Campus

Starters krijgen het voor hun kiezen

De fall out van de kredietcrisis verspreidt zich in rap tempo over Nederland. Wat betekent dat voor je kansen op de arbeidsmarkt? En hoe kun je erop inspelen?

Je staat als student aan de poort van het Walhalla van de wereldeconomie en vlak voordat je aan de bel trekt om een glansrol als young professional te gaan spelen, stort het hele bouwwerk met donderend geraas in elkaar. Geen nare droom, maar harde werkelijkheid sinds dit najaar de kredietcrisis toesloeg en de Nederlandse economie in recessie is. Hoe erg wordt het en hoe kun je je wapenen?
Voor de korte termijn staan alle seinen op rood. In het vierde kwartaal van 2008 liep de werkloosheid onder jongeren tot 24 jaar na jarenlange daling met dertien procent op tot 69 duizend. Vooral in het bedrijfsleven is het aantal openstaande vacatures fors gedaald, meldt het CBS.
Jim Allen van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) ziet de onzekerheid die dat oproept voor zich: “Ik zou me ongemakkelijk voelen als ik bijna klaar was met een opleiding bouwkunde. Het zou geen gelukkig moment zijn om de arbeidsmarkt te betreden.”
Op die arbeidsmarkt is het een drukte van belang, nu er nog banen te vergeven zijn. Bas Teepe van wervings- en selectiebureau YER ziet een toename van sollicitaties en updates van cv’s. Tegelijk ziet hij de vraag naar starters over de hele linie teruglopen:
“Vooral organisaties voor wie de afzet in de Verenigde Staten belangrijk is, zien hun verkoop inzakken. Ook grote consultancybureaus maken pas op de plaats.” De it-sector lijkt na de internetbubble van tien jaar geleden aan een nieuwe duikvlucht begonnen. Het blad Computable signaleert dertig procent minder vacatures sinds de crisis begon. In de meeste takken van de techniek loopt de werving volgens Teepe nog wel door.
Een geluk bij een ongeluk is de aanzwellende golf van uittredende babyboomers. Omvangrijke jeugdwerkloosheid zoals begin jaren tachtig ziet SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan dan ook niet voor zich. Toen was de werkloosheid al groot vóór het uitbreken van de
crisis. “We hebben op dit moment nog behoorlijk wat onbezette vacatures en we weten zeker dat we, als de crisis achter de rug is, zullen terugkeren naar diezelfde krappe arbeidsmarkt. Ervan uitgaand dat de crisis niet te lang duurt, zou ik toch hopen dat een eventuele
vertraging die jongeren oplopen bij het vinden van een baan zeer tijdelijk zal zijn en dat die hen niet wezenlijk zal belemmeren om de loopbaan te realiseren die ze voor ogen stond.”
Dat neemt niet weg dat sommige afgestudeerden hun eerder uitgezette koers zullen moeten verleggen. Iemand die een loopbaan in de auto-industrie voor ogen had, kan nu beter iets anders bedenken.
Ook veel architecten in spe zullen voorlopig naar een andere baan moeten uitzien. Rinnooy Kan: “Dat verhaal kennen we: er is geen baanzekerheid in de moderne economie, maar wel – als het enigszins kan –werkzekerheid.”

Toppers
Aankomende toppers blijven trouwens volop in de race. Philips, dat heeft aangekondigd wereldwijd negenduizend banen te schrappen, gaat door met het werven van hoger opgeleiden, in Nederland 200 à 300 per jaar. Harry Hendriks, directievoorzitter van Philips Electronics Nederland noemt dat essentieel voor het behalen van de groeidoelstellingen van het bedrijf. Philips start in de zomer zelfs een nieuw talentenprogramma voor consultants in de bedrijfsautomatisering, de ‘SAP Academy’. 
Shell Nederland werft jaarlijks zo’n honderd afgestudeerden van Nederlandse universiteiten, waarvan grofweg zestig procent met een technische achtergrond. Volgens president-directeur Peter de Wit zal de crisis daarin weinig verandering brengen. “Wij zitten in een lange-termijnbusiness. Wij kunnen ons niet veroorloven om van dag tot dag te kijken wat we nodig hebben. Het toptalent van de toekomst nemen we niet aan om een job te doen. Dat nemen we aan om echt een carrière op te bouwen. We zijn van plan daarmee door te gaan in 2009 en de jaren die daarop volgen. Er is veel concurrentie om dat schaarse toptalent aan te trekken.” Hoewel ook Shell niet ontkomt aan besparingsmaatregelen, ontziet het olieconcern de toppers. Wel zet het de werving van ervaren vakmensen op een lager pitje.
Die trend is algemeen. Ook in de it-sector geldt de afname van het aantal vacatures niet voor het topsegment, meldt Computable. Bas Teepe, die bij YER met de werving en selectie van high potentials is belast, bevestigt dat beeld voor de meeste sectoren. Bedrijven hebben volgens hem lering getrokken uit de dip van 2000/2001, die veel werkgevers ertoe bracht de werving van toptalent op te schorten. “Toen de markt weer begon aan te trekken kwamen ze erachter dat er geen pool meer was om mee te werken. Dan loop je achter de feiten aan. Nu is de boodschap: dit is een tijdelijke situatie, misschien duurt die iets langer dan we willen, maar we hebben straks wel weer talent nodig om onze organisatie mee te jumpstarten.”
Door het grotere aanbod worden de eisen die bedrijven aan kandidaten stellen wel hoger. Teepe: “Je moet als afstudeerder goed beslagen ten ijs komen. Je kunt je kansen verbeteren door bijvoorbeeld eerst een stage in te lassen voor je echt de arbeidsmarkt opgaat, of door een assessmenttraining te doen. Mijn advies is: verbreed je focus en zorg dat je je onderscheidt van de massa.”

