Education

Sportclubs bundelen krachten

Betere communicatie tussen sportcentrum en sportverenigingen. Dat is het primaire doel van het nieuwe Delftsch Studenten Sport Overleg (DSSO). Aanleiding is de sponsorovereenkomst die de TU met elke vereniging wil aangaan.

Bij veel studentensportverenigingen heerst al geruime tijd onvrede over de moeizame communicatie met het management van het sportcentrum. In 2005 overhandigde de Delftse Studenten Sport Federatie (DSSF) namens een flink aantal clubs een brief aan het hoofd van het cultuur- en sportcentrum, Raymond Browne. Het viel, volgens de briefschrijvers, niet altijd mee om de juiste verantwoordelijke persoon te pakken te krijgen. Daarnaast zou het sportcentrum te vaak acties ondernemen, waarover vooraf niet goed gecommuniceerd werd met de clubs. Ook werd het centrum niet nagekomen afspraken en vage beloftes verweten. Omgekeerd verliep de communicatie vanuit de sportclubs en intern ook niet bepaald naar wens.

“Alle clubs hebben dezelfde belangen en problemen”, vertelt Bart Sigger, voorzitter van volleybalvereniging Punch en een van de initiatiefnemers van het nieuwe orgaan DSSO. “Ze zijn allemaal afhankelijk van de TU, maar de contacten zijn nooit direct geweest. De DSSF, die zijn leden – de sportverenigingen – zou moeten vertegenwoordigen, kampt al een tijd met onderbezetting. Ze schrijven twee of drie keer per jaar een algemene ledenvergadering uit, maar er is geen sprake van structureel overleg. Bovendien is de opkomst op die vergaderingen beperkt. Met de DSSO als overkoepelend orgaan, kan de DSSF ontlast worden en hopen we de verenigingen beter te bereiken. Waar we naar streven is veel en direct mondeling contact.”

De beoogde communicatieverbetering wil de DSSO bereiken door het houden van een tweewekelijks ‘Hoofdoverleg’. DSC, Virgiel, de roeiverenigingen Laga en Proteus, de ‘Subsportoverleggen’ ZSO (zaalsporten), BSO (buitensporten) en ESO (externe sporten) en de studentenraad leveren elk een vertegenwoordiger. De DSSF, waarvan de voorzitter ook deel uitmaakt van het Hoofdoverleg, blijft bestaan, maar krijgt een vergelijkbare rol als het dagelijks bestuur van de verenigingenraad Vera. “Ze faciliteert zowel de Hoofdoverleggen als de veel minder frequente ‘Suboverleggen’. Daarnaast wordt ze aanspreekpunt voor de clubs, in plaats van gesprekspartner met de TU. Clubs kunnen er voor de kleinere problemen terecht, zoals een tennisnet dat stuk is en vervangen moet worden.”

Het idee komt vanuit de sportclubs. “Binnen de Vera hebben we besproken hoe we het moesten aanpakken. De vertegenwoordigers van DSC en Virgiel, bij elkaar goed voor ruim twintig onderverenigingen die sport bedrijven aan de TU, hebben het voortouw genomen.”

Directe aanleiding voor het initiatief vormt het sponsorcontract dat de TU met alle clubs wil afsluiten. Daarin wordt vastgelegd hoeveel geld elke club krijgt. Die bedragen verschillen per club, maar voor de rest zijn de contracten identiek. Een van de punten is dat elke club het TU-logo moet dragen op de sporttenues. De TU zelf ziet die overeenkomsten niet als een opgelegd dictaat, maar als een partnership. Toch zitten er nogal wat haken en ogen aan, volgens Sigger. “Aan die sponsoring zijn heel wat eisen en voorwaarden verbonden. Veel daarvan zijn nadelig voor de clubs. Ik kan daar inhoudelijk niet verder op ingaan, want het definitieve voorstel van het standaardcontract moeten we nog ontvangen.”

