hier doen we dat niet.”
Al gauw blijkt karate toch een stoere sport. De meester brengt de leerlingen de kunsten van het slaan en schoppen bij. Mooie hoge schoppen over de arm van je partner. En aanvallen uitgevoerd met de kiai, een indrukwekkende strijdkreet. Na een kwartier in de lucht slaan, worden de studenten tegenover elkaar gezet. Ook nu is het slaan in het niets, het is nadrukkelijk niet de bedoeling de tegenstander te raken. Niet omdat Japanners te beleefd zijn voor een knal in het gezicht van de tegenstander, maar in een wedstrijd kost raak slaan strafpunten. “Punten krijg je voor aanvallen, waarbij je zo snel mogelijk moet stoten en zo dicht mogelijk voor het gezicht moet stoppen”, aldus Van Wijngaarden.
Gerard van der Hoop, vijfdejaars student civiele techniek, heeft al drie jaar les en de groene band. “Je kunt ook gaan thaiboksen en lekker meppen. Maar dit is veel leuker. En moeilijker, want probeer je hand, die in volle vaart op iemands neus afgaat, maar eens op tijd te stoppen.”
“Karate gaat vooral om beheersing van het lichaam”, zegt Van Wijngaarden. Al meer dan 25 jaar geeft hij karate, judo en jiu jitsu op het sportcentrum en hij lijkt controle te hebben over ieder spiertje in zijn lijf. De ongeoefende karateka moet een uurtje ‘spierbeheersing’ bekopen met flink wat stijve spieren. Tijd voor chi kong.
Navraag bij de balie van het sportcentrum leert dat chi kong een oosterse vechtsport is. In het zaaltje in het cultuurcentrum bleek het vooral een gevecht tegen rsi en andere kwalen. Mevrouw Wang, die de lessen geeft, vraagt iedereen op een stoel in een kring te gaan zitten. Degenen die er vorige week voor het eerst waren, vertellen hun ervaringen. Ontspannend, op sommige drukpunten een beetje pijnlijk, maar geen spierpijn is de strekking.
“In China bestaan verschillende vormen van chi kong, allemaal gebaseerd op ademhaling, oefening en massage”, vertelt Wang. De oefeningen doen denken aan filmsterren die tai chi doen op het strand bij ondergaande zon. Het ziet er erg ontspannen uit, maar het is nog best zwaar. Veel deelnemers hebben klachten, rsi of spanning. “We doen genezende, verlichtende oefeningen. Nederlanders gaan met klachten naar een fysiotherapeut, laten een ander masseren”, aldus Wang. “Hier masseren we onszelf. Met de oefeningen die we doen, maar ook tussendoor met massage op drukpunten.” Dit zijn dezelfde drukpunten die in acupunctuur worden gebruikt.
Vechten als Bruce Lee, serveren als Anna Kournikova of toch eens korfbal proberen. Theo van Leeuwen van het sportcentrum hoopt met de gratis introductielessen meer studenten aan het sporten te krijgen. “Er zijn ontzettend veel studenten, maar vorig jaar hadden iets meer dan vijfduizend een sportkaart”, zegt de programmaleider sport. “We willen dat aantal verdubbelen. Met aantrekkelijke nieuwe activiteiten als samba-aerobics en duiken.” En met de introductielessen dus. Van Leeuwen is positief over de opkomst. “Van de verenigingen, zoals basketbal, kan ik nog niets zeggen. Maar bij aerobics zijn al bijna veertig mensen langsgekomen. We hopen dat toch een groot deel van hen een sportkaart aanschaft.”
Deze maand kan iedereen gratis alle sporten uitproberen op het TU-sportcentrum. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
Een paar nieuwelingen staan tussen acht karatepakken, met witte, gele of groene band. De felbegeerde zwarte band zit om het pak van leraar Dick van Wijngaarden. Na een Japanse groet – op de knieën met het voorhoofd op de grond – begint het inlopen. Een mooie gelegenheid om eens in de zaal rond te kijken waar de stoeptegels staan. Een beginner moet er toch minstens eentje kapot kunnen slaan, toch? Maar nergens. Van Wijngaarden: “Dat doormidden slaan van allerlei dingen is de showvariant van karate. Daar is het wel beroemd mee geworden, maar hier doen we dat niet.”