Licht
Willem Vermeend, voormalig PvdA-staatssecretaris van Financiën en oud-minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, baseert zich op ‘de meerderheid van de grote economische denktanks in de wereld’, en ziet licht aan het einde van de tunnel: “De laatste voorspellingen zeggen dat Europa in 2009 een zware krimp krijgt, in 2010 een lichte stijging of nog een kleine krimp, maar dat in 2011 de economie weer licht gaat groeien.”
Rinnooy Kan durft niet te voorspellen hoe lang de recessie zal duren. Wel weet hij wat, ongeacht het tijdsverloop, verstandig is: investeren in kenniseconomie en duurzaamheid. Nederlands troefkaart is de voorsprong die het op andere landen heeft. “Wat nu een nadeel is voor Nederland is een voordeel als we weer uit de crisis komen, namelijk onze sterke betrokkenheid bij de wereldhandel.”
Dat sommige afgestudeerden de komende jaren genoegen moeten nemen met een baan van hun tweede voorkeur of zelfs onder hun niveau, lijkt onvermijdelijk. Dat leed is te overzien, meent arbeidsmarktonderzoeker Jim Allen van het ROA: “Als je beneden je niveau begint heb je weliswaar meer kans om later in een lagere functie te komen, maar voor de meeste starters trekt het op den duur bij.”

,‘De juiste mensen kennen’

Fien Thoolen (26)
In juni 2007 afgestudeerd aan de faculteit Industrieel Ontwerpen

“Stages heb ik niet gelopen omdat dat bij IO wordt afgeraden. Een stage kost al gauw een half jaar, en zoveel punten krijg je er niet voor. Misschien is dit een nadeel als je op de arbeidsmarkt komt. Indertijd dacht ik: ik kan misschien beter keuzevakken doen, want dat kan straks niet meer, en stagelopen kan altijd nog.
In oktober 2007 begon ik met solliciteren. Veel vacatures voor industrieel ontwerpers worden niet gepubliceerd. Het gaat meer via-via en je moet dus de juiste mensen kennen. Ik heb zo’n vijfentwintig sollicitatiebrieven geschreven, ook open sollicitaties. Ik heb een aantal gesprekken gehad. In het begin solliciteerde ik heel gericht, daarna heb ik dat verbreed.
Op een gegeven moment was ik het wel zat. In november 2008 ben ik gaan werken bij Supair, het arbeidsbemiddelingsbureau van de TU Delft, waar ik net een jaarcontract heb getekend. Ik dacht: ik ga gewoon rustig hier werken, en ik kijk wel wat ik tegenkom. Toevallig kreeg ik gisteren een aanbod voor een baan in mijn vakgebied.
Er gaan misschien veel banen verloren, maar bij Supair hebben we ook nog veel vacatures openstaan. Het verschilt per vakgebied. Chemici, dat is dramatisch. En bouwkunde ook wel. Voor echt technische IO’ers valt het nog mee.
Mijn tip voor anderen: oriënteer je eerder op de arbeidsmarkt. Verder kan ik me nu voorstellen dat je tijdens je studie bij een aantal bedrijven alvast stage gaat lopen om contacten op te doen.”