Dat de TU van een subsidiesituatie wil overstappen naar een sponsorrelatie is het probleem niet, zegt Sigger. “Een van de grote struikelblokken is de verplichte toestemming van de TU ten aanzien van andere sponsors.”

Vorig jaar brak er enige commotie uit, toen de TU een eerste conceptovereenkomst voorlegde aan de clubs. Ter sprake kwam windsurfvereniging Plankenkoorts, dat toen nog onder meer gesponsord werd door het seksblad Chick. Het logo sierde goed zichtbaar de verenigingsbus. “In zo’n specifiek geval kunnen we ons voorstellen dat de TU niet graag haar logo daarnaast ziet afgedrukt. Maar we willen wel enige vrijheid hebben met het uitkiezen van onze sponsors.”

Door zich als blok te presenteren aan de TU, denkt Sigger dat de clubs, als zij bijvoorbeeld niet willen tekenen, sterker in hun schoenen staan. “Met elkaar zie je meer en kun je een grotere vuist maken.”

Een officiële status heeft het DSSO nog niet. De oprichting ligt nog niet vast op papier en er is ook nog geen Kamer van Koophandelnummer. In feite wacht de DSSO op de reactie van Browne, aan wie de beoogde oprichting begin januari per brief is voorgelegd. “De DSSO heeft alleen zin als het erkend wordt door het sportcentrum. Wij hopen dat het centrum ons gaat zien als gesprekspartner. Het sportcentrum moet wel met ons in overleg willen gaan. Wij denken dat het voor het sportcentrum handig is om in plaats van twintig gesprekken met twintig verschillende verenigingen één gesprek te voeren met één vertegenwoordiging.”

Intern wordt er al sinds half november vergaderd. Donderdag 31 januari is er een overleg net Raymond Browne en de manager van het sportcentrum, Cecil Bulo. “Om hun visie te horen en uit te vinden in hoeverre het DSSO en het sportcentrum kunnen samenwerken. We zoeken naar een compromis, het is geen keiharde opstelling. We zijn geen tribunaal dat het sponsorcontract aan flarden wil schieten. Het is geen protestactie.”

Bij veel studentensportverenigingen heerst al geruime tijd onvrede over de moeizame communicatie met het management van het sportcentrum. In 2005 overhandigde de Delftse Studenten Sport Federatie (DSSF) namens een flink aantal clubs een brief aan het hoofd van het cultuur- en sportcentrum, Raymond Browne. Het viel, volgens de briefschrijvers, niet altijd mee om de juiste verantwoordelijke persoon te pakken te krijgen. Daarnaast zou het sportcentrum te vaak acties ondernemen, waarover vooraf niet goed gecommuniceerd werd met de clubs. Ook werd het centrum niet nagekomen afspraken en vage beloftes verweten. Omgekeerd verliep de communicatie vanuit de sportclubs en intern ook niet bepaald naar wens.

“Alle clubs hebben dezelfde belangen en problemen”, vertelt Bart Sigger, voorzitter van volleybalvereniging Punch en een van de initiatiefnemers van het nieuwe orgaan DSSO. “Ze zijn allemaal afhankelijk van de TU, maar de contacten zijn nooit direct geweest. De DSSF, die zijn leden – de sportverenigingen – zou moeten vertegenwoordigen, kampt al een tijd met onderbezetting. Ze schrijven twee of drie keer per jaar een algemene ledenvergadering uit, maar er is geen sprake van structureel overleg. Bovendien is de opkomst op die vergaderingen beperkt. Met de DSSO als overkoepelend orgaan, kan de DSSF ontlast worden en hopen we de verenigingen beter te bereiken. Waar we naar streven is veel en direct mondeling contact.”