Al gauw blijkt karate toch een stoere sport. De meester brengt de leerlingen de kunsten van het slaan en schoppen bij. Mooie hoge schoppen over de arm van je partner. En aanvallen uitgevoerd met de kiai, een indrukwekkende strijdkreet. Na een kwartier in de lucht slaan, worden de studenten tegenover elkaar gezet. Ook nu is het slaan in het niets, het is nadrukkelijk niet de bedoeling de tegenstander te raken. Niet omdat Japanners te beleefd zijn voor een knal in het gezicht van de tegenstander, maar in een wedstrijd kost raak slaan strafpunten. “Punten krijg je voor aanvallen, waarbij je zo snel mogelijk moet stoten en zo dicht mogelijk voor het gezicht moet stoppen”, aldus Van Wijngaarden.
Gerard van der Hoop, vijfdejaars student civiele techniek, heeft al drie jaar les en de groene band. “Je kunt ook gaan thaiboksen en lekker meppen. Maar dit is veel leuker. En moeilijker, want probeer je hand, die in volle vaart op iemands neus afgaat, maar eens op tijd te stoppen.”
“Karate gaat vooral om beheersing van het lichaam”, zegt Van Wijngaarden. Al meer dan 25 jaar geeft hij karate, judo en jiu jitsu op het sportcentrum en hij lijkt controle te hebben over ieder spiertje in zijn lijf. De ongeoefende karateka moet een uurtje ‘spierbeheersing’ bekopen met flink wat stijve spieren. Tijd voor chi kong.
Navraag bij de balie van het sportcentrum leert dat chi kong een oosterse vechtsport is. In het zaaltje in het cultuurcentrum bleek het vooral een gevecht tegen rsi en andere kwalen. Mevrouw Wang, die de lessen geeft, vraagt iedereen op een stoel in een kring te gaan zitten. Degenen die er vorige week voor het eerst waren, vertellen hun ervaringen. Ontspannend, op sommige drukpunten een beetje pijnlijk, maar geen spierpijn is de strekking.
“In China bestaan verschillende vormen van chi kong, allemaal gebaseerd op ademhaling, oefening en massage”, vertelt Wang. De oefeningen doen denken aan filmsterren die tai chi doen op het strand bij ondergaande zon. Het ziet er erg ontspannen uit, maar het is nog best zwaar. Veel deelnemers hebben klachten, rsi of spanning. “We doen genezende, verlichtende oefeningen. Nederlanders gaan met klachten naar een fysiotherapeut, laten een ander masseren”, aldus Wang. “Hier masseren we onszelf. Met de oefeningen die we doen, maar ook tussendoor met massage op drukpunten.” Dit zijn dezelfde drukpunten die in acupunctuur worden gebruikt.
Vechten als Bruce Lee, serveren als Anna Kournikova of toch eens korfbal proberen. Theo van Leeuwen van het sportcentrum hoopt met de gratis introductielessen meer studenten aan het sporten te krijgen. “Er zijn ontzettend veel studenten, maar vorig jaar hadden iets meer dan vijfduizend een sportkaart”, zegt de programmaleider sport. “We willen dat aantal verdubbelen. Met aantrekkelijke nieuwe activiteiten als samba-aerobics en duiken.” En met de introductielessen dus. Van Leeuwen is positief over de opkomst. “Van de verenigingen, zoals basketbal, kan ik nog niets zeggen. Maar bij aerobics zijn al bijna veertig mensen langsgekomen. We hopen dat toch een groot deel van hen een sportkaart aanschaft.”
Deze maand kan iedereen gratis alle sporten uitproberen op het TU-sportcentrum. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

Comments are closed.