,’Het komt wel goed’

Thomas van de Lagemaat (27)
Verwacht op 20 maart 2009 af te studeren aan de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek

“Volgens mij maken de meeste studenten zich net als ik niet erg druk om de crisis. Voordat die toesloeg heerste het idee dat veel babyboomers met pensioen zouden gaan en dat er dus een heleboel technische banen zouden vrijkomen. Ik denk dat het wel goed komt.
Ik studeer af op onderzoek naar het brandstofverbruik van nieuw typen vliegtuigmotoren. Ik ben pas vrij laat gaan nadenken over mijn loopbaan. Ik vermoed dat dit bij veel studenten zo gaat. In 2007 en 2008 heb ik de Delftse Bedrijvendagen bezocht, maar daar hield het wel zo’n beetje mee op. Zo’n driekwart jaar ben ik nu aan het rondkijken naar een baan. Sinds november heel serieus: ik heb een stuk of vijf keer gesolliciteerd. Tot op heden zonder succes. Momenteel heb ik sollicitaties lopen bij energieproducenten. Ik had niet het vooropgezette plan om per se in de luchtvaartsector te gaan werken. Als het nodig is, zal ik nog breder gaan solliciteren.
Hoe moeilijk het in de energiesector is kan ik niet overzien. Sommige energieproducenten zeggen dat ze vacaturestops hebben, bij andere lijkt het weer minder een probleem te zijn. Ik weet wel dat de crisis in de luchtvaartbranche te merken is. KLM heeft een vacaturestop. Als het tegenzit heb ik mogelijkheden om tijdelijk te werken en intussen verder te solliciteren. Maar ik denk niet dat ik heel lang werkloos zal zijn.”

,Langer studeren of snel een baan scoren?

Bij economische neergang hebben studenten vanouds de neiging langer over hun studie te doen in de hoop dat ze later alsnog hun gedroomde baan kunnen bemachtigen. Economisch psycholoog professor Fred van Raaij van de Universiteit van Tilburg voorspelt dat effect ook nu: “Door de bachelor-masterstructuur zijn veel studenten sowieso sneller klaar en voelen ze zich vaak te jong voor hun eerste baan. Door de crisis zal de neiging om een extra masteropleiding te volgen alleen maar toenemen.” Maar is dat wel verstandig?

Bas Teepe (YER):
“Eén, twee jaar geleden zeiden studenten nog wel: ik ga eerst eens een rondreis maken na mijn studie. Kijk daar mee uit. Misschien is het beter dat je de eerste baan die voorbijkomt accepteert. Want over een half jaar kan die baan er misschien niet meer zijn. Lukt het niet om direct een baan te vinden, gebruik die tijd dan om een aanvullende stage of iets dergelijks te volgen.”

Alexander Rinnooy Kan (SER):
“Als je snel gestudeerd hebt, en je bent nog vrij jong, kun je met een tweede studie of masteropleiding extra competenties opdoen. Zo’n dubbele mastertitel oogt tenslotte mooi op je cv. Voor sommigen is een promotieonderzoek een kansrijke tussenstap. Anderen hebben al een flink aantal jaren gestudeerd, of moeten aan de slag omdat ze geen geld hebben. Dan is er reden om het net wat wijder uit te gooien en te kijken of je een plek op de arbeidsmarkt kunt vinden buiten je directe voorkeur.”

Jim Allen (ROA): “In de praktijk zie je dat men onder deze omstandigheden langer doorstudeert. Ik zou adviseren het niet alleen om de crisis te doen. Als je al overweegt om door te studeren is het zeker geen slechte keuze. Maar anders kun je beter je kansen grijpen op de arbeidsmarkt.”

Willem Vermeend (oud-staatssecretaris): “Niet doen. Er zijn nog volop vacatures, zeker voor hoogopgeleiden. Wel kun je er iets naast gaan studeren als je in een bepaalde sector niet aan de slag komt. Maar ga zeker niet afwachten: dan loopt het verkeerd af.”

Peter de Wit (Shell Nederland):
“Iemand die wil werken, gaat voor een baan. Die zal dan misschien genoegen nemen met iets waar hij een paar jaar eerder niet voor had gekozen. De mensen die echt willen doorstuderen zullen dat doen. Hierin een advies geven lijkt me riskant. Het is nogal persoonlijk. Studenten moeten er wel goed over nadenken.”

De Delftse techneut is sociaal hulpbehoevend, kan maar moeilijk communiceren met niet-vakgenoten en geeft de voorkeur aan getallen boven meningen. Dit is het beeld dat opdoemt uit de twintig essays die WTM ontving naar aanleiding van een wedstrijd ter gelegenheid van het dertigjarig bestaan van de faculteit. De vraag was of de Delftse ingenieur na het afstuderen zijn mannetje wel staat.