De beoogde communicatieverbetering wil de DSSO bereiken door het houden van een tweewekelijks ‘Hoofdoverleg’. DSC, Virgiel, de roeiverenigingen Laga en Proteus, de ‘Subsportoverleggen’ ZSO (zaalsporten), BSO (buitensporten) en ESO (externe sporten) en de studentenraad leveren elk een vertegenwoordiger. De DSSF, waarvan de voorzitter ook deel uitmaakt van het Hoofdoverleg, blijft bestaan, maar krijgt een vergelijkbare rol als het dagelijks bestuur van de verenigingenraad Vera. “Ze faciliteert zowel de Hoofdoverleggen als de veel minder frequente ‘Suboverleggen’. Daarnaast wordt ze aanspreekpunt voor de clubs, in plaats van gesprekspartner met de TU. Clubs kunnen er voor de kleinere problemen terecht, zoals een tennisnet dat stuk is en vervangen moet worden.”

Het idee komt vanuit de sportclubs. “Binnen de Vera hebben we besproken hoe we het moesten aanpakken. De vertegenwoordigers van DSC en Virgiel, bij elkaar goed voor ruim twintig onderverenigingen die sport bedrijven aan de TU, hebben het voortouw genomen.”

Directe aanleiding voor het initiatief vormt het sponsorcontract dat de TU met alle clubs wil afsluiten. Daarin wordt vastgelegd hoeveel geld elke club krijgt. Die bedragen verschillen per club, maar voor de rest zijn de contracten identiek. Een van de punten is dat elke club het TU-logo moet dragen op de sporttenues. De TU zelf ziet die overeenkomsten niet als een opgelegd dictaat, maar als een partnership. Toch zitten er nogal wat haken en ogen aan, volgens Sigger. “Aan die sponsoring zijn heel wat eisen en voorwaarden verbonden. Veel daarvan zijn nadelig voor de clubs. Ik kan daar inhoudelijk niet verder op ingaan, want het definitieve voorstel van het standaardcontract moeten we nog ontvangen.”

Dat de TU van een subsidiesituatie wil overstappen naar een sponsorrelatie is het probleem niet, zegt Sigger. “Een van de grote struikelblokken is de verplichte toestemming van de TU ten aanzien van andere sponsors.”

Vorig jaar brak er enige commotie uit, toen de TU een eerste conceptovereenkomst voorlegde aan de clubs. Ter sprake kwam windsurfvereniging Plankenkoorts, dat toen nog onder meer gesponsord werd door het seksblad Chick. Het logo sierde goed zichtbaar de verenigingsbus. “In zo’n specifiek geval kunnen we ons voorstellen dat de TU niet graag haar logo daarnaast ziet afgedrukt. Maar we willen wel enige vrijheid hebben met het uitkiezen van onze sponsors.”

Door zich als blok te presenteren aan de TU, denkt Sigger dat de clubs, als zij bijvoorbeeld niet willen tekenen, sterker in hun schoenen staan. “Met elkaar zie je meer en kun je een grotere vuist maken.”

Een officiële status heeft het DSSO nog niet. De oprichting ligt nog niet vast op papier en er is ook nog geen Kamer van Koophandelnummer. In feite wacht de DSSO op de reactie van Browne, aan wie de beoogde oprichting begin januari per brief is voorgelegd. “De DSSO heeft alleen zin als het erkend wordt door het sportcentrum. Wij hopen dat het centrum ons gaat zien als gesprekspartner. Het sportcentrum moet wel met ons in overleg willen gaan. Wij denken dat het voor het sportcentrum handig is om in plaats van twintig gesprekken met twintig verschillende verenigingen één gesprek te voeren met één vertegenwoordiging.”

Intern wordt er al sinds half november vergaderd. Donderdag 31 januari is er een overleg net Raymond Browne en de manager van het sportcentrum, Cecil Bulo. “Om hun visie te horen en uit te vinden in hoeverre het DSSO en het sportcentrum kunnen samenwerken. We zoeken naar een compromis, het is geen keiharde opstelling. We zijn geen tribunaal dat het sponsorcontract aan flarden wil schieten. Het is geen protestactie.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.