Net als de voorgaande drie jaren heeft ook nu weer zo’n een op de zes eerstejaars zijn propedeuse in één jaar gehaald.
Gemiddeld 18,1 procent van de eerstejaarsstudenten uit 2009 haalde afgelopen jaar al zijn vakken in het eerste jaar.
Vrouwen doen het beter dan mannen. Van de vrouwelijke studenten haalt 22 procent haar p-in-1, van de mannelijke studenten is dat 16 procent.
Ook dit jaar scoren studenten wiskunde (27,8 procent), natuurkunde (23,6 procent), elektrotechniek (22,3 procent) en life science & technology 23,7 procent) relatief goed.
Maritieme techniek heeft procentueel de laagste score: 9,9 procent. Vorig jaar lag dat echter lager: toen haalde slechts een op de 25 zijn propedeuse in één jaar (p-in-1). Haalde bij Bouwkunde vorig jaar nog maar een op de twaalf eerstejaars zijn p-in-1, nu is dat gestegen naar één op zes.
Collegelid Paul Rullmann is tevreden over studenten die hun p-in-1 gehaald hebben, maar vindt een gemiddelde van een kleine twintig procent te weinig. “Het geeft aan dat onze opleidingen allemaal heel moeilijk zijn.”
Op de vraag of de propedeuse te zwaar is, antwoordt Rullmann dat daar de meningen over verschillen. “De een zegt dat studenten niet hard werken. De ander zegt dat het curriculum te vol is of te veel regels kent. Het is een mix en daar kijken we binnenkort naar.”
De TU moet zich daarom niet trots op de borst kloppen, vindt Rullmann. “Bij twintig procent doen we iets niet goed. Je ziet dat bij heel veel onderwijsvernieuwing een programma wel mooi samenhangend, maar niet lichter wordt. Je zou moeten nadenken over de vraag: wat is nu de essentie?”
Tijdens de feestelijke uitreiking van de propedeuses op zaterdag 13 november zei rector Karel Luyben dat uiteindelijk 6,1 procent van alle TU-studenten zijn bachelor cum laude haalt. Van de studenten die zijn p-in-1 haalt, haalt 34 procent zijn bachelor cum laude. “Kortom, er is een sterke correlatie tussen diegenen die sneller studeren en het beter doen. Het mag ook wel eens gezegd worden dat het niet zo is dat snelheid leidt tot middelmatigheid.”
The members of Panda, a gild of student association Sint Jansbrug, like to have their dinner served with the Trias Borreliticas. Those words refer to the three drinks that are served together with the food: coffee, beer and liquor. In total, this awkward combination forms a nice triangle. But before one can enjoy the merits of Panda membership one must complete certain rituals to be granted this membership. “Twice a year we invite individuals to join”, says Max Café, member of Panda, “after which they can drink together with us for free for half a year, to see if we get along.” If we get along you are invited to drink the P.A.N.D.A. drink. The letters represent the five ingredients (mostly liquors) which it is made of. What they are? “That’s a secret. I can only tell it’s a curious taste.” After this, time has come to fully join the gild. “A gild-weekend is organized twice a year”, tells Café. “During the weekend the candidate-members have to fulfill a role-play. After successful completion you are a member.” But not before you drank the destroyer, another drink made up of secret ingredients. “It looks funny, but this one is actually tasty!” Panda is not all about mashing secret ingredients to make sinister drinks. A fine wine is appreciated equally well. “When you become a member you place a bottle of wine in a cave in Limburg, in the south of Holland.” Panda actually owns a part of that cave. The climate is ideal for use as wine cellar. “After graduation one revisits the cave and you have yourself a fine bottle of wine aged five, or more years.” Graduation also means leaving Panda. But former members need not fear. They automatically end up to be in the VUD, Vereniging van Uitgestorven Diersoorten (Association of Extinguished Species), referring to the endangered status of the Panda.

Comments are closed.