,,De kersverse ingenieur is vrij breed technisch onderlegd. Niet dat hij twee gouden rechterhanden heeft, maar hij kan in het slechtste geval met specialisten en mensen in het veld meepraten. Hij is getraind in het werken in teamverband, zij het alleen met een team bestaande uit louter vakgenoten. Hij is analytisch ingesteld en heeft de onweerstaanbare neiging snel te denken in oplossingen.”

Uit de essays komt een (gematigd) positief beeld van de Delftse ingenieur naar voren. De technische kant van de studie komt er dan ook goed vanaf in de bespreking van de kwaliteit van de ingenieursopleiding. Met als grote uitzondering: ,,Waarom zijn er zoveel computerpractica in Pascal als buiten de muren van de TU in C wordt geprogrammeerd?”

De sociale en communicatieve vaardigheden komen er minder goed vanaf. ,,Vooral op het gebied van talen en het bondig maar zorgvuldig formuleren van hun gedachten vallen veel Delftenaren genadeloos door de mand.” Of, positiever geformuleerd: ,,Delftenaren zeggen vaak waar het op staat, zij zijn recht door zee, zeer concreet; een soort van eerlijke botheid. Onduidelijk zal een Delftenaar niet vaak zijn, eerder onbegrijpelijk.”

Euvel

Over de oorzaken voor deze tekortkoming zijn de twintig essayisten het ook eens. In de eerste plaats wordt in het curriculum van de ingenieursopleiding te weinig aandacht aan deze vaardigheden geschonken. ,,In plaats van een brede op de toekomst gerichte opleiding krijgt de student vooral in zijn eerste jaren een onpersoonlijke cursus techniek.”

Verder doen studenten tijdens hun opleiding aan de TU nauwelijks praktijkervaring op. Een verplichte stage zou dit euvel kunnen verhelpen.

En dan: ,,De verantwoordelijke docenten zijn zelf ook technisch hoogopgeleiden, gehandicapt met dezelfde tekortkomingen als de pas afgestudeerden.” Een goede selectie van de docenten is dan ook aan te bevelen. ,,Hierbij is niet alleen vakkennis, maar vooral ook didactisch vermogen belangrijk.”

Tot slot: ,,De vierde oorzaak is de door traditie en cultuur vastgeroeste organisatiestructuur van de universiteit, de faculteiten en daarbinnen de vakgroepen en secties. In plaats van oog te hebben voor het gezamenlijk ideaal: het afleveren van voor de arbeidsmarkt klaargestoomde ingenieurs, zijn veel vakgroepen voornamelijk geïnteresseerd in het eigen belang.”

Die vastgeroeste structuur draagt niet bij aan een aangenaamstudeerklimaat. ,,Het systeem biedt nauwelijks ruimte voor verdieping, zelfontplooiing en het ontwikkelen van een wetenschappelijke manier van denken, terwijl juist dat een voorwaarde is voor universitair onderwijs.”

Mentaliteit

Ook het universiteitsbestuur moet het ontgelden. ,,Veel bestuurders houden vast aan een bepaald model, zonder daarbij te onderzoeken of het voor de betreffende studie wel zo geschikt is. Het valt hierbij op dat telkens organisatorische redenen worden aangevoerd om aan een bepaalde situatie vast te houden, naar inhoudelijke argumenten wordt vaak niet geluisterd.”

De TU draagt ook op een andere manier bij aan de slechte sociale vaardigheid van de Delftse ingenieur: ,,De pas afgestudeerde ingenieur bezit voldoende kennis, maar heeft tijdens zijn opleiding te weinig initiatief moeten ontplooien om deze kennis te bemachtigen.”

Een andere plaats van de student in de universitaire wereld lijkt nodig. ,,Door een grotere zelfstandigheid van de student binnen een faculteit wordt bereikt dat hij meer de mentaliteit krijgt die in de maatschappij nodig is. Het is wel vervelend als mensen, doordat ze zelf geen initiatief willen ontplooien, ergens stranden in dit nieuwe universitaire systeem. Ze komen hier echter wel tijdig achter, want in het bedrijfsleven zouden deze mensen ook vroeg of laat tot deze conclusie komen.”

Maar ook op de studenten zelf is het een en ander aan te merken. ,,Vele studenten hebben slechts een beperkte interesse en zijn maar weinig geïnteresseerd in hetgeen daarbuiten gebeurt. Het is aan de universiteit om de studenten te stimuleren om verder te kijken dan zijn dagelijkse bezigheden, te zoeken naar nieuwe uitdagingen en interessante mogelijkheden tot zelfontplooiing.”

Winst

De faculteit WTM speelt in het aanleren van de gewenste sociale vaardigheden een belangrijke rol en mag naar het oordeel van de opstelschrijvers deel blijven uitmaken van de TU. Momenteel blijken slechts weinig studenten van het aanbod van WTM op de hoogte te zijn. Pas in de laatste fase van de studie komen studenten ertoe maatschappijgerichte vakken te volgen. Deze vakken horen volgens de essayisten aan het begin van de opleiding. Met als extraatje: ,,Ook talenonderwijs (technisch Engels bijvoorbeeld) verdient een vaste plek in het curriculum.” Daarnaast moet WTM ,,zich beter presenteren aan de student, zodat hij de mogelijkheden die worden geboden, kent.”

Maar eigenlijk moet volgens het merendeel van de schrijvers het aanleren van maatschappijgerichte kennis toch meer verweven zijn met het technische onderwijs. ,,Als de kwaliteit van de opleidingen optimaal is, dan wordt de student zijn maatschappelijk bewustzijn niet in aparte vakken bijgebracht. Dan wordt iedere technische wetenschap gedoceerd als een technische maatschappijwetenschap.” Dat vraagt natuurlijk wel om bijscholing van de docenten. Ook hier ligt een taak voor WTM.

Meer ruimte voor maatschappijwetenschappen hoeft ook niet per definitie een achteruitgang in de technische opleiding in tehouden. ,,Als we het aandeel van niet-technische vakken in het studieprogramma opvoeren van vijf naar bijvoorbeeld tien procent, is de winst die hiermee voor de niet-technische disciplines wordt bereikt veel groter dan het verlies aan technische kennis door een teruggang van 95 naar 90 procent voor de technische vakken. Dit relatief kleine verschil voor de technische vakken zou zeker te compenseren zijn door de kwaliteit van deze vakken te verbeteren.”

Oprah Winfrey

Sociale vaardigheden kunnen echter ook op een andere manier worden opgedaan. ,,Eigenlijk komen bijna alle vaardigheden aan bod bij de zogenaamde nevenactiviteiten. Zelfs in een studentenhuis wonen kan goed zijn voor de ontwikkeling van bepaalde wenselijke vaardigheden.”

Waaruit volgt: ,,Erkenning van studie- en studentenverenigingen kan vanuit de TU in ieder geval door een minder negatieve houding tegenover de verenigingen en hun praktijken. Een positievere houding van de TU speciaal tegenover het eerste en meest tijdrovende verenigingsjaar zou wenselijk zijn. Dit is wel in strijd met het voornemen van de TU om na enkele maanden studeren een bindend studieadvies uit te brengen.”

Een tweetal essays biedt nog een andere mogelijkheid om te leren communiceren: ,,De conflicten die op het gebied van samenwerking ontstaan, zijn vaak geen communicatieve maar inhoudelijke problemen die ontstaan door onbegrip voor elkaars achtergrond. Het is daarom een gemiste kans dat het de TU tot nu toe nog steeds niet gelukt is om interfacultaire ontwerpopdrachten in het programma op te nemen.”

Met als voorwaarde: ,,Om interfacultaire projecten en het volgen van vakken bij verschillende faculteiten mogelijk te maken, moet er wel een uniform blokkensysteem worden ingevoerd. Eenzelfde indeling van het curriculum kan het sociale leven van de studenten ten goede komen. Ze kunnen dan makkelijker samen activiteiten ondernemen.”

Voor de nuance is het goed stil te staan bij het feit dat techneuten nu eenmaal anders zijn dan alfa’s of gamma’s. ,,Op het moment dat Oprah Winfrey op televisie de psyche van haar gasten blootlegt, weet een miljoenenpubliek dit met een dosis amateurpsychologie redelijk te begrijpen, terwijl slechts een fractie van dat publiek zelfs maar de geringste notie heeft van de technologie die de beelden op de buis brengt. In potentie kunnen technologen in het bedrijfsleven dus méér dan andere professionals.”

Voorsprong

Die voorsprong kan vertaald worden naar eisen aan universitaire programma’s in het algemeen, dus zowel van technische als van algemene univesiteiten. ,,Soms wordt een ingenieur te weinig maatschappelijk verantwoordelijk gevonden. Of juridisch matig onderlegd. Maar uiteindelijk is dat het doel ook niet van een technische studie. Daar zijn respectievelijk politici en meesters in de rechten voor. Waar het om gaat is dat er onderling gecommuniceerd wordt. Mij staat een communicatie voor ogen waarbij de interessevelden van verschillende studies elkaar overlappen. Om tot dergelijke deelverzamelingen tekomen is het essentieel dat in beide onderwijsprogramma’s voldoende aandacht aan elkaar wordt besteed.”

Voordat het zover is, moet de Delftse ingenieur het stempel van onvolledig opgeleide nog in zijn eentje dragen. ,,Dat je veel minder vaak hoort over bedrijfskundigen die geen benul hebben van techniek en van wat er gebeurt in de fabriek, komt doordat ingenieurs zich daar niet zo snel over uitlaten.”

Je staat als student aan de poort van het Walhalla van de wereldeconomie en vlak voordat je aan de bel trekt om een glansrol als young professional te gaan spelen, stort het hele bouwwerk met donderend geraas in elkaar. Geen nare droom, maar harde werkelijkheid sinds dit najaar de kredietcrisis toesloeg en de Nederlandse economie in recessie is. Hoe erg wordt het en hoe kun je je wapenen?
Voor de korte termijn staan alle seinen op rood. In het vierde kwartaal van 2008 liep de werkloosheid onder jongeren tot 24 jaar na jarenlange daling met dertien procent op tot 69 duizend. Vooral in het bedrijfsleven is het aantal openstaande vacatures fors gedaald, meldt het CBS.
Jim Allen van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) ziet de onzekerheid die dat oproept voor zich: “Ik zou me ongemakkelijk voelen als ik bijna klaar was met een opleiding bouwkunde. Het zou geen gelukkig moment zijn om de arbeidsmarkt te betreden.”
Op die arbeidsmarkt is het een drukte van belang, nu er nog banen te vergeven zijn. Bas Teepe van wervings- en selectiebureau YER ziet een toename van sollicitaties en updates van cv’s. Tegelijk ziet hij de vraag naar starters over de hele linie teruglopen:
“Vooral organisaties voor wie de afzet in de Verenigde Staten belangrijk is, zien hun verkoop inzakken. Ook grote consultancybureaus maken pas op de plaats.” De it-sector lijkt na de internetbubble van tien jaar geleden aan een nieuwe duikvlucht begonnen. Het blad Computable signaleert dertig procent minder vacatures sinds de crisis begon. In de meeste takken van de techniek loopt de werving volgens Teepe nog wel door.
Een geluk bij een ongeluk is de aanzwellende golf van uittredende babyboomers. Omvangrijke jeugdwerkloosheid zoals begin jaren tachtig ziet SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan dan ook niet voor zich. Toen was de werkloosheid al groot vóór het uitbreken van de
crisis. “We hebben op dit moment nog behoorlijk wat onbezette vacatures en we weten zeker dat we, als de crisis achter de rug is, zullen terugkeren naar diezelfde krappe arbeidsmarkt. Ervan uitgaand dat de crisis niet te lang duurt, zou ik toch hopen dat een eventuele
vertraging die jongeren oplopen bij het vinden van een baan zeer tijdelijk zal zijn en dat die hen niet wezenlijk zal belemmeren om de loopbaan te realiseren die ze voor ogen stond.”
Dat neemt niet weg dat sommige afgestudeerden hun eerder uitgezette koers zullen moeten verleggen. Iemand die een loopbaan in de auto-industrie voor ogen had, kan nu beter iets anders bedenken.
Ook veel architecten in spe zullen voorlopig naar een andere baan moeten uitzien. Rinnooy Kan: “Dat verhaal kennen we: er is geen baanzekerheid in de moderne economie, maar wel – als het enigszins kan –werkzekerheid.”

Toppers
Aankomende toppers blijven trouwens volop in de race. Philips, dat heeft aangekondigd wereldwijd negenduizend banen te schrappen, gaat door met het werven van hoger opgeleiden, in Nederland 200 à 300 per jaar. Harry Hendriks, directievoorzitter van Philips Electronics Nederland noemt dat essentieel voor het behalen van de groeidoelstellingen van het bedrijf. Philips start in de zomer zelfs een nieuw talentenprogramma voor consultants in de bedrijfsautomatisering, de ‘SAP Academy’. 
Shell Nederland werft jaarlijks zo’n honderd afgestudeerden van Nederlandse universiteiten, waarvan grofweg zestig procent met een technische achtergrond. Volgens president-directeur Peter de Wit zal de crisis daarin weinig verandering brengen. “Wij zitten in een lange-termijnbusiness. Wij kunnen ons niet veroorloven om van dag tot dag te kijken wat we nodig hebben. Het toptalent van de toekomst nemen we niet aan om een job te doen. Dat nemen we aan om echt een carrière op te bouwen. We zijn van plan daarmee door te gaan in 2009 en de jaren die daarop volgen. Er is veel concurrentie om dat schaarse toptalent aan te trekken.” Hoewel ook Shell niet ontkomt aan besparingsmaatregelen, ontziet het olieconcern de toppers. Wel zet het de werving van ervaren vakmensen op een lager pitje.
Die trend is algemeen. Ook in de it-sector geldt de afname van het aantal vacatures niet voor het topsegment, meldt Computable. Bas Teepe, die bij YER met de werving en selectie van high potentials is belast, bevestigt dat beeld voor de meeste sectoren. Bedrijven hebben volgens hem lering getrokken uit de dip van 2000/2001, die veel werkgevers ertoe bracht de werving van toptalent op te schorten. “Toen de markt weer begon aan te trekken kwamen ze erachter dat er geen pool meer was om mee te werken. Dan loop je achter de feiten aan. Nu is de boodschap: dit is een tijdelijke situatie, misschien duurt die iets langer dan we willen, maar we hebben straks wel weer talent nodig om onze organisatie mee te jumpstarten.”
Door het grotere aanbod worden de eisen die bedrijven aan kandidaten stellen wel hoger. Teepe: “Je moet als afstudeerder goed beslagen ten ijs komen. Je kunt je kansen verbeteren door bijvoorbeeld eerst een stage in te lassen voor je echt de arbeidsmarkt opgaat, of door een assessmenttraining te doen. Mijn advies is: verbreed je focus en zorg dat je je onderscheidt van de massa.”

Licht
Willem Vermeend, voormalig PvdA-staatssecretaris van Financiën en oud-minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, baseert zich op ‘de meerderheid van de grote economische denktanks in de wereld’, en ziet licht aan het einde van de tunnel: “De laatste voorspellingen zeggen dat Europa in 2009 een zware krimp krijgt, in 2010 een lichte stijging of nog een kleine krimp, maar dat in 2011 de economie weer licht gaat groeien.”
Rinnooy Kan durft niet te voorspellen hoe lang de recessie zal duren. Wel weet hij wat, ongeacht het tijdsverloop, verstandig is: investeren in kenniseconomie en duurzaamheid. Nederlands troefkaart is de voorsprong die het op andere landen heeft. “Wat nu een nadeel is voor Nederland is een voordeel als we weer uit de crisis komen, namelijk onze sterke betrokkenheid bij de wereldhandel.”
Dat sommige afgestudeerden de komende jaren genoegen moeten nemen met een baan van hun tweede voorkeur of zelfs onder hun niveau, lijkt onvermijdelijk. Dat leed is te overzien, meent arbeidsmarktonderzoeker Jim Allen van het ROA: “Als je beneden je niveau begint heb je weliswaar meer kans om later in een lagere functie te komen, maar voor de meeste starters trekt het op den duur bij.”

‘De juiste mensen kennen’
‘De juiste mensen kennen’

‘De juiste mensen kennen’

Fien Thoolen (26)
In juni 2007 afgestudeerd aan de faculteit Industrieel Ontwerpen

“Stages heb ik niet gelopen omdat dat bij IO wordt afgeraden. Een stage kost al gauw een half jaar, en zoveel punten krijg je er niet voor. Misschien is dit een nadeel als je op de arbeidsmarkt komt. Indertijd dacht ik: ik kan misschien beter keuzevakken doen, want dat kan straks niet meer, en stagelopen kan altijd nog.
In oktober 2007 begon ik met solliciteren. Veel vacatures voor industrieel ontwerpers worden niet gepubliceerd. Het gaat meer via-via en je moet dus de juiste mensen kennen. Ik heb zo’n vijfentwintig sollicitatiebrieven geschreven, ook open sollicitaties. Ik heb een aantal gesprekken gehad. In het begin solliciteerde ik heel gericht, daarna heb ik dat verbreed.
Op een gegeven moment was ik het wel zat. In november 2008 ben ik gaan werken bij Supair, het arbeidsbemiddelingsbureau van de TU Delft, waar ik net een jaarcontract heb getekend. Ik dacht: ik ga gewoon rustig hier werken, en ik kijk wel wat ik tegenkom. Toevallig kreeg ik gisteren een aanbod voor een baan in mijn vakgebied.
Er gaan misschien veel banen verloren, maar bij Supair hebben we ook nog veel vacatures openstaan. Het verschilt per vakgebied. Chemici, dat is dramatisch. En bouwkunde ook wel. Voor echt technische IO’ers valt het nog mee.
Mijn tip voor anderen: oriënteer je eerder op de arbeidsmarkt. Verder kan ik me nu voorstellen dat je tijdens je studie bij een aantal bedrijven alvast stage gaat lopen om contacten op te doen.”

‘Het komt wel goed’
‘Het komt wel goed’

‘Het komt wel goed’

Thomas van de Lagemaat (27)
Verwacht op 20 maart 2009 af te studeren aan de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek

“Volgens mij maken de meeste studenten zich net als ik niet erg druk om de crisis. Voordat die toesloeg heerste het idee dat veel babyboomers met pensioen zouden gaan en dat er dus een heleboel technische banen zouden vrijkomen. Ik denk dat het wel goed komt.
Ik studeer af op onderzoek naar het brandstofverbruik van nieuw typen vliegtuigmotoren. Ik ben pas vrij laat gaan nadenken over mijn loopbaan. Ik vermoed dat dit bij veel studenten zo gaat. In 2007 en 2008 heb ik de Delftse Bedrijvendagen bezocht, maar daar hield het wel zo’n beetje mee op. Zo’n driekwart jaar ben ik nu aan het rondkijken naar een baan. Sinds november heel serieus: ik heb een stuk of vijf keer gesolliciteerd. Tot op heden zonder succes. Momenteel heb ik sollicitaties lopen bij energieproducenten. Ik had niet het vooropgezette plan om per se in de luchtvaartsector te gaan werken. Als het nodig is, zal ik nog breder gaan solliciteren.
Hoe moeilijk het in de energiesector is kan ik niet overzien. Sommige energieproducenten zeggen dat ze vacaturestops hebben, bij andere lijkt het weer minder een probleem te zijn. Ik weet wel dat de crisis in de luchtvaartbranche te merken is. KLM heeft een vacaturestop. Als het tegenzit heb ik mogelijkheden om tijdelijk te werken en intussen verder te solliciteren. Maar ik denk niet dat ik heel lang werkloos zal zijn.”

Langer studeren of snel een baan scoren?

Bij economische neergang hebben studenten vanouds de neiging langer over hun studie te doen in de hoop dat ze later alsnog hun gedroomde baan kunnen bemachtigen. Economisch psycholoog professor Fred van Raaij van de Universiteit van Tilburg voorspelt dat effect ook nu: “Door de bachelor-masterstructuur zijn veel studenten sowieso sneller klaar en voelen ze zich vaak te jong voor hun eerste baan. Door de crisis zal de neiging om een extra masteropleiding te volgen alleen maar toenemen.” Maar is dat wel verstandig?

Bas Teepe (YER):
“Eén, twee jaar geleden zeiden studenten nog wel: ik ga eerst eens een rondreis maken na mijn studie. Kijk daar mee uit. Misschien is het beter dat je de eerste baan die voorbijkomt accepteert. Want over een half jaar kan die baan er misschien niet meer zijn. Lukt het niet om direct een baan te vinden, gebruik die tijd dan om een aanvullende stage of iets dergelijks te volgen.”

Alexander Rinnooy Kan (SER):
“Als je snel gestudeerd hebt, en je bent nog vrij jong, kun je met een tweede studie of masteropleiding extra competenties opdoen. Zo’n dubbele mastertitel oogt tenslotte mooi op je cv. Voor sommigen is een promotieonderzoek een kansrijke tussenstap. Anderen hebben al een flink aantal jaren gestudeerd, of moeten aan de slag omdat ze geen geld hebben. Dan is er reden om het net wat wijder uit te gooien en te kijken of je een plek op de arbeidsmarkt kunt vinden buiten je directe voorkeur.”

Jim Allen (ROA): “In de praktijk zie je dat men onder deze omstandigheden langer doorstudeert. Ik zou adviseren het niet alleen om de crisis te doen. Als je al overweegt om door te studeren is het zeker geen slechte keuze. Maar anders kun je beter je kansen grijpen op de arbeidsmarkt.”

Willem Vermeend (oud-staatssecretaris): “Niet doen. Er zijn nog volop vacatures, zeker voor hoogopgeleiden. Wel kun je er iets naast gaan studeren als je in een bepaalde sector niet aan de slag komt. Maar ga zeker niet afwachten: dan loopt het verkeerd af.”

Peter de Wit (Shell Nederland):
“Iemand die wil werken, gaat voor een baan. Die zal dan misschien genoegen nemen met iets waar hij een paar jaar eerder niet voor had gekozen. De mensen die echt willen doorstuderen zullen dat doen. Hierin een advies geven lijkt me riskant. Het is nogal persoonlijk. Studenten moeten er wel goed over nadenken.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.